Blogs & columns
Marcel Levi
Marcel Levi
2 minuten leestijd
Column

Malle Eppie - Marcel Levi

3 reacties

Afgelopen maand zag ik op mijn spreekuur twee patiënten met problemen waar ik nog niet eerder mee was geconfronteerd. Een fitte man van 36 jaar was verwezen wegens onregelmatige hartslag en meer dan gemiddelde zweetproductie. Deze waarnemingen waren gedaan door apps op zijn Apple Watch.

Daarnaast had zijn iPhone-camera een te lage zuurstofspanning in het bloed gemeten. Hij had zelf overigens totaal nergens last van. De huisarts had een perfect normaal lichamelijk onderzoek verricht bij deze sportieve man en wist ook niet precies wat zij ermee moest en had hem op zijn krachtig aandringen maar verwezen.

Later in de maand zag ik een 24-jarige vrouw omdat de Doctor Mole-app op haar iPhone een melanoom op haar rechterarm had geconstateerd, haar iBreast-check onduidelijke maar wel onrustbarende resultaten had opgeleverd en ze via haar iDream-app ook nog eens bevestigd had gekregen dat haar dromen alleen maar konden passen bij een nog onontdekte kwaadaardige aandoening. Vanwege die signalen had ze terstond een afspraak gemaakt.

Op zichzelf is het natuurlijk aan te moedigen dat mensen zelf bezig zijn met hun gezondheid en nieuwe technologie belooft daarbij hulp te bieden. De grootste winst lijkt op dit moment echter vooral te liggen bij het ondersteunen van zelfmanagement, bijvoorbeeld het reguleren van diabetes, geheugensteuntjes bij het innemen van medicatie, of astmamanagement. De betrouwbaarheid en validiteit van dit alles is echter op geen enkele manier gecontroleerd maar dat kan de producenten en gebruikers kennelijk niet schelen. Afgelopen jaar werd de Acne-app, die claimde acne te kunnen behandelen met de straling vanaf het iPhone-scherm, meer dan twaalfduizend keer gedownload alvorens deze van de markt werd gehaald. En hoe betrouwbaar zijn UriCheck-apps die garanderen met de iCamera urinestripjes voor urineweginfecties adequaat te kunnen interpreteren en vervolgens antibiotica adviseren?

Maar waarschijnlijk is dat alles voor de commerciële appmakers niet eens interessant genoeg en is de markt van gezonde mensen die neurotisch alles wat los en vast zit aan hun lichaam willen doormeten veel groter. Dat het daarbij gaat om volstrekt onzinnige waarnemingen bij meestal al heel gezonde mensen die op hun best onrust en zelfs angst genereren, doet er kennelijk niet toe. Wat dacht u van de Beddit-app die meet of je wel lekker hebt geslapen, de Fat-app die van uur tot uur het vetgehalte van je lichaam berekent, of de Skin-app die de perifere perfusie van je huid kan vaststellen?

En het aantal bizarre gezondheidsapps zal de komende tijd alleen maar verder toenemen. Het is alleen nog maar wachten op een app die elk uur test of er al dementie of een depressie in aantocht is, een app die aan het gehuil van je baby kan vaststellen of de dreumes honger heeft of alleen een schone luier wil, of een app die aan de vorm van de drol in de wc-pot kan voorspellen of er sprake is van darmkanker. Het is zeker dat dergelijke gezondheidsapps gretig aftrek zullen vinden bij een steeds verder medicaliserende samenleving. Malle Eppie was de bijnaam van een Amsterdamse straatfiguur uit de vorige eeuw die rommel en lorren ophaalde en daarmee door de stad liep. De hedendaagse verzamelaar van gezondheidsapps is eigenlijk een moderne malle Eppie.

