Federatienieuws
2 minuten leestijd
Federatienieuws

Lijkschouwer inschakelen bij natuurlijke dood minderjarige

Plaats een reactie
iStock
iStock

Recentelijk is in ons ziekenhuis een tweejarig meisje overleden. Ze werd al enige tijd bij ons behandeld in verband met leukemie. Het overlijden was, hoe treurig ook, niet meer af te wenden. Omdat ik gezien haar ziekteverloop volledig overtuigd was van een natuurlijke doodsoorzaak, heb ik een verklaring van overlijden afgegeven. Maar nu wordt op het formulier dat ik moet invullen gevraagd met welke gemeentelijke lijkschouwer ik overleg heb gehad. Overleggen met de gemeentelijke lijkschouwer moet toch alleen bij een niet-natuurlijk overlijden?

Antwoord

Bij het overlijden van een minderjarige moet de behandelend arts altijd direct na de schouw contact opnemen met de gemeentelijke lijkschouwer. Die verplichting is op 1 januari 2010 ingevoerd. Pas na dat contact, en als de behandelend arts gelet op het ziekteverloop overtuigd is van een natuurlijke dood, mag de arts een verklaring van (natuurlijk) overlijden afgeven.

Achtergrond

Nadat iemand is overleden moet altijd zo spoedig mogelijk een lijkschouw worden verricht. In principe gebeurt dat door de behandelend arts of zijn waarnemer. Het doel van de lijkschouw is de aard van het overlijden vast te stellen. Als de behandelend arts overtuigd is van een natuurlijk overlijden geeft hij een verklaring van overlijden af. Is hij niet overtuigd, dan schakelt hij de gemeentelijke lijkschouwer in (ook wel forensisch arts genoemd). Deze procedure is per 1 januari 2010 aangepast in de Wet op de lijkbezorging als het om het overlijden van een minderjarige gaat. In dat geval moet de behandelend arts altijd contact opnemen met de gemeentelijke lijkschouwer, ook als het om een natuurlijk overlijden gaat. Op de verklaring van overlijden moet de arts invullen met welke gemeentelijke lijkschouwer hij contact heeft opgenomen. De formulieren zijn daartoe aangepast.

De plicht om contact op te nemen met de gemeentelijke lijkschouwer geldt bij het overlijden van alle personen tot 18 jaar. Deze plicht geldt niet als het gaat om kinderen die na een zwangerschapsduur van minder dan 24 weken binnen 24 uur na de geboorte zijn overleden.

Aard van overlijden

Tijdens het contact met de gemeentelijke lijkschouwer geeft de behandelend arts aan wat naar zijn mening de aard van het overlijden is en hoe hij tot die overtuiging is gekomen. Het overleg leidt tot één van de volgende conclusies:

• er is sprake van natuurlijk overlijden met een bekende oorzaak;

• er zijn aanwijzingen voor niet-natuurlijk overlijden;

• er is sprake van natuurlijk overlijden met een onbekende oorzaak.

Indien de behandelend arts na het overleg de overtuiging heeft dat het, gelet op de voorliggende ziektegeschiedenis, een natuurlijk overlijden betreft, dan geeft hij de verklaring van overlijden af. Het blijft altijd de eigen beslissing van de behandelend arts om een verklaring van overlijden af te geven.

Zijn er aanwijzingen voor een niet-natuurlijke dood, dan neemt de gemeentelijke lijkschouwer de procedure over.

NODO-procedure

Is er sprake van een natuurlijk overlijden, maar is de oorzaak van het overlijden niet bekend, dan kan de gemeentelijke lijkschouwer een neutraal, niet-justitieel onderzoek naar de doodsoorzaak overwegen. Dit is de NODO-procedure (nader onderzoek doodsoorzaak bij minderjarigen). In dat geval wordt de verklaring van overlijden afgegeven door de NODO-forensisch arts.

Meer informatie over de NODO-procedure vindt u op www.knmg.nl/nodo.

Federatienieuws KNMG
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.