Speciale commissie gaat zich buigen over toetsingscriteria BIG
Plaats een reactieWelke zorgverlener mag wat precies doen volgens de Wet BIG? Volgens minister Kuipers van Volksgezondheid (D66) heerst er onbekendheid en verwarring over de precieze invulling ervan. Dat leidt in de praktijk soms tot problemen. Daarom komt er een speciale, onafhankelijke commissie die gaat adviseren over de criteria voor voorbehouden handelingen. Ook moet er meer aandacht komen voor de ‘lerende werking’ van tuchtrechtuitspraken.
Het kabinet heeft eind vorige week ingestemd met verschillende maatregelen om de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG) ‘klaar te maken voor toekomstige ontwikkelingen’. In opdracht van het ministerie van VWS is eerder door adviesbureau Ecorys een onderzoek verricht, waar de minister op reageert in zijn brief aan de Kamer.
Bij ‘toekomstige ontwikkelingen’ kan onder meer worden gedacht aan opkomende technologieën en het meer werken in netwerkverband. De minister wijst op een veranderende zorgvraag en de krapte op de arbeidsmarkt. Hij streeft naar een Wet BIG die enerzijds kwaliteitsdoelstellingen in stand houdt en tegelijk overregulering voorkomt.
Onwenselijk
Steeds meer beroepsgroepen willen ‘om oneigenlijke redenen’ worden opgenomen in het BIG-register. In de huidige praktijk bestaat de ‘perceptie’ dat het belang van het beroep of de status ervan is gekoppeld aan opname in artikel 3 of 34 van Wet BIG. En dat is onterecht, wat de minister betreft.
BIG wordt nu gebruikt voor zaken die ‘niets te maken hebben met de doelstellingen’. Zo krijgt een zorgprofessional alleen een declaratietitel met een BIG-nummer, kunnen sommige patiëntendossiers alleen worden bekeken door medewerkers met een BIG-nummer en zijn er btw-voordelen voor het uitwisselen van BIG-geregistreerd personeel. Dat, terwijl die voordelen niet bestaan voor personeel zonder BIG-nummer. Daar is BIG nooit voor bedoeld, stelt Kuipers vast. ‘Ik vind het onwenselijk.’
Die aanstaande commissie gaat zich buigen over toelating tot de Wet BIG en functioneel zelfstandige bevoegdheid. Tegelijkertijd wil hij ervoor waken dat er te veel wordt gereguleerd; ‘omdat onnodige restricties aan de uitoefening van een beroep en bepaalde handelingen het aantal potentiële beoefenaars en de mobiliteit kunnen beperken.’ En dat kan weer leiden tot tekorten op de arbeidsmarkt en ‘prijsopdrijvende effecten’.
In de brief kondigt Kuipers een communicatiecampagne aan om de verschillende doelgroepen duidelijk te maken waar de Wet BIG nu wél voor is bedoeld en hoe de wet beter benut kan worden.
Tuchtrecht
Minister Kuipers zegt in de Kamerbrief verder dat hij bereid is om het tuchtrecht van de Wet BIG weer te evalueren, vijf jaar na de laatste grote wetswijziging. Dat zou zijn na 1 april 2024.
Ten slotte wijdt Kuipers aandacht aan de herregistratieverplichting. Daarover is hij duidelijk; deskundigheidsbevordering is geen vrijblijvendheid. Daarom dienen alle zorgprofessionals hiervoor de tijd en ruimte inplannen en continu mee aan de slag blijven. Maar hij vindt het niet nodig om deskundigheidsbevordering als extra eis van periodieke registratie in het BIG-register wettelijk te verankeren. Een wettelijke verplichting zou weer extra administratie opleveren en andere gevolgen voor zorgmedewerkers hebben die niet bijdragen aan het doel van de wet: namelijk ervoor te zorgen dat de kwaliteit van de gezondheidszorg hoog blijft.
Lees ook-
Marieke van Twillert
Marieke van Twillert is sinds eind 2015 journalist bij Medisch Contact. Arbeidsmarkt en internationale gezondheidszorg hebben haar speciale aandacht, maar ze volgt ook het levenseindedebat, medische technologie en internationale gezondheid. Marieke is een van de presentatoren van MC de Podcast en schrijft geregeld een bijdrage voor de rubriek Media en Cultuur.
- Er zijn nog geen reacties