De uitgestelde diagnose
Plaats een reactieBegin 2021, twee jaar na mijn eerste bevolkingsonderzoek voor borstkanker, wachtte ik op een volgende uitnodiging. In die tijd zaten we ook bijna een jaar gevangen in de covidpandemie, hetgeen had geleid tot achterstanden, personeelstekort en begrijpelijke andere keuzes bij de GGD.
‘De tijdelijke verlenging van het uitnodigingsinterval zou kunnen duren tot januari 2024’, zo las ik op de website van het RIVM. Dat het bij mij meer dan 38 maanden zou duren, had ik niet gedacht. Gelukkig had ik daar ook niet op gewacht. Vanwege vage klachten had ik als huisarts mijn eigen huisarts gebeld, met de vraag om een mammografie. En die bleek niet goed te zijn. Tweeënhalve week na de diagnose borstkanker werd ik geopereerd. Ik prees mij gelukkig: midden in de zomer in een dal tussen twee covidpieken in, kreeg ik al heel snel een borstsparende operatie, gevolgd door radiotherapie. Ondanks de enorme wachtlijsten in de zorg in die tijd, de stilte voor de zoveelste storm, had ik geluk. Zo voelde dat. Maar mijn verlate diagnose borstkanker voelde ook als collateral damage bij de keuzes die waren gemaakt ten gevolge van de pandemie. De uitgestelde bevolkingsonderzoeken, en daarmee ook de uitgestelde of niet-gestelde kankerdiagnoses, daar hoorde en hoor je maar weinig over. En de aantallen zijn erg hoog. Ik zal niet de enige patiënt zijn geweest die zichweleens afvroeg: ‘Wat als ...?’
Lees ook- Er zijn nog geen reacties