Vaker depressie na perinatale complicaties
Plaats een reactieVerschillende perinatale complicaties verhogen de kans op een postpartumdepressie. Dit blijkt uit onderzoek van E.A. Blom c.s.
Het onderzoek maakte deel uit van de Generation R-studie in het Erasmus MC.
Bijna vijfduizend zwangere vrouwen werden van het begin van de zwangerschap tot het kraambed gevolgd. De onderzoekers gingen bij verloskundige of ziekenhuis na of er sprake was van complicaties tijdens zwangerschap of bevalling, bij moeder of kind. Na twee maanden vulden de vrouwen een vragenlijst in, de Edinburgh postnatal depression scale (EPDS), waaruit moest blijken of er sprake was van een postpartumdepressie. Er werd gecorrigeerd voor sociaaldemografische factoren en de psychosociale status van de vrouw voor zij beviel.
De meeste complicaties gaven een hoger risico op een depressie, namelijk pre-eclampsie, opname tijdens de zwangerschap, een bevalling in het ziekenhuis (zowel geleid door eerstelijnsverloskundige als door gynaecoloog), spoedsectio, vermoeden van foetale stress en ziekenhuisopname van de baby. Hoe meer complicaties, hoe groter de kans op een depressie. Een aantal zaken hing níet samen met het risico op postpartumdepressie: een ongeplande zwangerschap, trombose, zwangerschapsdiabetes, een kunstverlossing, meconiumhoudend vruchtwater en de Apgarscore.
Bij elke kraamvrouw moeten zorgverleners de psychologische toestand in de gaten houden. Maar als er sprake is geweest van problemen tijdens zwangerschap en bevalling moeten gynaecologen, verloskundigen, huis- en consultatiebureau-artsen en alle andere hulpverleners die rondom het kraambed actief zijn, bijzonder alert zijn op depressieve symptomen, aldus de onderzoekers.
Sophie Broersen
BJOG 2010, doi:10.1111/j.1471-0528.2010.02660.x
Rubriek MediSein
Meer nieuws

- Er zijn nog geen reacties