Het ziekenhuis op de hoek verdwijnt (2)

In ‘

Het ziekenhuis op de hoek verdwijnt’

(MC 47/2001: 1724) becommentarieert H. van Gerven uitvoerig de situatie van het ziekenhuis in Oss. Helaas komt niet duidelijk uit de verf dat Oss niet vergelijkbaar is met de andere plaatsen waarover wordt gesproken. Hier is geen klein ziekenhuis dat wordt uitgekleed en opgeslokt door een groter. Integendeel: twee kleine ziekenhuizen, in Oss en in Veghel, proberen annexatie door andere ziekenhuizen in de regio (‘s-Hertogenbosch, Nijmegen, Eindhoven) te voorkomen door samen één ziekenhuis centraal in de regio te vormen. Zo blijft de basiszorg juist goed bereikbaar.

De meeste huisartsen in de regio ondersteunen dit streven. Een onafhankelijk onderzoek van prof. dr. Casparie bevestigt de juistheid van deze visie. Dat Van Gerven het met de conclusies daarvan niet eens is, doet aan de kwaliteit van dat onderzoek niets af.

Van Gerven verwijt ons gynaecologen dat we ons niet realiseren dat ‘diensten doen nu eenmaal bij ons vak hoort’. Hij ziet de dienstbelasting (die in onze ogen overigens alleen verandert, níet vermindert!) vooral als persoonlijk voordeel in de arbeidsvoorwaarden. Hij vergeet daarbij dat de diensten de laatste jaren door verschillende oorzaken inhoudelijk wel zijn veranderd, evenals de maatschappelijke acceptatie ervan. We zeggen toch ook niet meer tegen een vrachtwagenchauffeur dat het nu eenmaal bij zijn vak hoort om 16 uur achter het stuur te zitten? Of vindt Van Gerven het verantwoord dat de gynaecoloog die in een weekend twee of drie nachten achter elkaar diverse malen zijn bed uit moest, op maandagochtend ‘fris’ een moeilijke uterusextirpatie gaat staan doen?

Het gaat hier dus duidelijk om een kwaliteitsargument. Maar Van Gerven geeft niet om kwaliteitsargumenten, enkel om goedkope retoriek. Hij is namelijk niet alleen huisarts (was er in die beroepsgroep niet ook iets te doen over de diensten?), maar ook gemeenteraadslid in Oss voor de SP. En zijn er volgend jaar geen verkiezingen?

Heesch, december 2001