Amsterdam verliest hoger beroep pand Slotervaart

De gemeente Amsterdam heeft in een hoger beroep over het verwerven van het vastgoed van het failliete MC Slotervaart wederom aan het kortste eind getrokken.

De gemeente eiste in de rechtszaak dat de curatoren van het failliete ziekenhuis ook met de gemeente zouden onderhandelen over de aankoop van het pand. De curatoren willen dat niet, omdat zij met vastgoedbedrijf Zadelhoff bezig zijn. Volgens de curatoren krijgen de schuldeisers met die deal 100 procent van hun vorderingen terug. Bij het bod dat de gemeente Amsterdam heeft gedaan, blijft een restschuld van nog minstens 10 miljoen bestaan, zo stellen de curatoren opnieuw in het nieuwste curatorenverslag dat woensdag is gepubliceerd. De rechter stelde in de eerdere rechtszaak dat het in het belang van de schuldeisers zou zijn als het faillissement zo snel mogelijk wordt afgehandeld en daar lijkt het het meest op bij een overname van het vastgoed door Zadelhoff.

Overigens hoeft de uitspraak niet het einde te betekenen van de aankoopplannen van de gemeente Amsterdam. De gemeente kan namelijk alsnog een nieuw bod uitbrengen of met de curatoren in gesprek gaan. De rechtbank gaat er daarbij van uit dat curatoren een eventueel nieuw bod serieus in overweging zullen nemen, zo staat in de uitspraak in het hoger beroep.

Ook eiste de gemeente een rechtmatigheidsonderzoek, een onderzoek naar onregelmatigheden die tot het faillissement hebben geleid. Hierover oordeelde de rechter-commissaris dat dit onderzoek niet op z’n plaats is, omdat alle schuldeisers hun geld krijgen. Inmiddels heeft Zadelhoff toegezegd dat er een onderzoek zal plaatsvinden dat lijkt op een rechtmatigheidsonderzoek. Dat onderzoek mag worden gedaan door de curatoren en de aandeelhouders zullen daar een belangrijke financiële bijdrage aan leveren. Op dit moment financiert Zadelhoff ook al de instandhouding van het pand, hetgeen 300.000 euro per maand zou kosten.

Ondertussen blijft de totale schuldenlast van MC Slotervaart groeien, zo blijkt uit het curatorenverslag. In januari 2019 was er nog sprake van ongeveer 440 schuldeisers die voor bijna 27 miljoen aan vorderingen hadden ingediend. In maart werd een bedrag van 40 tot 50 miljoen genoemd en op dit moment gaat het om 55 tot 58 miljoen euro.