Patiënt heeft geen recht op inzage in incidentenregister ziekenhuis

Een patiënt heeft geen recht op inzage in het interne incidentenregister van een zorginstelling, ook niet als er sprake is van een calamiteit. Dat oordeelt de Hoge Raad.

Nadat een patiënt in een ggz-instelling zelfmoord pleegde, vroegen de ouders de ggz-instelling om meer informatie. Die gaf gedeeltelijke inzage in het medisch dossier en calamiteitenrapport. De ouders wilden ook inzage in het zogenoemde Prisma-rapport dat zorginstellingen na een incident opstellen.

Interne incidentenregister

Prisma-rapporten maken deel uit van het ‘interne incidentenregister’ dat zorginstellingen moeten hebben om van fouten te leren. Hier betrof het een Prisma-rapport over de doucheruimte die in het calamiteitenrapport wordt genoemd. In de doucheruimte vond de suïcide plaats. Daarnaast wilden de ouders ook inzage in het Prisma-rapport van een eerder voorval bij een andere patiënt dan hun zoon.

De ggz-instelling weigerde inzage in de rapporten omdat het register niet toegankelijk is voor derden.

Eerder gaf de rechtbank de ggz-instelling al gelijk en ook in hoger beroep bleef die uitspraak overeind. Daarop stapten de ouders naar de Hoge Raad.

Leren van fouten

Die oordeelt dat een patiënt – of nabestaande(n) – geen recht heeft op inzage in het interne incidentenregister van een zorgorganisatie, ook niet als er sprake is van een calamiteit.

Het interne incidentenregister is afgeschermd voor derden zodat zorgverleners van hun fouten kunnen leren. ‘Uit de wetsgeschiedenis blijkt dat de wetgever de informatie in dit register daarom wil afschermen: dan kunnen zorgverleners incidenten veilig melden zonder dat zij bang hoeven te zijn dat er maatregelen tegen hen worden getroffen’, aldus de Hoge Raad. De patiënt heeft weliswaar recht op informatie over incidenten, maar die strekt zich dus niet uit tot het interne incidentenregister.

Met deze uitspraak gaat het Hof in tegen het advies van de advocaat-generaal. Die adviseerde de Hoge Raad de eerdere uitspraak in hoger beroep wél te vernietigen.

Doucheruimtes

Volgens het calamiteitenrapport van de ggz-instelling was ‘er geen reden om het vermoeden van moord of medische fout als realistisch in te schatten’. Wel heeft de instelling naar aanleiding van het Prisma-rapport versneld een pilot in gang gezet om de doucheruimtes op de gesloten afdeling veiliger te maken.

Behalve de zorginstelling zelf, hebben het Openbaar Ministerie en de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd inzage in het interne incidentenregister van een zorginstelling zodat die zo nodig maatregelen kunnen nemen tegen een zorgverlener.