Waarom generalisten verder komen

Waarom generalisten verder komen, David Epstein (vertaling: Menno Grootveld) Prometheus, 384 blz., 24,99 euro.

Bestel direct

Met voorbeelden uit onder andere muziek, sport, wetenschap en geneeskunde wil David Epstein in zijn – wat al te volumineuze – Waarom generalisten verder komen aantonen dat het vaak vooral generalisten en niet specialisten zijn die een kennisgebied verder ontwikkelen. Ze zijn creatiever, flexibeler en beter in staat om verbindingen te leggen die hun gespecialiseerde collega’s over het hoofd zien. Zeker, kennis en ervaring op een beperkt terrein leiden tot betere schakers, pokerspelers en brandweerlieden, maar niet per se tot betere voorspellers van financiële of politieke ontwikkelingen, of van de manier waarop werknemers presteren of de prognose van patiënten. In de eerste domeinen staat, zegt Epstein, ‘instinctieve patroonherkenning’ op de voorgrond, want patronen herhalen zich daar steeds maar weer. De leeromgeving noemt hij ‘vriendelijk’, omdat een leerling zich verbetert door eenvoudigweg een professionele activiteit telkens weer te oefenen en zo te verbeteren. In ‘boosaardige’ omgevingen daarentegen zijn de regels van het spel onduidelijk of onvolledig, zijn er lang niet altijd repetitieve patronen, en is feedback vaak vertraagd, onnauwkeurig of beide. Epstein ziet vooral hier de voordelen van de generale blik van mensen die zich niet obsessief richten op één enkel onderwerp, want ‘brede belangstelling ondersteunt vaak inzichten die niet kunnen worden toegeschreven aan louter domeinspecifieke expertise’.