Minste studenten met beperking bij gezondheidsstudies
Plaats een reactieRuim 20 procent van de studenten in het wetenschappelijk onderwijs heeft een functiebeperking. Het aantal studenten met een beperking is afgelopen jaar gestegen, maar is het laagst bij studies op het gebied van gezondheid, zo blijkt uit de Nationale Studentenenquête die is gehouden onder 280 duizend studenten.
In de wo-bachelors op het gebied van gezondheid heeft 6 procent van de studenten een functiebeperking en in de masters is dit 4,5 procent. Dat roept vragen op over de toegankelijkheid van deze opleidingen, stellen de onderzoekers in het rapport van Centrum Hoger Onderwijs Informatie dat werd gemaakt in opdracht van Handicap + Studie Expertisecentrum. Een onderscheid naar specifieke studies wordt niet gemaakt in het rapport. De gezondheidsstudies zijn onder meer geneeskunde, tandheelkunde, diergeneeskunde, biomedische wetenschappen, farmacie en gezondheidswetenschappen. Naar schatting maken geneeskundestudenten 30 tot 40 procent uit van de studenten van de gezondheidsstudies.
De studenten van de gezondheidsstudies zijn ook het minst te spreken over het studieklimaat voor studenten met een beperking, bijvoorbeeld over voorlichting, begeleiding en aangepast onderwijs. Nog kritischer worden zij in de masterfase; volgens de onderzoekers krijgen zij het dan kennelijk extra moeilijk. De Universiteit van Amsterdam en de Erasmus Universiteit brengen het er – voor alle studierichtingen – het slechtst vanaf.
Dyslexie en dyscalculie, psychische aandoeningen, chronische ziekten en ADHD zijn de vier grootste groepen beperkingen in het wetenschappelijk onderwijs. Studenten met dyslexie en dyscalculie hebben, samen met studenten met autisme, de minste klachten over het studieklimaat en studenten met psychische klachten zijn het minst tevreden over hoe hun opleiding met ze omgaat.
lees ook- Er zijn nog geen reacties