Marcel Levi

<b>Deze column als PDF</b>

  • Marcel Levi

    Marcel Levi is internist, voorzitter van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) en hoogleraar geneeskunde aan de Universiteit van Amsterdam.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Marcel Dirkes

    Arts bij Philips Research, Den Haag, Nederland

    De uitdaging in de rol van gezondheidapps herken ik als arts bij Philips Research, maar van een ander perspectief. Wanneer apps gedreven zijn door innovatieve combinaties van sensoren en algoritmen wil de rol voor de patient en de arts nog wel eens g...ezocht worden in plaats van het uitgangspunt zijn.
    Hoe moet het dan wel? Ik denk dat er op z’n minst drie factoren zijn.
    De eerste factor lijkt vanzelfsprekend: een gezondheidsapp moet een probleem adresseren waar de dokter en de patient een oplossing voor willen. Klinkt simpel? Dat is het niet. Ondanks onze inspanningen slaan we hier de plank ook nog wel eens mis. Soms lost een app in Nederland niks op, maar lopen ze er in China mee weg.
    De tweede factor gaf Marcel Levi al aan: gezondheidsapps moeten zich eerst richten op disease management. Niet op diagnose, dat is nog altijd het domein van de arts. Dat wil niet zeggen dat een app-bouwer niet aan apps en technologie moet werken die een diagnose kunnen stellen, maar dat we de kwaliteit van dit soort app’s en technologie zouden moeten kunnen waarborgen. Misschien moet er wel een “evidence based keurmerk” komen voor gezondheidsapps.
    De derde factor ligt in de gebruikers sfeer: patienten moet kritischer worden. Ze moeten betrouwbaarheid en validiteit van apps ter discussie stellen. Dat ligt deels in handen van de gebruiker, maar ook deels in handen van de arts en de app-bouwer.
    Het is voor mij duidelijk dat de column van Marcel Levi een herkenbaar en relevant probleem aankaart. Maar wat hij niet expliciet noemde, maar wel gezegd moet worden, is dat de hulp van artsen onmisbaar is bij het ontwikkelen van gezondheidsapps. Hierbij een oproep aan alle artsen: blijf kritisch, en geef aan welke apps er nodig zijn, voor de patient én de dokter.

  • Paul de Laat &amp; Eva van Zanten

    namens commissie eHealth van de Jonge Sp,

    Marcel Levi geeft hier een inkijk op hoe de ontwikkelingen op gebied van eHealth de werkvloer bereiken. Hierbij geeft hij praktijkvoorbeelden van de gezondheids-apps waar mensen met zorgen over hun gezondheid ten rade gaan. Deze patiënt maakt zich zo...rgen en wil gehoord worden. Alhoewel deze vragen vroeger ontstonden via verhalen in de krant en verjaardagen, maken ze zich nu zorgen op basis van hun app. De techniek is anders, de onderliggende vraag aan de arts niet.
    Als zorgprofessionals zullen we hierop moeten reageren; als wij ons verbinden met de technologie hebben we zelf meer grip op wat we patiënten kunnen aanraden, want met gezondheidsbevordering is uiteraard niets mis. En als we hard ons best doen zouden we zelfs kunnen participeren in het ontwikkelen van de apps. Juist als (toekomstige) jonge specialisten voelen we ons thuis in de huidige technologie en kunnen we dit combineren met het zorglandschap. Onder andere De Jonge Specialist en Mobile Doctors proberen het digitale zorglandschap inzichtelijk te maken en tegelijkertijd de specialist te vertegenwoordigen. Daarom komen deze thema's steeds meer aan bod tijdens congressen, zo is het thema van de landelijke AIOS upgrade a.s. 4 december "H@ck your healthcare?!". Net als met 'echte pathologie', maakt kennis van zaken het managen van je patiënt zo veel makkelijker. Dit geldt ook voor eHealth. Dus: verdiep je erin, in plaats van het te negeren, het komt de spreekkamer toch wel in!
    En Marcel Levi, u bent bij deze van harte uitgenodigd voor ons congres op 4 december.

  • te Gussinklo

    Voormalig Internist, ZWOLLE Nederland

    Proficiat. Een paar fraaie staaltjes van storytelling. Het is de tijd van 'Laat duizend bloemen bloeien' en dat zal nog veel meer innovaties te zien geven. We zullen moeten zien wat echt waardevol blijkt .

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.