Laatste nieuws
RC
3 minuten leestijd
Nieuws

Internist betwist reikwijdte tuchtrecht

4 reacties

De internist die tijdens zijn vakantie in Nepal hulp weigerde aan een Nederlandse vrouw, vindt dat het Nederlandse tuchtrecht niet per se van toepassing is in het buitenland.

De internist kreeg vorig jaar juni een waarschuwing van het regionaal tuchtcollege in Eindhoven. Op vakantie in Nepal had hij hulp geweigerd aan een Nederlandse toeriste die na een val een polsbreuk opliep. De beroepszaak tegen de uitspraak van het regionale college diende gisteren bij het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg in Den Haag.

Tijdens de zitting kwam het incident opnieuw uitvoerig aan de orde. Het vond plaats in een afgelegen berggebied in Nepal. Zowel de arts als de vrouw hadden daar op de bewuste dag in afzonderlijke reisgezelschappen een zeer lange wandeling achter de rug. Op een uur gaans van de eindbestemming was de vrouw gevallen en had daarbij haar pols bezeerd. Ze kon haar weg vervolgen en eenmaal aangekomen stuurde zij haar gids erop uit om medische hulp te zoeken.

Via een van de dragers uit het gezelschap van de arts werd deze om hulp gevraagd. Volgens eigen zeggen stond hij op dat moment in zijn onderbroek op het punt zich te gaan verfrissen. De internist wees de hulpvraag af en adviseerde een arts te zoeken met verstand van botbreuken. Die werd korte tijd later ook gevonden. Een Franse arts bracht een noodspalk aan bij de vrouw.

Voorzitter mr. Auko Scholten van het Centraal Tuchtcollege wilde weten hoe de internist op de gebeurtenis terugkeek. Die meende naar eer en geweten te hebben gehandeld. 'Ik was op dat moment niet in staat, niet bekwaam en niet bevoegd om die vrouw te helpen. Bovendien was er geen sprake van een calamiteit.'

De internist heeft wel spijt dat hij de vrouw later niet alsnog heeft opgezocht. 'Nadat ik mij verschoond had, heb ik mijn drager gevraagd hoe het met de vrouw was. Hij zei me dat de vrouw verzorgd was. Dat heeft met op het verkeerde been gezet. Het was beter geweest als ik toen alsnog was gaan kijken.'

Volgens de verdediging van de internist is de wet- en regelgeving in deze kwestie mistig. De verantwoordelijkheden van artsen worden onder meer beschreven in de wet BIG en in de gedragsregels van de KNMG. Niet duidelijk is echter of die onder alle omstandigheden en overal ter wereld gelden. De internist zelf denkt van niet. 'Moet je in India iemand reanimeren als je weet dat er daarna geen nazorg beschikbaar is? In de Verenigde Staten moet je het in elk geval niet doen. Daar mogen alleen artsen die in dat land geregistreerd zijn medische handelingen verrichten.'

Uit dat laatste voorbeeld blijkt volgens hem al dat er geen uniforme richtlijnen voor de verantwoordelijkheden van Nederlandse artsen in het buitenland te geven zijn. Ook staat niet vast dat het Nederlandse tuchtrecht zonder meer van toepassing is op handelingen van Nederlandse artsen in het buitenland.

De vrouw die haar pols brak, ondervindt daarvan naar eigen zeggen blijvend letsel. Volgens haar moet elke arts onder elke omstandigheid ten minste eerste hulp geven. 'Als dat niet gebeurt, is dat zeer teleurstellend.'

Het Centraal college doet binnen zes à acht weken uitspraak.

Robert Crommentuyn


Lees ook:

beeld: Shutterstock
beeld: Shutterstock
Nieuws
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • ,

    Onzekerheid,
    Vier jaar geleden ben ik vanwege somatische redenen overgestapt van de curatieve naar de beschouwende sector en een half jaar geleden moest ik mijn specialistentitel aanvullen met n.p.

    Afgelopen Koninginnedag kom ik –na een vermoeiende ...18 holes- op het parkeerterrein aan de arm van twee dames een zwalkende man tegen; een vriendin van mijn vrouw “eiste”dat ik deze man hielp/redde!

