Het genitale uiterlijk (2)

Het artikel van Karim over het genitale uiterlijk (MC 33-34/2007: 1372) gaat over een belangrijk onderwerp. De auteur stelt ten onrechte dat de discussie over de toelaatbaarheid van esthetische genitale chirurgie is achterhaald. Een discussie is nooit achterhaald en kan altijd weer worden opgestart.

Verder ben ik het oneens met Karims conclusie dat een arts de plicht heeft om een vrouw die een esthetische operatie wil waarvoor geen medische indicatie is, duidelijk te maken dat zij een geïdealiseerd beeld nastreeft. Geen enkele arts kan worden verplicht om een medische ingreep zonder medische indicatie uit te voeren. Sterker nog, het principe van ‘ten eerste niet schaden’, wijst erop dat moet worden voorkomen dat dergelijke ingrepen worden uitgevoerd.

Het gaat hier niet (alleen) om wat vrouwen willen, niet (alleen) om wat de samenleving wil en wel of niet goedkeurt, maar (vooral) om welke morele normen de arts hanteert. Hij kan besluiten niet te opereren en verwijzen naar een collega (die wellicht dezelfde afweging maakt) in combinatie met een flinke dosis voorlichting, al dan niet in overleg met de huisarts en ander flankerend beleid. Dat is misschien wel een hele acceptabele oplossing.

Daarmee is de discussie over de toelaatbaarheid van genitale chirurgie (zonder medische indicatie en in specifieke individuele gevallen) opeens weer helemaal opgelaaid. Jammer dat Karim geen ethicus in zijn rijtje van auteurs heeft opgenomen.

Amsterdam, augustus 2007

Andrea Ruissen, arts-filosoof