Informatie over prognose mag alleen objectief zijn
Plaats een reactieBedrijfs- en verzekeringsartsen moeten niet vragen naar de prognose van een patiënt en curatieve artsen horen op die vraag geen antwoord te geven. Tenzij de vraag concreet is en tenzij het antwoord niet verwijst naar de werksituatie van de patiënt.
Bedrijfsarts Noks Nauta en jurist en verzekeringsarts Jim Faas blijven bij hun in Medisch Contact geformuleerde standpunt (MC 49/2005: 1984), ook al spraken verschillende collegae daarover hun verbazing uit. Zij beroepen zich op de KNMG-code Samenwerking bij arbeidsverzuim uit 1998. Die stelt dat een behandelend arts zich moet onthouden van het geven van informatie over een prognose. Nauta en Faas vinden een uitspraak van een behandelend arts over de medische prognose als informatie voor de bedrijfs- of verzekeringsarts bovendien niet-valide en niet-betrouwbaar.
Het antwoord op de vraag naar de medische prognose kan natuurlijk van invloed zijn op het oordeel over de belastbaarheid van de patiënt ten aanzien van werk, bijvoorbeeld bij keuringen in het kader van de beoordeling van het recht op WIA. Maar dan moeten de verzekerings- of bedrijfsarts wel aannemelijk maken waaróm ze daarover informatie willen. Met andere woorden: een concrete, duidelijke vraag, met onderbouwing, is geoorloofd.
De nogal eens gestelde vraag Wat is de prognose?, is daarom veel te open, legt KNMG-beleidsmedewerker Marjolein Bastiaanssen uit. De KNMG-code zegt dat alleen objectieve gegevens mogen worden uitgewisseld. Een prognose die is gebaseerd op interpretatie van de behandelend arts of van statistische gegevens, geldt per definitie als subjectief. Zoals de vertaling naar een individuele patiënt van het overlevingspercentage bij een bepaalde vorm van kanker na een x aantal jaren. Maar een orthopedisch chirurg kan wel melden dat een patiënt gedurende de eerste drie weken na een knieoperatie niet kan knielen. Dat is een medisch advies in het kader van de behandeling, gebaseerd op een objectief feit. Ook zegt die arts dan alleen iets over de belastbaarheid van de gewrichtsfunctie, niet over de belastbaarheid van de patiënt ten aanzien van het werk. Dat laatste moet de verzekeringsarts of de bedrijfsarts beoordelen. << HM
- Er zijn nog geen reacties