Blogs & columns
André Weel
André Weel
3 minuten leestijd
Blog

Morgen moet ik het bezuren

Plaats een reactie

‘Hoe gaat het met u?’ De gewone openingsvraag bij doktersconsulten. Een uitnodiging aan de patiënt om onbevangen zijn verhaal te vertellen. Het startschot voor een medisch vraaggesprek.

Dokters zijn opgeleid om het belangrijkste medische instrument goed te hanteren: de anamnese. De anamnese is gericht op de individuele ziektegeschiedenis. Wat ging vooraf: wat waren de gezondheidsklachten en problemen, en wat is daar tot nu toe aan gedaan. Talloze dokters hebben de anamnese structuur gegeven met voorbedachte vragen. Dat begint al bij Hippocrates. Maar de ‘vader van de anamnese’ is Rufus Ephesius die omstreeks het jaar 80 is geboren. In zijn in het Grieks geschreven werk ΙΑΤΡΙΚΑ ΕΡΩΤΗΜΑΤΑ ofwel Geneeskundige vragen kent Rufus een grote betekenis toe aan het vraaggesprek en vooral aan vragen over de leefwijze van de patiënt vóór de ziekteperiode. Rufus begint niet, zoals wij, met de vraag naar ‘de hoofdklacht’, maar vraagt naar ‘het precieze begintijdstip’ van de ziekte. Vervolgens vraagt hij naar de periode vóór het begin van de klachten: de nachtrust, de dromen, de voeding en een eventueel buitenlands verblijf.

De aanpak van Rufus Ephesius sluit verrassend goed aan bij de verzekeringsgeneeskundige anamnese. Het begintijdstip is van belang voor de vaststelling van de schade en de uitkering. De periode vóór de klachten maakt een schatting mogelijk van ‘het gezonde functioneren’. De andere zaken zijn goede graadmeters voor het huidige functioneren. Vertel eens hoe de dag (en nacht) van gisteren eruitzag. Dat dagverhaal geeft een beeld van wat je momenteel aankunt.

In de oudheid vonden de geneeskundige ondervraging en het onderzoek vaak plaats in het openbaar. Op de hoek van het marktplein bijvoorbeeld. Er waren altijd omstanders bij. De geneesheer wilde goed overkomen op het publiek en zo nieuwe patiënten werven. Tegenwoordig is de anamnese een vertrouwelijk gesprek in de beslotenheid van de spreekkamer. Het is de geneeskunst van de dokter om het vertrouwen van de patiënt te winnen. Dat is bij verzekerings- en bedrijfsartsen niet altijd op voorhand aanwezig.

Met de opkomst van ‘keuringsinformatiesites’ op internet is het er niet eenvoudiger op geworden. Ook patiëntenverenigingen kunnen er wat van. Patiënten krijgen daar raadgevingen voor ‘goede’ antwoorden op doktersvragen. Geheel in de geest van deze tijd creëeren sommigen daarmee hun eigen waarheid. Stel je ‘zo kwetsbaar mogelijk’ op. Het is een ‘omgekeerde sollicitatie’ als je naar het UWV gaat om een WIA-uitkering aan te vragen. Bij een gewone sollicitatie overdrijf je de kwaliteiten die jou geschikt maken voor een baan. Maar een verzekeringsarts wil je juist overtuigen van wat je allemaal niet meer kan. Hoe pak je dat aan?

Heel simpel. Stel van tevoren je dagverhaal op. Kies een slechte dag uit. Zet die op papier. Hoe laat sta je op? Ga je douchen? Kleed je je zelf aan? Wat doe je ’s morgens? Breng je de kinderen naar school? Doe je zelf boodschappen? Kook je? Wat doe je ’s avonds? Hoe laat ga je naar bed? Allemaal kansen om een belabberd functioneringsplaatje in te kleuren. Je staat sterker als je aangeeft dat je overdag rust moet nemen. ‘Ik moet gaan liggen, anders haal ik het einde van de dag niet.’

Je mag je bij het UWV slechter voordoen dan je bent, staat er glashard op de keuringsinformatiesites. Zoals je je bij een gewone sollicitatie je kwaliteiten mag overdrijven, zo mag je je bij de verzekeringsarts slechter presenteren. Het helpt als de dokter je beperkingen kan zien. Bij een gebroken been is dat gemakkelijk, maar heb je minder opvallende beperkingen, zoals psychische klachten, doe dan niet te opgewekt. Ook niet als je net een goede dag hebt.

Die onzichtbaarheid van een aandoening blijft lastig. Hoe voorkom je dat de patiënt op grond van uiterlijk en gedrag als ‘gezond’ wordt weggezet? De sites weten wat dokters opschrijven. ‘Goed verzorgd, normale stemming, beantwoordt vragen adequaat, vertelt een coherent verhaal’, dat moet allemaal niet in het keuringsrapport komen! Laatste redmiddel is hier de frase: ‘Ik lijk misschien heel wat mans, dokter, zoals ik hier zit. Maar u hebt geen idee wat voor inspanning het me kost om hier te komen. Morgen moet ik het bezuren. Dan kom ik de hele dag niet van bed af.’

Daar heeft zelfs Rufus Ephesius niet aan gedacht. Hoe voelt de patiënt zich morgen? De anamnese van de toekomst.

voetnoot

  1. Haak HL, Horstmanshoff HFJ. De anamnese in de oudheid; de Geneeskundige vragen van Rufus Ephesius (1e-2e eeuw n.Chr.). Ned Tijdschr Geneeskd 2006; 150: 2825-9.

Meer van André Weel
  • André Weel

    André Weel is bedrijfsarts-niet-praktiserend en epidemioloog; werkzaam als curator bij het Trefpunt Medische Geschiedenis Nederland op Urk.'  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.