Schippers: ‘Embryoselectie op sekse ruimer toestaan’
1 reactieMinister Schippers wil embryoselectie op basis van geslacht toestaan bij enkele niet-geslachtsgebonden overervende aandoeningen. Dat schrijft ze in een brief aan de Tweede Kamer. In de huidige Embryowet is geslachtskeuze bij embryo’s uitsluitend toegestaan wanneer hiermee bij het kind een ernstig geslachtsgebonden aandoening kan worden voorkomen. Schippers wil de wet nu zodanig wijzigen dat geslachtskeuze, bij aandoeningen die niet geslachtsgebonden overerven, maar wel bij jongens en meisjes een ongelijke kans op ziekte geven, wordt toegestaan.
Aanleiding hiervoor is het artikel ‘Geslachtskeuze om medische redenen’ uit het Tijdschrift voor Gezondheidsrecht. Dit artikel beschrijft een casus over pre-implantatiegenetische diagnostiek (PGD) bij hereditaire opticusneuropathie van Leber (LHON), een onbehandelbare oogaandoening veroorzaakt door mutaties in het DNA van de mitochondriën. De mutaties worden door de moeder doorgegeven. PGD is in zo’n geval geen optie, omdat alle embryo’s de mutaties hebben. Geslachtskeuze kan wel een verschil maken; jongens hebben namelijk 50 procent kans om ziek te worden, terwijl dat voor meisjes 10 procent is.
Hoogleraar medische ethiek Inez de Beaufort, die in opdracht van Schippers een essay schreef over het onderwerp, acht het toestaan van geslachtskeuze bij aandoeningen met een ongelijke geslachtsincidentie moreel aanvaardbaar (mits onder strikte voorwaarden). ‘Het motief voor de geslachtskeuze heeft niets te maken met een voorkeur voor een bepaald geslacht, maar met de wens van ouders om hun kind ernstig leed te besparen.’ Ook meent zij dat mogelijke alternatieven (geen kinderen, geen genetisch eigen kinderen, prenatale screening eventueel gevolgd door zwangerschapsafbreking, naar het buitenland gaan) niet of niet voor iedereen redelijk zijn. Daarnaast kan het volgens De Beaufort ouders (en professionals) niet verweten worden dat ze het risico op een ernstige aandoening willen reduceren. Hoewel ze ook met geslachtskeuze bewust een risico op een ernstige aandoening bij het kind nemen.
Tot slot schrijft De Beaufort dat er geen reden is te vrezen voor ‘een hellend vlak naar onaanvaardbare praktijken’. Er is namelijk slechts een beperkt aantal aandoeningen met ongelijke geslachtsincidentie dat in aanmerking zou komen voor geslachtskeuze. Op dit moment enkel LHON en erfelijke borstkanker. In het laatste geval alleen als er geen embryo’s zijn zonder de mutatie.
Eind mei 2016 deed Minister Schippers ook al een voorstel voor een versoepeling van Embryowet. Toen stelde zij voor het kweken van embryo’s voor specifieke onderzoeksdoeleinden toe te staan. Dit voorstel ligt nu voor advies bij de Raad van State.
Wim van der Pol
Ziekenhuisapotheker niet praktiseren, Delft
De aanname van het ontbreken van een hellendvlakrisico vind ik speculatief. De selectiemogelijkheden lijken mij zeer groot en de behoeftes haast onuitputtelijk.Daarom is een risico analyse in dit kader zeer wenselijk bij elke wetsverandering.