Praktijkperikelen
2 minuten leestijd
Praktijkperikel

De klassieke vaatpatiënt

2 reacties

Afgelopen weekend had ik dienst en liep ik visite op de afdeling. Als (trauma)chirurg vind ik dit altijd nog een leuk onderdeel van ons vak en het geeft je op zijn minst het idee weer eens met echte patiëntenzorg bezig te zijn, daar waar je uiteindelijk voor bent opgeleid.

Bij ons op de traumachirurgische afdeling liggen af en toe ook vaatpatiënten en ook voor een vaatpatiënt draai ik mijn hand niet om.

Zo kwam ik aan het bed bij meneer X, een dag na zijn onderbeenamputatie links in verband met ischemisch vaatlijden. Meneer X bevestigde direct mijn beeld van de gemiddelde vaatpatiënt: de matig verzorgde verstokte roker met op het nachtkastje restantjes shag van de in het voren gedraaide shagjes, een zware rooklucht om zich heen en vooral niet gehinderd door enige vorm van zelfkennis.

Op mijn vraag hoe het met hem ging, zei hij veel last te hebben van ‘fantinoompijn’ (dit is geen schrijffout). Daar was hij al bang voor geweest en nu, nu zijn been eraf was, was deze ‘fantinoompijn’ wel heel duidelijk aanwezig. Maar, zo vervolgde hij, hij wilde mij vragen naar een medicijn, want in het rokershok hadden zijn lotgenoten gezegd: ‘Daar hebben ze wel wat voor’ (de experts opinion).Toen ik hem zei dat het misschien verstandiger zou zijn om niet in het rokershok te zitten, overigens nog altijd aanwezig in ons ziekenhuis, en vooral om niet te roken, wimpelde hij dat af en zei: ‘Dat hebben ze tien jaar geleden ook al gezegd.’

De volgende dag zag ik hem weer, ditmaal om niet alleen de stompwond te inspecteren, maar ook om te kijken naar twee wondjes op de beide malleoli aan zijn rechterenkel. De beide wondjes waren nu nog klein en zagen er rustig uit, maar pasten duidelijk bij een slechte perifere circulatie bij deze verstokte roker. Ik vertelde hem dat ik mij nu geen zorgen om deze wondjes maakte. Meneer X was daar niet gerust op en wist mij te verzekeren dat het ook zo begonnen was met zijn linkerbeen en zie nu het resultaat tien jaar later….

Zucht…, ik ben toch blij dat ik voor de traumachirurgie heb gekozen.

Heeft u ook een perikel? Stuur uw verhaal naar redactie@medischcontact.nl

Praktijkperikel
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • W van den Berg

    Huisarts, Rijswijk

    Toevaalig was mijn eigen gepensioneerde huisarts van vroeger laatst bij mij op bezoek in mn nieuwe praktijk en ik vroeg hem of hij inderdaad destijds had geadviseerd om nooit over patiënten te oordelen, omdat ik dat steeds probeer toe te passen in de... praktijk, en hij beaamde dit met in mijn ogen zeer steekhoudende argumenten.
    Zonder dus ook over deze collega te oordelen is mi veelal niet het probleem kennis of vaardigheden maar meer uitvoerende functies ( zie ook het onverzorgde uiterlijk)een belemmering om te stoppen. Bovendien is de kennis van de dokter ook niet eeuwig houdbaar. Overigens zou het natuurlijk kunnen dat deze meneer in een rouwproces zit, fysiologisch te vergelijken met een depressieve stoornis, dus een moeilijk moment om te stoppen. Ik geef mensen dan vaak mee dat het nog moeilijker kan zijn dan te stoppen, maar als het lukt in zo' n situatie beklijft het ook beter. Oh.. toevallig maakt ik een kleine schrijffout aan het begin van de reactie, die kleine toetsenbordjes ook.
    Mvg,

  • Rob van Valderen - Antonissen

    Huisarts, Tilburg

    Het stoort me hoe deze collega in dit praktijkperikel de gemiddelde vaatpatiënt weg zet, om nog maar niet te spreken van zijn bejegening van de betreffende patiënt. Hij geeft aan zijn hand niet om te draaien voor een vaatpatiënt, maar uit het daarop ...volgende relaas blijkt het tegendeel. Het oordeel over deze patiënt is al geveld bij binnenkomst, de hulpvraag over fantoompijn wordt niet serieusgenomen (terwijl de angst voor het ontstaan hiervan alleszins is in te denken) en de patiënt en zijn omgeving worden niet in hun waarde gelaten (fantinoompijn etc.). Bovendien blijkt een kennishiaat als het aankomt op verslavingszorg. Alsof je mag verwachten van een zwaar verslaafde patiënt dat die ineens zou stoppen. Dat lijkt me vragen om onttrekkingsdelieren. Begrijpelijk dus dat deze patiënt zijn shot gaat halen in de rookruimte. Afbreken van rookruimtes lijkt me een prima plan mits dat gepaard gaat met nicotinevervanging bij opname.
    De vervolgens toe te juichen inspanning van deze collega om patiënt te bewegen naar stoppen met roken wordt contraproductief ingezet als ongewenst advies, welke ook nog eens geen antwoord is op de hulpvraag (ik denk dat ik fantoompijn heb en wil medicatie). Als deze collega altijd deze strategie toepast bij het motiveren tot stoppen met roken, kan ik me de frustratie uit dit perikel goed voorstellen, want de kans dat iemand zo daadwerkelijk stopt is erg klein. Wat had kunnen helpen in deze situatie was een bescheiden attitude en een open en nieuwsgierige houding. Hoe is het voor deze patiënt om zijn been te missen? Wat vindt hij zelf van het roken? Wat maakt dat het hem in deze omstandigheden nog niet is gelukt om te stoppen? Door op die manier in contact te zijn verdwijnt vanzelf het beeld van die gemiddelde vaatpatiënt en is er ruimte voor het verhaal achter de patiënt en de verslaving.
    En dát is echte patiëntenzorg, Zucht...

 

Perikel insturen

Heeft u iets meegemaakt wat u deed fronsen, foeteren of lachen? Deel het met uw collega's!

Stuur uw anekdote in

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.