FD: ‘Zorginstellingen omzeilen regels via bv’

Veel kleinere zorgaanbieders omzeilen het beloningsplafond en het verbod op winstuitkering in de zorg. Via een eenvoudige constructie verdienen de eigenaren miljoenen.

Zorginstellingen hebben een toelating nodig om de zorg in aanmerking te laten komen voor vergoeding uit de Zorgverzekeringswet of de Wet langdurige zorg. De Wet toelating zorginstellingen (Wtzi) regelt deze toelating. Daar zijn ook regels aan verbonden; het verbod op winstuitkering en de Wet normering topinkomens zijn van toepassing. Volgens het Financieele Dagblad brengen veel zorginstellingen de Wtzi-vergunning onder in een stichting, terwijl ze de daadwerkelijke zorg verlenen binnen een bv. Dan zijn de beperkingen niet van toepassing.

Toenmalig AMC-bestuurder Marcel Levi wees in september 2016 in een column in Medisch Contact op deze constructie, die werd ontdekt door zijn collega Frida van de Maagdenberg. Levi noemde de organisaties die de Wtzi-vergunning hebben lege hulzen en sprak over een wirwar van dochter- en moeder-bv’tjes. Naar aanleiding van deze column verzocht de Tweede Kamer in november 2016 om een onderzoek. Toenmalig VWS-ministerEdith Schippers vond onderzoek echter niet nodig, omdat kon worden volstaan met het reguliere toezicht. Het zou de taak van de inspectie zijn om erop toe te zien of zelfstandige behandelcentra winst uitkeren en daarmee het verbod op winstoogmerk overtreden.

Toezichthouders staan volgens het Financieele Dagblad machteloos, omdat deze werkwijze volgens de letter van de wet niet verboden is. Ook wordt er niet actief toezicht gehouden, maar alleen gereageerd op signalen en meldingen. Op basis van eigen onderzoek, waarbij gebruikgemaakt is van onder meer jaarrekeningen van zorginstellingen, stelt het FD dat het volstrekt onduidelijk is wat de bestuurders/eigenaren van dergelijke bv’s verdienen. De werkwijze komt niet alleen voor in privéklinieken, maar ook in de ggz, de gehandicaptenzorg en de thuiszorg.