De moeder van Obama
Plaats een reactieIk las ooit dat als Obama je midden in een menigte een hand gaf en vroeg: ‘How are you?’ de wereld zich verengde tot jou en hem en zijn indringende ogen je uitnodigden je hele levensgeschiedenis met hem te delen. Mevrouw Van Schie had zijn moeder kunnen zijn.
Zo’n twintig jaar geleden, ze was toen al jaren weduwe, kreeg ze een low grade carcinoom van haar palatum. Low grade bleek een eufemisme voor een ontzettend hardnekkige rotkanker. Ze werd geopereerd en bestraald, maar vijf jaar later meldde de low grade tumor zich weer. Weer geopereerd en dat leek afdoende tot vorig jaar opnieuw een recidief werd gevonden. Opereren wilde ze nog wel, maar toen tijdens de ok bleek dat niet alles kon worden verwijderd, paste ze voor de bestraling. Ze was door alle operaties en de bestraling haar stem bijna kwijt. Een nasale spraak was een volstrekt understatement voor wat zij produceerde. Ze was moeilijk te verstaan, maar haar zeggingskracht was obamaneus. Als ik haar bezocht vroeg ze altijd: ‘Hoe is het met u, dokter?’ Die vraag krijg ik wel van meer patiënten en dan zeg ik altijd: ‘Goed’ of als ik jolig ben: ‘Ik mag niet klagen van de dokter.’ Zij keek me echter net zo indringend aan als haar ‘zoon’. Ze wilde het echt weten en ik wilde het eigenlijk ook vertellen. Vaak zei ze bij het afscheid dat ik een geweldige huisarts was en een fijn mens. Dat bleef ik zeker een halfuur daarna geloven en dan was het ook altijd lekker weer!
Helaas ging het begin dit jaar mis. Ze viel een aantal keer in huis en de situatie werd onhoudbaar. Mijn aios regelde een opname in het verpleeghuis. Ze vroeg via haar zoon of ik haar wilde bezoeken. Hoewel ze er nog maar twee dagen verbleef spraken de verzorgenden met grote warmte en respect over haar, zo op de gang. Toen ik binnenkwam waren haar zoon en dochter er ook. Hetzelfde ritueel voltrok zich, maar dit keer vond ik ‘goed’ het gepaste antwoord. Ze wilde euthanasie. Het niet meer kunnen spreken, de pijn, het verlies van onafhankelijkheid: het was mooi geweest, maar vooral ook geweest. Ik kwam nog een keer terug om de consistentie van haar verzoek te checken, maar toen ze me aankeek, wist ik het al. De SCEN-arts vertelde dat ze het bizar druk had, maar ze zou de volgende dag een gaatje vinden. Dat werd dus een gat, want ze bleef veel langer dan de bedoeling was. (‘Wat een geweldig mens is dat, die mevrouw Van Schie…’)
Op de dag van de euthanasie kwam ik haar kamer binnen. Er zaten vijftien mensen op elkaar gepakt, kinderen , kleinkinderen, allen met aanhang. Mevrouw Van Schie lag rustig te midden van degenen die haar enorm gingen missen. Haar zoon zou de elastomeerpomp openzetten. Meestal roept men mij dan na 2-3 minuten voor de tweede spuit, maar nu duurde het zeker een kwartier. Naderhand bleek dat ze voor iedereen nog een persoonlijk woord had gehad. Toen ik binnen kwam om de rocuronium toe te dienen ging iedereen staan. ‘Uit liefde en respect’, zei haar zoon.
‘U moet gewoon doorgaan met uw leven, dokter’, zei ze nog vlak voor haar sterven en gaf me een bon voor de slijter. Ze had me kennelijk doorzien. De dure witte wijn smaakte fantastisch bij de mosselen. En het was nog lekker weer ook.
Lees ook- Er zijn nog geen reacties