Laatste nieuws
Evert Pronk
Evert Pronk
5 minuten leestijd

SCEN verovert Nederland

Plaats een reactie

Al 165 huisartsen getraind voor consultatie bij euthanasie


In tien van de 23 huisartsdistricten zijn SCEN-artsen actief. De overige districten zijn volgens planning binnen 2,5 jaar aan de beurt. Projectleider Eric van Wijlick licht de stand van zaken toe rond dit zeer succesvolle euthanasieproject.



Het project Steun en Consultatie bij Euthanasie Nederland (SCEN) krijgt lovende kritieken. Ongetwijfeld gesteund door het succes van dit project van de KNMG en de LHV pleit de voorzitter van de begeleidingscommissie van SCEN prof. Leenen op pagina … van deze Medisch Contact voor een systeem waarin de consultatie een nog zwaarder gewicht krijgt toegekend, zodat de toetsing achteraf een marginaal karakter mag hebben.


Ook de toetsingscommissies zijn positief over de SCEN-artsen. ‘Consultatieverslagen van SCEN-artsen waren in het algemeen zeer uitgebreid en gaven een goed inzicht in de toetsing door de consulent aan de hand van de zorgvuldigheidscriteria. De commissies verwachten dan ook dat door de uitbreiding van het SCEN-project de kwaliteit van de consultatieverslagen zal verbeteren’, meldt het jaarverslag 1998/99 van de Regionale Toetsingscommissies Euthanasie.


Zoveel lof moet een goed gevoel geven. ‘Natuurlijk is het mooi om mee te werken aan iets dat goed loopt’, zegt Eric van Wijlick, projectleider van SCEN. ‘Maar het succes van het project is de verdienste van de mensen in het veld. Zij moeten het werk immers verrichten. Ook de ondersteuning vanuit de KNMG en de in financiële middelen vertaalde erkenning van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport mogen natuurlijk niet ongenoemd blijven als het gaat om factoren die aan het succes bijdragen.’

Animo


Door de golf van positieve geluiden lijkt het of het SCEN-project al helemaal is geslaagd. ‘We zijn er nog lang niet’, reageert Van Wijlick. ‘Momenteel zijn pas in tien van de 23 huisartsendistricten SCEN-artsen actief. En in die tien districten zijn nog niet alle regio’s gedekt. Er is dus nog heel wat werk te verzetten. En dan vooral voor de verschillende DHV’s.’


Van Wijlick geeft het al aan. Het projectbureau van SCEN werkt nauw samen met de DHV’s. ‘Wij kunnen niet zonder ondersteuning vanuit de DHV’s. Een DHV moet uitzoeken of er in de achterban animo is om aan het project mee te doen.’


Ook praktisch gezien is samenwerking met de DHV onontbeerlijk. Zo zoeken de huisartsenverenigingen geschikte data voor de cursusdagen. Van Wijlick: ‘De districtsverenigingen weten veel beter wanneer er tijd is om aan het project mee te doen. Het plannen blijkt soms lastig. De huisartsen hebben gewoon weinig tijd, maar ook praktische problemen zitten de planning nog wel eens in de weg. Bijvoorbeeld doordat de regio van de huisartsenvereniging zich tot twee landelijk ingestelde vakantieregio’s uitstrekt.’

Rollenspelen


Met de huidige opleidingscapaciteit kunnen ruim honderd artsen per jaar worden opgeleid tot SCEN-arts. De cursus neemt drie dagen in beslag. Aan bod komen op de eerste plaats de eigen ervaringen met euthanasie en consulteren. Verder gaat er veel aandacht uit naar het consultatieprotocol, de eisen aan het consultatieverslag, de problematiek omtrent het vaststellen van ondraaglijk en uitzichtloos lijden, palliatieve zorg, de uitvoering van de euthanasie en juridische aspecten.


De cursussen worden geleid door ervaren SCEN-artsen. Deze collega’s vertellen tijdens de cursus over hun ervaringen. Daarnaast licht een afgevaardigde van de toetsingscommissie de werkzaamheden van de commissie toe. Met rollenspelen, waarbij een actrice de rol van de patiënt of een collega-huisarts op zich neemt, worden communicatieve aspecten in praktijksituaties getraind.


Sinds de start van het project zijn 165 huisartsen opgeleid tot SCEN-arts. De komende tweeënhalf jaar zullen daar nog 335 artsen bijkomen, gebaseerd op een rekenmodel van één SCEN-arts voor twintig huisartsen. Hiervan kan door regionale omstandigheden worden afgeweken.