    Wat is de differentiaaldiagnose van een zwalkende man? Te laag suiker? Te veel alcohol? Beginnende hersenbloeding, bij mogelijk valneiging naar een kant? Na 26 jaar ziekenhuiswerk onder het motto “meten is weten”en nu met toenemende bewondering voor huisartsen, heb ik de pols gemeten en geadviseerd 112 te bellen, wat door de patient geweigerd werd. Uiteindelijk is hij door een van zijn flightgenoten naar de HAP/SEH gebracht, mij met een grote mate van onzekerheid achterlatend.

    Heb ik genoeg gedaan, voorzover überhaupt iets?

    Moet ik de tucht van het regionaal tuchtcollege vrezen , gelijk de internistische collega, die zijn reisgenote in Nepal eerlijk vertelde van polsen geen verstand te hebben; is mij hetzelfde overkomen,wat weet ik nu van zwalkende mannen?!

    Is het adagium – wat ik mijn assistenten en co-assistenten voorhield- dat het vooral van belang is “ te weten, wat je niet weet”niet meer geldig?

    Is het “gespeelde”vertrouwen in de geneeskunde belangrijker , dan een kritische, persoonlijke afweging?

    Nijmegen, 1 mei 2010.
    Dr Andre Spelde, chirurg n.p.

  • M.H. Koch-Visser

    , ACHTERVELD

    Wet BIG overboord? Huisartsenposten overbodig?
    Verbijsterd ben ik na het lezen van het artikel ‘Internist betwist reikwijdte tuchtrecht’ van MC 15 april 2010. Hierin staat dat een internist vorig jaar bij het regionaal tuchtcollege een waarschuwing h...eeft gekregen omdat hij op vakantie in Nepal hulp had geweigerd aan een Nederlandse toeriste die na een val een polsbreuk opliep.
    Als ik dit zo lees, dan lijkt het mij zinvol dat ik als specialist ouderengeneeskunde in een klein dorp waar veel mensen weten dat ik arts ben een praktijkruimte aan huis ga inrichten. De consequentie van deze uitspraak is namelijk dat ik als arts altijd hulp moet geven bij medische problemen; ongeacht de spoed, ongeacht mijn bekwaamheid, ongeacht het land waarin ik me bevind, ongeacht mogelijke alternatieven die veel beter zijn en ongeacht mijn staat van zijn. Dan gaat de wet BIG dus niet meer op gezien ik volgens de uitspraak over deze internist, medische interventies moet doen waarin ik niet bekwaam ben. We kunnen tevens de huisartsenposten wel opdoeken, want iedereen kan gewoon te allen tijde bij de dichtstbijzijnde arts in zijn straat of wijk voor hulp aankloppen.
    Ik hoop dat het Centraal Tuchtcollege de consequenties van haar uitspraak overziet en deze internist geen waarschuwing krijgt.
    Achterveld, april 2010
    Michelle Koch-Visser
    Specialist ouderengeneeskunde

  • ,

    Na het lezen van het artikel "Internist betwist reikwijdte tuchtrecht" was ik zeer verontwaardigd. Ten eerste is het al belachelijk dat deze patiente uberhaupt op het idee komt om na het voorval in Nepal een tuchtzaak te beginnen. Ten tweede zou er t...och in dit soort gevallen een commissie moeten zijn die bij voorbaat dergelijke klachten over simpele akkefietjes ongegrond verklaard. Het zou een hele hoop tijd, geld en energie besparen. Voor alle partijen welteverstaan. Uiteraard is een polsfractuur heel vervelend en daarvan blijvend letsel helemaal, maar dat is niet de 'schuld' van de desbetreffende internist. Helaas is de voorzorgscultuur (en daarmee ook claimcultuur) ook in Nederland een steeds groter wordend probleem. M.i. kan het Centraal College deze kwestie nog enigszins rechtzetten en hopelijk gebeurt dit dan ook.

