Na 30 jaar huisarts nog even gedoogd (5)
Plaats een reactieIk wil reageren op de hartverscheurende brief van collega Hamers-van Alphen (MC 17/2007: 749), waarin zij teleurgesteld de starheid en het onverzettelijke van de HVRC beschrijft en de reactie daarop van de HVRC. De secretaris van de HVRC legt daarin uit dat regels nu eenmaal regels zijn. De HVRC handelt volgens hem slechts in lijn met de wens van de beroepsgroep zelf, bij monde van de LHV en het NHG. Daarmee is de kous af en gaat de registratiecommissie bewust de inhoudelijke discussie uit de weg.
En het gaat nu juist om die inhoudelijke discussie. Het NHG zou, als wetenschappelijke vereniging, een rol hebben gespeeld bij het vaststellen van de criteria voor herregistratie; criteria die moeten leiden tot een systematische kwaliteitsbewaking. Zou het NHG in dat kader kritisch hebben gekeken naar dat getal van tien diensten per jaar? Moeilijk voor te stellen, maar wat was dan wel zijn rol?
En de LHV? Onze vereniging van de medische professionaliteit. Natuurlijk hoort daar een systematische kwaliteitsbewaking bij, maar dan wel een bewaking die zelf ook voldoende kwaliteit heeft. Als blijkt dat dit doel niet wordt bereikt, lijkt het logisch dat de LHV namens de beroepsgroep corrigeert. Horen we wat van die kant?
En misschien komt er dan ook een antwoord op de vraag waarom er collegas zijn die slechts vijf ANW-diensten per jaar hoeven te doen. Ik heb het over de universitaire stafleden, beleidsmedewerkers, bestuurders en managers binnen huisartsenland met een minimale aanstelling van 50 procent. Zonder twijfel drukke en belangrijke mensen en de kurk waarop wij simpele huisartsen drijven. Maar dat heeft naar mijn gevoel niets te maken met de kwaliteitsbewaking waarnaar wij als beroepsgroep streven. Integendeel, het voelt regentesk aan. Dat geeft ons een machteloos gevoel.
Scheveningen, juli 2007
H.R. Boogaart, huisarts
Naschrift LHV
Omdat eind dit jaar de eisen voor herregistratie worden herzien, heeft het CHVG de beroepsgroep gevraagd voorstellen voor aanpassing te doen. De voorstellen die de LHV en het NHG ontwikkelen, worden in september aan de ledenraad van de LHV voorgelegd. De eisen ten aanzien van het verrichten van diensten zullen in die voorstellen zeker terugkomen. De definitieve voorstellen worden daarna aangeboden aan het CHVG, dat vervolgens een onafhankelijk advies uitbrengt aan de minister.
P. van den Hombergh, beleidsadviseur LHV
- Er zijn nog geen reacties