SCEN ligt wat betreft de planning vóór op schema. In de regio’s Noord- en Midden-Limburg en Zuidoost Brabant gaan de SCEN-artsen in november van start. De regio’s Arnhem en Oude IJssel van het district Groot Gelre volgen in februari. ‘Eind volgend jaar hopen we dat SCEN voor zo’n 5.500 huisartsen beschikbaar is. Dat is sneller dan gepland. We drijven momenteel op de golven van enthousiasme uit het veld. Er is echt sprake van een olievlekwerking. Cru gezegd is het een goed geluid als wij horen dat artsen ervan balen dat ze nog geen gebruik kunnen maken van SCEN. Dat onderstreept het bestaan van het draagvlak voor dit project.’

Financiële regelingen


Zijn er ook districten die niet meedoen? ‘Complete districten niet, maar wel regio’s. De RHV Delfland, bijvoorbeeld. Deze huisartsenvereniging vindt het project overbodig vanwege daar bestaande informele structuur in de regio. Ze zijn daarentegen wel geïnteresseerd in de financiële regelingen die SCEN kent voor de consultaties’, glimlacht Van Wijlick


De vergoedingen voor de consultaties zijn een belangrijk aspect voor het succes van het project. Voor een consultatie krijgt een consulent 375 gulden. Dat is inclusief reistijd en tijd voor telefonische adviezen gebaseerd op 4,5 uur werk. ‘Een arts hoeft niet meer een collega te vragen op basis van het principe: doe jij deze consultatie voor mij, doe ik het       straks voor jou. De huidige vergoeding is gebaseerd op de ervaringen in Amsterdam. Het gaat om hoog gekwalificeerde werkzaamheden die uitzonderlijk en emotioneel belastend zijn. Op termijn zal de hoogte van de vergoeding moeten worden aangepast aan de eisen van de tijd.’


Om te bepalen of de succesgeluiden over SCEN ook in harde cijfers tot uiting komen, vindt er - naast continue registratie - een evaluatie plaats. Deze wordt verricht door het Instituut voor Extramuraal Geneeskundig Onderzoek van de Vrije Universiteit. In vier districten wordt zes weken voorafgaande aan het van start gaan van de SCEN-artsen in een regio een voormeting verricht. Behalve naar algemene gegevens over de praktijk wordt gericht gevraagd naar de incidentie van euthanasievragen en de meest recente ervaringen met euthanasie en hulp bij zelfdoding of de vraag daarom. Ook de opvattingen over het consulteren komen in de enquête aan bod. In de districten waar een voormeting is verricht, wordt op het moment dat de SCEN-artsen actief zijn een nameting verricht. In alle andere districten wordt SCEN zonder voormeting geëvalueerd.


‘Het is nog steeds een project’, licht Van Wijlick de evaluatie toe. ‘We moeten ervan leren. Daarom doen we ook een beroep op huisartsen om daar waar dat wordt gevraagd medewerking te verlenen aan de anonieme gegevensregistratie. Dat is nodig om inzicht te verkrijgen in het effect van SCEN. We weten dat we op de goede weg zitten, maar je moet de kwaliteit blijven verbeteren en de meerwaarde van SCEN steeds opnieuw aantonen.’ <<

SCEN in een notendop

SCEN* staat voor steun en consultatie bij euthanasie in Nederland. Dit KNMG-LHV-project moet leiden tot een landelijk netwerk van huisartsen die bij een euthanasievraag geconsulteerd kunnen worden. Deze zogeheten SCEN-artsen zijn hiervoor getraind. Zij zijn onafhankelijk en in staat deskundig advies te bieden en kunnen een formele consultatie uitvoeren. SCEN beoogt de kwaliteit van het medisch handelen van artsen bij een verzoek om euthanasie of hulp bij zelfdoding te verhogen. SCEN moet ook de kwaliteit van de formele consultatie in het kader van de meldingsprocedure verbeteren. Daarnaast heeft SCEN tot doel samenwerking met de Centra voor Ontwikkeling van Palliatieve Zorg te realiseren. SCEN is momenteel nog gericht op huisartsen, maar krijgt - waar mogelijk - een vervolg in ziekenhuizen en verpleeghuizen.

*SCEN is gebaseerd op SCEA, de Amsterdamse voorloper van het landelijke project.

KNMG
  • Evert Pronk

    Evert Pronk is een van de twee adjunct-hoofdredacteuren bij Medisch Contact. Hij houdt zich bezig met de online ontwikkeling van Medisch Contact, nascholingen, evenementen, boeken en andere uitgeefkansen. Het perspectief van de artsen staat hierbij centraal. Uitgeven vanuit de inhoud, is zijn devies.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.