Veel switchen ondergraaft het DBC-systeem

Op grond van niet gepubliceerde data van Vektis hebben Bruins Slot c.s. de switchpercentages per discipline gepresenteerd (MC 3/2008: 114). Met uitzondering van de kindergeneeskunde en gynaecologie-verloskunde zweven alle specialismen rond de 10 procent. Dat is opvallend constant en wijst op een consistent DBC-registratiegedrag tussen de disciplines. Het absolute switchgetal is laag, zeker tegen de achtergrond van de toenemende comorbiditeit en multipathologie op oudere leeftijd. Het percentage geeft ook aan dat de adviezen van de wetenschappelijke verenigingen - voer alleen een nieuwe DBC in als het echt hoort - in de praktijk worden opgevolgd. Dat er enkele Nederlandse ziekenhuizen zijn die relatief veel switchen, is een punt van aandacht. 

Na de data volgen in het verhaal van Bruins Slot c.s. enkele discutabele interpretaties. Daaruit blijkt dat een oud-chirurg een bot verzekeringsmes kan hebben. De veronderstelling dat juist een patiënt in academische en topklinische ziekenhuizen aanleiding geeft tot aanvullende zorgvragen, is onjuist. Iedere medisch specialist kent het kenmerk van algemene ziekenhuizen: korte wachttijden en breed georiën­teerde specialisten. Dat leidt tot snellere zorg bij een nieuw probleem. De kracht van superspecialistische zorg is echter gelegen in de kennis van die ene specifieke verwijs-DBC.

Daarnaast spelen in de registratie nog twee punten. Enerzijds is het de vraag of de medisch specialist in loondienst, in een groter centrum, even nauwkeurig registreert als zijn collega elders. De laatste is voor het honora­rium direct afhankelijk van de DBC en niet van de Arbeidsvoorwaardenregeling Medisch Specialisten (AMS). Anderzijds is ook het huishoudboekje van het ziekenhuis gekoppeld aan dezelfde registratie. Een te lage switch wordt dan een uiting van maatschappelijk onverantwoord handelen. Wellicht moeten er dus juist meer DBC’s worden gedeclareerd. Dat is waarschijnlijk niet de opzet van het artikel geweest. Waartoe een bot mes niet kan leiden.

Utrecht, januari 2008

Ad Dees,

Patrick Vrijlandt, namens de beroepsbelangencommissie-NIV