Vijf aanvragen bij coronasteunfonds StOF

Het artsensteunfonds StOF van de KNMG heeft in het afgelopen jaar vijf aanvragen voor een uitkering gehonoreerd aan artsen of hun nabestaanden die aan covid-19 zijn overleden of op de ic zijn beland.

Stichting Ondersteuningsfonds is een fonds dat al heel lang, sinds 1871, bestaat. Aanvankelijk was het bedoeld om wezen en weduwen van overleden artsen te ondersteunen. In het begin van de coronapandemie is het gerevitaliseerd om artsen die in de ‘frontlinie’ staan te helpen.

In het voorjaar was ZWiC (Zorg na Werk in Coronazorg)-steunfonds opgericht voor zorgverleners die door covid-19 zijn getroffen. Maar alleen arts-assistenten komen in aanmerking voor zo’n ZWiC-uitkering; geneeskundig specialisten zijn uitgesloten.
Het StOF besloot daarom aan te haken bij het ZWiC-initiatief met uitkeringen voor door covid-19 getroffen huisartsen, medisch specialisten en artsen met een andere afgeronde vervolgopleiding. StOF keert éénmalig 3000 euro uit aan artsen die op de ic hebben gelegen, en 5000 euro aan nabestaanden van artsen die zijn overleden. Dat is bijna een tiende van wat ZwiC uitkeert.

‘We hielden bij het begin van de pandemie, met de beelden uit Italiaanse ziekenhuizen in het achterhoofd, rekening met tientallen aanvragen’, zegt StOF-voorzitter Huib Cense, een jaar nadat covid-19 werd aangetroffen in Nederland. Dat was mede de aanleiding om het bedrag bescheiden te houden. ‘Nu constateren we, gelukkig, dat er minder artsen ernstig ziek zijn geworden en dat slechts een handvol artsen of hun nabestaanden een aanvraag heeft gedaan.’ Het gaat om één arts die is overleden en vier die met covid-19 op de ic worden behandeld.

Cense benadrukt dat het fonds niet is bedoeld als een arbeidsongeschiktheidsverzekering. ‘Het is een steun in de rug. Het gaat om solidair zijn met elkaar, als artsen onderling.’