Federatienieuws
Rutger-Jan van der Gaag
2 minuten leestijd
Federatienieuws

Doodeng - Voorzitter KNMG

Plaats een reactie

De dood is ‘hot’. Sla een willekeurige krant open en de kans is groot dat u stuit op een artikel over de dood(strijd), euthanasie of palliatieve sedatie, over de eigen naderende dood of over het overlijden van een geliefde. Ook de tv doet mee, met films als Amour, Moeders springen niet van flats en de IKON-serie Dood voor Beginners. Geen zin in tv? In een Death Café kan iedereen terecht voor een ongedwongen gesprek over de dood. Er is een week van de euthanasie en een beweging ‘Van betekenis tot het einde’. En een genuanceerd en prachtig boek als Being Mortal van de Harvard-geleerde Atul Gawande.1 Ook het Medisch Contact- event De dokter en de dood is deze week
afgeladen vol.

Deze aandacht voor de dood maakt praten over het levenseinde wellicht gewoner, maar helaas nog niet gemakkelijker. Het onderwerp wordt vaak doodgezwegen als het erop aankomt. Dokters hebben het vaak liever over behandelopties. Ook patiënten richten zich nog al eens op vechten voor het leven en niet op het accepteren van het – uiteindelijk – onvermijdelijke einde en hoe je die laatste levensfase wilt inrichten. En dat mag natuurlijk, die keuze kan bij iemand passen. Maar daar moet wel een open gesprek aan voorafgaan over wat de patiënt werkelijk wil. Zo’n gesprek kan de patiënt initiëren, zeker, maar deze zal u vaak dankbaar zijn als u zelf over dit moeilijke onderwerp begint. Dat is voor u wellicht vragen naar een onbekende weg, maar het is belangrijk om helder te krijgen wat de patiënt echt belangrijk vindt in de laatste levensfase. Is passende zorg voor deze patiënt ‘langer leven door alle mogelijk behandelingen te ondergaan’? Of zijn er andere prioriteiten dan de wens om per se langer te leven en hoeft niet alles wat kan? Waar is de patiënt bang voor? Welke begeleiding verwacht de patiënt van de dokter? Alleen als u dit weet, kunt u goede informatie geven waarover de patiënt kan nadenken en overleggen met zijn naasten. Waarna u werkelijk samen kunt beslissen over de eventuele behandelingen, of deze nu curatief, palliatief of anders van aard zijn. Dan wordt zorg ‘passende zorg’. De KNMG-handreiking ‘Tijdig spreken over het levenseinde’ biedt concrete bespreekpunten waarmee artsen en patiënten zich kunnen voorbereiden op dat gesprek.2

Passende zorg in de laatste levensfase betekent ook samen anticiperen: advance care planning. En afspraken maken met collega’s en andere hulpverleners om te zorgen voor een goede regie en overdracht. Aandacht hebben voor uw zieke patiënt en blijven vragen naar zijn of haar voorkeuren en wensen. Die kunnen immers veranderen. Met deze aanpak kunnen we samen de vaak exclusieve focus
op lengte van leven verschuiven naar een focus op samen beslissen over kwaliteit van leven en sterven. En naar acceptatie, afsluiting en afscheid als de tijd daar is. Want de dood doodzwijgen is niet langer een optie.

De voetnoten vindt u bij deze column op knmg.nl

Rutger Jan van der Gaag, voorzitter artsenfederatie KNMG

<b>Federatienieuws 7 - 2015</b>
Federatienieuws KNMG
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.