Laatste nieuws
thuisbehandeling

Meer covidzorg@home kan en is nodig

Geef huisarts grotere rol in covidzorg

Plaats een reactie
Getty Images
Getty Images

De derde covidgolf zorgt voor oplopende druk in de ziekenhuizen, en zelfs de dreiging van code zwart. Daarom zetten diverse regio’s zich in om covidpatiënten verantwoord thuis te behandelen. Dat verdient navolging, vinden de auteurs, die zelf op dit vlak actief zijn in Drenthe.

Op basis van de huidige richtlijnen (corona.nhg.org) vindt er feitelijk geen behandeling plaats van covidpatiënten in de eerste lijn. De huisarts wacht doorgaans tot iemand zich meldt, en bij ernstige klachten of verlaagde zuurstofsaturatie wordt de patiënt ingestuurd naar het ziekenhuis.

Verschillende regio’s hebben veel moeite gedaan om covidpatiënten vervroegd uit het ziekenhuis te ontslaan, met medicatie, zuurstofsaturatiebewaking en eventueel zuurstofbehandeling. Zo is in de Regio Noordoost-Nederland een transmuraal zorgpad gedefinieerd waarbij covidpatiënten op grond van klinisch beloop de behandeling met zuurstof en dexamethason – en vaak tromboseprofylaxe – in de thuissituatie voortzetten en afbouwen onder supervisie van de huisarts (protocol bij de auteurs opvraagbaar).

Ook wordt op meerdere plekken in het land geëxperimenteerd met zuurstofsaturatiebewaking thuis met als doel covidpatiënten langer thuis te houden en pas bij dalende zuurstofsaturatie te verwijzen.

Er zijn op dit moment meerdere mogelijkheden om covidpatiënten thuis te behandelen, die ook op grotere schaal zijn toe te passen.  

Zuurstofsaturatie

Tijdens de eerste covidgolf werden we geconfronteerd met een nieuw ziektebeeld waarbij patiënten in het beloop van enkele uren kunnen verslechteren met uitgesproken zuurstofdesaturatie bij minimale dyspneu en daarna binnen enkele uren op de intensive care terechtkomen. Dat heeft gemaakt dat het ziekenhuis leidend is geworden in de behandeling van covidpatiënten. Zuurstofsaturatiebewaking is daarmee een sine qua non om covidpatiënten langer thuis te kunnen houden en eventueel te behandelen.

Als een patiënt 24/7 gemonitord kan worden, biedt thuisbehandeling een aantal mogelijkheden:

Proactief

In plaats van te wachten tot covidpatiënten zich bij de huisarts melden wegens toenemende klachten, kan direct na een positieve coronatest al op voorhand informatie worden verstrekt door de dagpraktijk over het ziektebeloop en kan worden verteld wanneer contact met de huisarts aan te raden is. In voorkomende gevallen legt de huisarts een visite af waarbij de zuurstofsaturatie in rust wordt gemeten. Zolang deze >92% is en het klinische beeld dit toestaat, is het verantwoord de patiënt thuis te houden. In dit geval wordt de patiënt opgenomen in het protocol saturatiebewaking (zie verderop). Dit kan bij een deel van de patiënten verwijzing naar het ziekenhuis voorkomen. De ervaring leert dat de huisarts de patiënt langer thuis durft te laten omdat hij weet dat een eventuele verdere daling van de saturatie wordt opgemerkt en dat daar ook 24/7 actie op wordt ondernomen. Als sprake is van een daling van de zuurstofsaturatie overlegt de huisarts met de longarts of internist(-infectioloog) en wordt de patiënt zo nodig verwezen naar het ziekenhuis.

Alsnog terug naar huis

Momenteel verwijst de huisarts de covidpatiënt op basis van het klinisch beeld of lage zuurstofsaturatie naar het ziekenhuis. Op meerdere plekken in het land wordt nu actief gekeken of de patiënt na beoordeling alsnog terug kan naar huis, al dan niet met medicatie. Zuurstofsaturatiemonitoring in de thuissituatie biedt de tweede lijn het vertrouwen dat de patiënt op verantwoorde en zorgvuldige wijze thuis gemonitord wordt en eventuele achteruitgang tijdig zal worden opgemerkt.

Eerder ontslaan

Zoals in de inleiding gesteld lukt het inmiddels op meerdere locaties om covidpatiënten eerder te ontslaan. Ook dan speelt saturatiebewaking thuis een belangrijke rol. Met een goed gedefinieerd zorgpad, ondersteund door 24/7 monitoring kunnen patiënten veilig vervroegd worden ontslagen, waarbij de belasting van de huisarts beperkt is omdat de monitoring en alarmering door een derde partij wordt geboden. In Drenthe werken we in dat kader samen met de Zorgcentrale Noord Nederland. Pas bij afwijkende uitslagen wordt de huisarts verzocht om de patiënt te beoordelen.

