Laatste nieuws
Frans Meulenberg
3 minuten leestijd
Ziektebeelden

Hartkwaal als intermezzo

Plaats een reactie

Een wat oudere man hurkt neer en veegt met een prop krantenpapier de troep uit de kattenbak.


‘Op dat moment gebeurde het: iets of iemand trok razendsnel een riem aan rondom mijn borstkas, steeds strakker. Ik snakte naar adem, probeerde me te bewegen, maar dat lukte niet. Een vreemde pijn die van heel diep kwam, vlamde op boven of in mijn maagstreek. Een vulkaan was tot uitbarsting gekomen; in een fractie van seconden werd ik bedolven onder gloeiende as. Wat zou resteren was mijn tot vulkanisch gesteente gestolde lichaamsvorm. Er hingen allang meerdere zwaarden van Damocles boven mijn hoofd. Vraag was welke als eerste zou vallen - dit dus.


Ik had veel over de dood nagedacht: als oplossing, als troostende gedachte, als finishing touch. Nu was hij onverhoeds naast mijn ineengedoken lichaam, vlak bij de uitgespreide kranten met kattenuitwerpselen.


Enige tijd bleef ik onbeweeglijk, totdat de wurgende greep rondom mijn borstkas wegebde. Ik durfde me daarna echter niet te bewegen uit vrees dat de riem weer zou worden aangesnoerd.’

Hartaanval. Deze scène komt uit de verhalenbundel De Heer slaapt met watjes in zijn oren, geschreven door Frans Pointl (1933) die met de bundel De kip die over de soep vloog (1989) faam verwierf. Zijn stijl bleef sinds dat debuut ongewijzigd: lichte ironie, wars van opsmuk en vol zelfspot. In deze bundel zijn dat de middelen voor het beschrijven van het wel en wee van het ouder worden, met alle bijkomende kwalen. De hoofdpersoon is een soort schlemiel, iemand die het leven niet leeft, maar wie het leven overkomt.


In het titelverhaal consulteert de ik-figuur telefonisch de cardioloog die hem eerder zag vanwege pijn op de borst. Tegen diens advies in gaat hij echter niet meteen naar het ziekenhuis, omdat niemand voor zijn katten kan zorgen.


‘“Wat is nu belangrijker, uw leven of uw katten?” vroeg de cardioloog.


“Mijn katten gaan altijd voor.”


 De cardioloog stelde dat deze beslissing voor mijn verantwoording was en verbrak de verbinding.’

Macht en verantwoordelijkheid van een arts reiken telefonisch niet ver. Althans, hij doet er makkelijk afstand van. De ik-figuur gaat, niet zonder angst, vervolgens zelfs nog lopend naar de bakker. Twee dagen later heeft hij kattenoppas en gaat hij naar het ziekenhuis.


Daar ondergaat hij in no time een metamorfose. Het contrast is groot. Waar hij eerst een gewone man was met af en toe snijdende pijn op de borst, is hij nu plotsklaps patiënt, inclusief bijbehorende attributen als rolstoel, infuus, diagnostiek, gedwongen nachtrust en medepatiënten. Aan hen wijdt Pointl hilarische passages, met een hoofdrol voor de ‘s nachts kipkluivende Chinees meneer Chung. Ook de Modigliani-vrouw mag er wezen: ‘Zij had iets tijdelijks in haar borstkas, maar dat hebben wij tenslotte allemaal.’


Binnen de dagelijkse afdelingsroutine, irriteert hem vooral de dagelijkse prikronde van de trombosedienst. Door de ‘gemene, diepe prik’ heeft zijn vel na vier dagen ‘de kleur van een gepeld, hardgekookt ei.’


Dit alles leest als een spoedcursus ‘Hoe maak je iemand tot patiënt?’ Eenvoudig, door het aanleggen van apparaten en door het afleggen van elke verantwoordelijkheid door de man in kwestie. Gebrek aan uitleg en verfijnde arrogantie, en alles wat daarvoor in ruil wordt terugverlangd, is angst, onzekerheid en zwijgen.

Uiteindelijk ondergaat de patiënt een dotteringreep en hartkatheterisatie.


‘De slagader van mijn rechterpols werd geopend, er werd een stevig slangetje van twee of drie millimeter dikte ingeschoven dat op voor mij miraculeuze wijze uiteindelijk in de juiste kransslagader terecht zou komen. Via datzelfde slangetje spoot de Engelsman contrastvloeistof in. Op een tv-scherm zou ik zelf alles kunnen volgen. Op het scherm zag ik mijn hart en de kransslagaderen eromheen. Het geheel leek op een luchtfoto van wegen en zijwegen die elkaar kruisten. Er werd een ‘ballonnetje’ ingebracht dat op de plek van de vernauwing werd opgeblazen waardoor de vernauwing werd opgerekt. Toen werd er een ‘stent’ gezet op de plek waar de vernauwing had gezeten.


Mij was uitgelegd dat zo’n stent er ongeveer uitzag als het metalen veertje in een ballpoint, maar dan veel kleiner. Dat veertje hield het terugveren van de bloedvatwand tegen.’

De ingreep verloopt voorspoedig en hij mag naar huis. Maar van het stigma van patiënt-zijn, kan hij zich niet meer bevrijden, omdat hij zeven verschillende medicamenten dagelijks moet innemen: ‘Ik vergeleek mezelf met een kartonnen doos voor klein chemisch afval.’ Thuis wacht echter troost, in de gedaante van zijn grote liefdes, zijn katten. De hartkwaal is zoals ziekte vaker wordt beleefd: een kortstondig drama dat een onwelkome inbreuk is op datgene waar het in het leven langdurig om gaat. Zoals liefde. Onversneden kattenliefde in dit geval.

Frans Meulenberg,
onderzoeker aan de afdeling Medische Ethiek, Erasmus MC Rotterdam

‘Wat is belangrijker, uw leven of uw katten?’

Ziektebeelden ouderen
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.