    Boxmeer
    Josien Duffhues-Kuster, huisarts

  • ,

    Adel verplicht

    Op 8 april j.l. diende bij het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg (CTG) een beroepzaak over een internist die tijdens diens vakantie in Nepal weigerde in te gaan op een zorgvraag van een medereiziger met polsklachten.
    In e...erste aanleg heeft Regionaal Tuchtcollege (RT) Eindhoven de klacht gegrond verklaard en de arts een maatregel, zijnde een waarschuwing, opgelegd. Voor het College staat het ‘buiten kijf dat verweerder in de hem betamenlijke zorg is tekort geschoten’: hij had namelijk op de hulpvraag in moeten gaan en naar de patiënt moeten kijken. Temeer het onduidelijk was of er op dat moment wel enige medische hulp aanwezig was. Dat de arts op vakantie was doet volgens de tuchtrechter niet ter zake.
    Deze zaak heeft de nodige aandacht in de media gekregen, met daarnaast een emotionele oproep om dan maar als arts je beroep in het buitenland niet bekend te maken. Volgens Barge en Hendriks is dit oordeel in hoger beroep onhoudbaar, aangezien de tuchtrechter in het geheel niet bevoegd was om over de klacht te oordelen. De rechtsmacht van het regionale tuchtcollege zou zich beperken tot louter medische handelingen die plaatsvinden op Nederlands grondgebied. Bovendien verwijten de auteurs de tuchtrechter het oprekken van diens publiekrechtelijke bevoegdheden door tevens de KNMG-gedragsregels voor artsen in het toetsingskader te betrekken. Een pijnlijke misvatting, en wel hierom.
    Door inschrijving in het register voor artsen (art. 3 Wet BIG) is de beroepsbeoefenaar onderworpen aan het wettelijk tuchtrecht. Wat betreft de rechtsmacht van het regionaal tuchtcollege bepaalt art. 54 lid 1 BIG: het ambtsgebied waarbinnen de te berechten persoon zijn woonplaats heeft, i.c. Eindhoven. Reeds in 2006 hebben het RT Eindhoven en in beroep het CTG zich bevoegd geacht het handelen van een Nederlandse psychiater te toetsen die in het BIG-register stond geregistreerd maar feitelijk werkzaam was in België. De vraag omtrent jurisdictie stond niet ter discussie aangezien de betrokken arts tevens woonachtig was in Nederland. In de huidige kwestie werd de rechtsmacht van het tuchtcollege eveneens verondersteld op basis van het woonplaats-criterium. En niet ten onrechte.
    Opmerkelijk is het verwijt van het oprekken van publiekrechtelijke bevoegdheden door te toetsen aan KNMG-gedragsregels. De wettelijke toetsingsnorm (art 47 BIG) ‘het tekortschieten in zorgvuldigheid ten opzichte van de patiënt’ is een open norm die nader ingevuld wordt door wettelijke kwaliteitseisen, normen ontleend aan de wetenschap, maatschappelijke zorgvuldigheidsnormen en gedragsregels van de beroepsgroep. De uitwerking van de zorgplicht van de arts zoals verwoord in de KNMG-gedragsregels brengt onder woorden welke normen naar heersende opvatting in de kring van artsen dienen te worden nageleefd. En juist aan deze regels heeft de internist niet voldaan. De door het tuchtcollege opgelegde maatregel is dan ook volkomen gerechtvaardigd.
    Mocht het CTG deze uitspraak in hoger beroep bevestigen doet de vakantievierende arts in het buitenland er goed aan z’n mond te houden over diens professie, aldus Barge en Hendriks. Voor je het weet, ben je praatpaal voor het reisgezelschap met diarree en buikkrampen. Een dergelijke nihilistische taakopvatting ontkent de beroepsmoraal en het overeenkomstig handelen. Een dokter die vervolgens niet ‘thuis geeft’ tijdens diens vakantie, na een avondje drinken, of na een intensieve sporttraining, miskent het adagium ‘adel verplicht’.

    André den Exter
    Erasmus Universiteit Rotterdam
    Instituut beleid en management gezondheidszorg

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.