Uitkomst bij code zwart

In het doemscenario van code zwart zullen de ziekenhuizen zo overladen zijn dat ze én niet alle covidzorg én vrijwel geen non-covidzorg meer aankunnen. Als dit aan de orde is zullen andere triageregels, zoals in diverse draaiboeken beschreven, in werking treden. De mogelijkheid van thuismonitoring van zuurstofsaturatie en vitale functies biedt dan uitkomst en dan zou ook zuurstof- en medicamenteuze behandeling in de eerste lijn kunnen worden gestart.

Drenthe

Hoe ziet zo’n saturatiebewaking in de eerste lijn eruit? Om deze in Drenthe op grote schaal mogelijk te maken hebben wij gekozen voor een intensieve samenwerking van de HZD (Huisartsenzorg Drenthe), GPRI (General Practitioners Research Institute, onderzoeksinstituut dat de huisartsen op weg helpt en de effecten en veiligheid evalueert), Medicine Men (zorgt voor de saturatiemeters en het platform) en de Zorgcentrale Noord (die de metingen bijhoudt en huisartsen alarmeert bij afwijkende waarden na contact met de patiënt). We gebruiken hierbij een zorgvuldig samengesteld protocol (zie figuur hieronder). Binnen het protocol verstrekken we patiënten op bruikleenbasis gecertificeerde saturatiemeters, die binnen het vereiste meetbereik (70-100%) een foutmarge van 2 procent hebben.  

Ook verrichten we onderzoek. Op dit moment is de richtlijn dat er geen specifieke medicatie wordt gebruikt in de eerste lijn. Conform de uitkomsten van het Recovery-onderzoek worden in Nederland corticosteroïden gestart bij in het ziekenhuis opgenomen patiënten die zuurstofafhankelijk zijn. Momenteel voeren wij in Drenthe in de eerste lijn een onderzoek (Copper) uit naar de veiligheid en effectiviteit van vroege behandeling met corticosteroïden van de covidpatiënt met normale zuurstofsaturatie in rust, maar desaturatie na gestandaardiseerde inspanning als teken van pulmonale achteruitgang. De hypothese is dat het in deze fase van de ziekte al starten van therapie met corticosteroïden ziekenhuisopnames kan voorkomen. Ook de langetermijneffecten tot een jaar na randomisatie zullen worden onderzocht.1

Nog meer doen

Wat kan er nog meer gedaan worden om de mogelijkheden in de eerste lijn beter te benutten?

Huisartsen kunnen om te beginnen proactiever zijn. Tijdens de eerste golf kreeg én nam de eerste lijn slechts een zeer beperkte rol in de behandeling van covid. Angst dat een snelle verslechtering niet tijdig opgemerkt wordt in de thuissituatie verklaart die werkwijze. Huisartsen worden niet altijd door de GGD en andere teststraten geïnformeerd over covidinfecties van hun patiënten. Het vraagt dus iets van dagpraktijken om proactiever te zijn. Nu er mogelijkheden zijn om de patiënt 24/7 te bewaken in de eerste lijn is het gerechtvaardigd om aan huisartsen te vragen een andere rol te pakken.

Aan de andere kant is het ook nodig dat longartsen en internisten(-infectiologen) het vertrouwen hebben, en tonen, dat thuismonitoring door de eerste lijn verantwoord en zorgvuldig kan gebeuren. Deze specialisten hebben tijdens de eerste golf, in goede samenwerking met vele andere zorgprofessionals, een prominente rol gespeeld bij de opvang en behandeling van covidpatiënten. We zijn nu echter een jaar verder en covid is nu aanzienlijk beter te behandelen. Gezien de niet-aflatende druk op de ziekenhuizen is het actief verkennen wat er aan covidzorg verschoven kan worden naar de eerste lijn dan ook meer dan de moeite waard. 

Tot slot: nu de druk op de ziekenhuizen al maanden groot is en de non-covidzorg andermaal wordt verdrongen, is een gesprek over de taakverdeling tussen huisartsen en ziekenhuizen toenemend opportuun. Nu wordt het aan de professionals zelf overgelaten om hiertoe al dan niet initiatieven te ontplooien. Maar wat ons betreft kan en mag dit gesprek niet vrijblijvend zijn. De huidige situatie rechtvaardigt dat hierop actief wordt gestuurd, zowel door de instellingen zelf als op ROAZ- en landelijk niveau.

auteurs

Jan Schaart, lid raad van bestuur Huisartsenzorg Drenthe

Janwillem Kocks, huisarts, medeoprichter en -directeur GPRI (General Practitioners Research Institute Groningen, dat de Copper-studie uitvoert)

Jiska Meijer, huisarts, medeoprichter en -directeur GPRI (General Practitioners Research Institute Groningen, dat de Copper-studie uitvoert)

Rijk Gans, hoogleraar interne geneeskunde, hoofd afdeling Interne Geneeskunde UMC Groningen

contact

j.schaart@chd.nl

cc: redactie@medischcontact.nl

Voetnoot

1. Clinicaltrials.gov | COVID-19 Primary Care Platform for Early Treatment and Recovery (COPPER) Study (COPPER) en www.copper-onderzoek.nl

Lees meer
huisartsgeneeskunde covid-19
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.