De één wil orde, de ander gedijt in chaos

Reikhalzend kijkt onze oudste dochter uit naar elke bestelling die door de pakketbezorger wordt gebracht. Niet om de inhoud. Welnee, de verpakking, daar draait het om. Zodra ze de doos ziet, gaan de radartjes in haar hoofdje alweer draaien. Een kasteel, nee, een robot, oh, wacht, toch een machine, een kauwgomballenautomaat, of nee, een huis voor de knuffeltjes. Ze is dol op knutselen en ziet overal potentie in.

Hoe anders is onze andere dochter. Zij is wél meer gericht op de inhoud van pakketjes. Gaat rustig zitten. Zoekt een bijpassend YouTube-filmpje met stapsgewijze uitleg en volgt deze nauwkeurig op. Netjes, binnen de lijntjes. Waar zij zich op één vierkante meter uren kan vermaken met één ding, werkt onze andere dochter in de rest van de kamer ondertussen aan minimaal drie projecten tegelijk met rondom zich verspreid door de hele kamer touw, lijm, scharen, plakband, karton, kleurenpapier en stiften. Als ze te lang moet zoeken naar iets dat bedolven ligt onder de bende, dan kan ze zo afgeleid zijn, dat ze alweer is overgestapt op een volgend project en alle eerdere ambities vergeten zijn.

Ze is één grote fabriek van maaksels, waarmee ons huis langzaam dichtslibt. Voorzichtig laten we subtiel elke keer wat items verdwijnen in het schuurtje om levensruimte te herwinnen en om ze in de volgende fase over te brengen naar de milieustraat. Gek genoeg mist ze de brouwsels meestal niet, omdat ze in haar hoofd alweer vijf projecten verder is.

Prachtig om deze twee compleet verschillende leer- en werkstijlen vanachter mijn ochtendkrant met koffie gade te slaan. En hoe belangrijk om deze observaties als docent/opleider/begeleider te doen. Beiden komen bij hun eindpunten, maar de wegen en manier van bewegen ernaar toe zijn compleet anders. Essentieel om voor beide leerstijlen de juiste werkvormen en begeleiding te bieden. Soms een kleine aanmoediging (je kán het) vanachter mijn krant, dan weer even opstaan om te helpen met zoeken, maar voor allebei vooral: loslaten. Ze komen er wel, beiden op hun eigen wijze.