Kunstmatige circulatie verdubbelt overlevingskans na hartstilstand
Plaats een reactiePatiënten met een hartstilstand bij wie de circulatie tijdens en na reanimatie kunstmatig in stand wordt gehouden, hebben een bijna dubbel zo grote overlevingskans als patiënten die op de gebruikelijke manier worden gereanimeerd. Dat blijkt uit onderzoek van Yih-Sharng Chen c.s. van het National Taiwan University Hospital in Taipei, waarvan de resultaten 7 juli online in The Lancet verschenen.
De overleving na een hartstilstand is tegenwoordig ondanks cardiopulmonale resuscitatie (cpr) nog laag. Deze daalt naarmate de reanimatie langer duurt. In 1960 werd extracorporele circulatie (ECLS) al voorgesteld als hulpmiddel bij reanimatie. Bij ECLS wordt het bloed via een katheter door een machine gepompt die het voorziet van zuurstof. Door de technische vooruitgang is het nu mogelijk deze techniek snel in te zetten.
Tussen 2004 en 2006 wezen de onderzoekers ziekenhuispatiënten (18-75 jaar) met een hartstilstand en die meer dan 10 minuten werden gereanimeerd, toe aan een van twee methoden: cpr (n=113) of cpr met ECLS (n=59). ECLS stopte na minimaal 72 uur.
Patiënten in de ECLS-groep hadden betere overlevingskansen tot aan het ontslag, tot 30 dagen en een betere eenjaarsoverleving dan patiënten in de cpr-groep. Op elk van deze drie momenten hadden patiënten in de cpr-groep een tweemaal zo hoog risico op overlijden dan patiënten in de ECLS-groep.
De auteurs hopen dat onderzoek naar het koelen van patiënten in combinatie met ECLS nog betere resultaten geeft. In een begeleidend commentaar schrijven Sung-Woo Lee en Yun-Sik Hong: Wij hopen dat ECLS in de toekomst ook buiten het ziekenhuis kan worden toegepast bij patiënten met een hartstilstand.
Lucas Mevius
, onlinepublicatie
- Er zijn nog geen reacties
