PIP-affaire toont noodzaak protocol
Plaats een reactieKarim e.a. roepen veldpartijen, zorgverzekeraars en de Inspectie voor de Gezondheidzorg op om een protocol op te stellen rond het informeren en adviseren van patiënten met een Poly Implant Prothese (PIP) (MC 6/2012: 317). Daarnaast pleiten ze voor een – wettelijk verankerend – registratiesysteem voor dergelijke implantaten.
De inspectie deelt het belang van goede informatievoorziening en hecht aan borging van afspraken in de vorm van protocollen. Wij juichen het toe als het veld initiatieven neemt die bijdragen aan het voorkómen van dergelijke affaires in de toekomst. Als toezichthouder zijn wij niet de aangewezen instantie om zelf richtlijnen of registratiesystemen op te stellen. Het is onze taak om toezicht te houden op de naleving van wetten, protocollen en richtlijnen, niet om ze te maken.
Sinds 2010 is er onrust rond PIP-implantaten. Deze borstprothesen voldoen niet aan de wettelijke eisen. De inspectie heeft in april 2010 alle vrouwen met een PIP-implantaat opgeroepen zich te melden bij hun behandelend arts of kliniek voor onderzoek. In samenspraak met de Nederlandse Vereniging voor Plastische Chirurgie (NVPC) is eind 2011, na onderzoek door de Franse bevoegde autoriteit AFSSAPS, vrouwen geadviseerd het PIP-implantaat te laten verwijderen. Daarnaast waarschuwde de inspectie op haar website voor de risico’s verbonden aan dit product.
De minister heeft in een brief aan de Tweede Kamer d.d. 22 december 2011 toegezegd een werkgroep in te stellen met vertegenwoordigers van fabrikanten van implantaten, zorginstellingen, medisch specialisten en de inspectie om te onderzoeken hoe een registratiesysteem voor implantaten vorm moet krijgen. Verder is het aan het veld om de veilige toepassing van medische technologie in de praktijk verder uit te werken.
dr. Anca Ansink, hoofdinspecteur curatieve zorg en drs. Josee Hansen, hoofdinspecteur geneesmiddelen en medische technologie, Utrecht
- Meer brieven
- Er zijn nog geen reacties