Psychiatrische zorg in detentie wordt uitgebreid

Het aantal plaatsen voor gedetineerden die tweedelijns psychiatrische zorg nodig hebben, wordt met 700 uitgebreid. De extra capaciteit moet over drie jaar zijn gerealiseerd, deels in het gevangeniswezen en deels in de forensische GGZ.

‘Het huidige aantal zorgplaatsen voor gedetineerden met psychiatrische problematiek is met 500 te klein om te voldoen aan de vraag’. Dat zegt Carsten Herstel, projectleider van het project ‘Forensische zorg aan gedetineerden’. Vanaf 2010 zijn daarom in totaal 700 extra plekken voor tweedelijns psychiatrische zorg beschikbaar. De helft hiervan wordt ingekocht bij de reguliere (forensische) GGZ, de overige 350 plaatsen worden gerealiseerd binnen penitentiaire inrichtingen. De Dienst Justitiële Inrichtingen bepaalt in welke instelling een gedetineerde behandeling ontvangt. Herstel: ‘Een GGZ-plek ligt voor de hand als de behoefte aan zorg de hoofdmoot is en niet de beveiliging.’

Om de effectiviteit van de behandeling te vergroten, worden de nieuwe zorgplaatsen geconcentreerd op vijf tot zes locaties in Nederland. Herstel: ‘Meerdere penitentiaire inrichtingen hebben een eigen zorgafdeling waar psychiatrische zorg wordt geboden aan gedetineerden. Deze afdelingen ontstonden in de loop der tijd uit een praktijkbehoefte. Door concentratie en regionalisering wordt het mogelijk gedetineerden kwalitatieve, dat wil zeggen GGZ-waardige, zorg te bieden’.

De ruim duizend gedetineerden die op basis van prevalentieonderzoek voor tweedelijns psychiatrische zorg in aanmerking komen, zijn volgens Herstel kwetsbaar. ‘Het gaat om een groep die vaak niet (h)erkend wordt in hun problematiek en die een relatief hoog strafrechtelijk recidivepercentage kent’. Naast het vergroten van het aantal behandelplaatsen richt het project ‘Forensische zorg aan gedetineerden’ zich daarom ook op de onderdiagnostiek van psychiatrische problematiek in detentie. Hiertoe staat de ontwikkeling van een adequate screening en indicatiestelling op stapel, die de risicogevallen onder de gedetineerden er bij binnenkomst uit moet pikken.

Het project maakt deel uit van het programma ‘Vernieuwing Forensische Zorg’ (VFZ) van het ministerie van Justitie, in samenwerking met het ministerie van VWS en branche­organisatie GGZ Nederland. De aanleiding voor dit project was kritiek vanuit de politiek op de slechte samenhang tussen algemene GGZ-voorzieningen en de justitiële psychiatrische zorg. Hierop werd besloten de financiering van de forensische GGZ over te hevelen van het ministerie van VWS naar het ministerie van Justitie. Zo ligt de verantwoordelijkheid voor besturing en financiering bij hetzelfde ministerie. Sinds 1 januari 2007 heeft Justitie de financiële verantwoording voor de inkoop van forensische zorg en de plaatsing van volwassenen die vanwege hun psychiatrische problematiek behandeling nodig hebben.

<< Anouck Visscher