Lourdeswater
Plaats een reactieZe is 77 jaar als ze op ons spreekuur komt. Zo klein en breekbaar, maar behoudens een lichte COPD, is ze gezond. De laatste dagen heeft ze wat pijn in haar buik en mictieklachten. We behandelen een urineweginfectie.
Twee weken later komt ze terug omdat de buikpijn niet verdwijnt. In haar bovenbuik is nu sprake van een palpabele weerstand. Op verdenking van een pancreaskopcarcinoom laten we een echo maken. De radioloog maakt een CT die de diagnose bevestigt: een 4 centimeter grote tumor in de pancreaskop. Ze wordt verwezen naar een internist, die de patiënte en haar foto’s beoordeelt en vaststelt dat er sprake is van een inoperabel pancreaskopcarcinoom. Ze wordt naar huis gestuurd voor verdere palliatieve verzorging.
De patiënte is alleenstaand, maar dankzij grote inspanningen van de familie lukt het om de patiënte thuis te verzorgen. Ze is nooit alleen. Wel nemen haar pijnklachten toe, maar die zijn met oplopende doseringen morfine goed te onderdrukken.
Na negen maanden stijgt onze verbazing over het relatief lange beloop van haar ziekte. We onderzoeken haar opnieuw en er lijkt geen tumormassa palpabel. We overleggen met de oncoloog. Maar hij vindt dat we onze nieuwsgierigheid moeten onderdrukken en voelt niets voor een nieuwe echo. Maar negentien maanden na de diagnose, kunnen we ons niet meer bedwingen. Op de echo is niets meer te zien en ook een CT laat geen afwijkingen zien. We besluiten de morfine af te bouwen. En nu na ongeveer drie jaar later, gaat het nog steeds goed met haar.
De internist en de radioloog blijven, ook met de kennis over de afloop, bij de oorspronkelijke diagnose. PA is nooit verkregen en een scopie wilden ze deze patiënte niet aandoen. Zou het een pancreatitis zijn geweest in plaats van een tumor? Of is het, wat ze zelf zegt, het Lourdeswater dat ze maandenlang heeft gedronken? Of was het onze intensieve aandacht? We zullen het nooit weten.
- Er zijn nog geen reacties