De huisarts heeft de beste papieren om te vaccineren
Zet vertrouwensband met huisarts in om de weerstand tegen inenten te breken
17 reactiesAllerlei wetenschappelijk onderzoek over nut en noodzaak ten spijt is vaccineren in een kwaad daglicht komen te staan. Huisartsen Pieter van de Hombergh en Ted van Essen vinden dat de huisarts weer een centrale rol in het vaccinatieprogramma moet krijgen.
Het vaccinatieprogramma van de overheid verkeert in zwaar weer. Steeds meer mensen zien ervan af om zich te laten inenten. De vrije keuze om vaccinaties te weigeren staat op gespannen voet met het algemeen belang. De twijfel aan nut en noodzaak van inentingen is mede veroorzaakt doordat de ziektes waartegen wordt gevaccineerd zo goed als onzichtbaar zijn. Enig tegenwicht tegen deze twijfel wordt gevormd door de huidige Europese mazelenuitbraak en door de oversterfte van 9500 mensen tijdens de griepepidemie van 2018.
Hoog tijd om de huisarts weer een centrale rol in het vaccinatiebeleid te geven. Want behalve bij de griep- en de reizigersvaccinatie is de rol van de huisarts bij het inenten beperkt. De huisarts is van het consultatiebureau verdwenen en voor de overige c.q. geïndiceerde vaccinaties waren er ook andere aanbieders. Vaccinaties op consultatiebureaus waren lange tijd een succesverhaal, maar nepnieuws en twijfels door de antivaxxers hebben dit beeld uitgehold. Zelfs het RIVM, dat het vaccinatiebeleid onderbouwt met wetenschappelijk onderzoek, wordt – blijkens enquêtes – door een meerderheid kritisch bekeken en soms zelfs ronduit gewantrouwd.
Niet alleen wordt getornd aan het inentingsprogramma voor kinderen door de GGD/jeugdzorg. Ook het vertrouwen in het nut van griepvaccinatie en reizigersvaccinaties is tanende.
Goed verdedigbaar
Wat te doen? Boos worden over onkunde of over complottheorieën helpt niet. Dwang – verplichte vaccinaties voor toelating tot school en crèche – is ook geen prettig middel, al kan het nodig zijn.
Gelukkig wordt toenemend ingezien dat het horen van de argumenten en bezwaren van ongeruste ouders en daarover in gesprek gaan, recht doet aan hun zorgen. Die aanpak en voorlichting op maat zijn goed verdedigbaar.
De huisarts zou bij de vaccinatie van oudere kinderen (ouder dan 5 jaar) en volwassenen in de huisartsenpraktijk een grotere rol kunnen spelen. De dekkingsgraad van de griepvaccinatie is het beste bewijs dat patiënten hun huisarts meer vertrouwen dan andere vaccinatieaanbieders. De discussies over de Mexicaanse griep en de twijfel over de precieze oorzaak van de oversterfte in de winter hebben weliswaar de dekkingsgraad van de griepprik ook bij de huisarts doen afnemen, maar hun dekkingsgraad is steevast hoger dan bij de GGD of bedrijfsgeneeskundige diensten. Dit betekent niet dat de huisarts de enige aanbieder zou moeten zijn, maar het pleit wel voor een uitgebreidere rol van de huisarts in het aanbod van vaccinaties.
De persoonlijke relatie van de huisarts en de praktijk met de patiënt is bij vaccinatie een krachtig middel. Ook al is die persoonlijke band wel afgenomen door delegatie (ook naar de hap) en roulatie, de band met de praktijk is nog steeds stevig. Bij de invoering van de HPV-vaccinatie heeft men over het hoofd gezien dat die band bij overheid en GGD zwakker is. Het zou beter zijn geweest als de HPV-prik in de veilige setting van de huisartsenpraktijk was aangeboden. Het prikken van een beperkte hoeveelheid tieners per praktijk levert ook – mits goed gespreid – nauwelijks een extra belasting op. De massacampagnes in sporthallen met angstige pubers en moeders bleken op z’n zachtst onhandig en leidden tot massale scepsis en beschadiging van de goedbedoelende GGD.
Vaccinaties zijn niet goed geborgd bij verzekeraars
Vertrouwensband
Wie de meest optimale aanbieder van vaccinaties is, lijkt niet op basis van rationele argumenten te worden gekozen. De pneumokokkenprik voor 60-plussers wordt in 2020 gelukkig wel ingevoerd via de huisartspraktijk, maar introductie van ‘nieuwe’ vaccins (tegen herpes zoster, rotavirus, wellicht ooit ook het respiratoir syncytieel virus) zou ook gebaat zijn bij een aanbod vanuit de huisartsenpraktijk – met de vertrouwensband tussen huisarts/praktijk en patiënt als uitgangspunt.
Dat de overheid niet heeft gekozen voor wat de patiënt het beste past, blijkt bij de reizigersvaccinaties. Op zich is de specialistische kennis en kunde over vaccinaties groter bij GGD’en, maar de laagdrempelige, goedkopere én de ‘simpele’ reizigersadvisering bij de huisarts heeft grote voordelen voor de dekkingsgraad. Nu gaat nog niet de helft van de reizigers adequaat gevaccineerd op reis.
De voordelen om de huisarts hierbij in te schakelen zijn legio. De huisarts ziet de patiënt ook weer als deze ziek is geworden en teleconsultatie op reis wordt een logischer stap. De versnippering over allerlei private aanbieders van reizigersvaccinatie, GGD’en en bedrijfsgeneeskundige diensten is weinig ideaal. Een lonkend perspectief is één patiëntendossier met daarin alle vaccinaties, toegankelijk voor de patiënt overal ter wereld.
Meer informatie
De kennis van de huisarts over vaccinaties zou wel opgekrikt kunnen worden. Er is behoefte aan een richtlijn van het Nederlands Huisartsen Genootschap over inentingen in het algemeen en over volwassenenvaccinaties in het bijzonder. In het verlengde daarvan zou op Thuisarts.nl meer informatie over vaccinaties moeten staan, als aanvulling op de minder toegankelijke webpagina’s van het RIVM daarover. Op Thuisarts.nl moet ook duidelijk staan waar deze vaccinaties zijn te halen.
Ook medisch specialisten zouden meer over de preventie van infectieziekten moeten leren, want de indicaties daarvoor worden steeds belangrijker. Dat geldt bijvoorbeeld voor de behandeling met immuunsuppressie bij reumatische aandoeningen en bij chronische darm- en huidaandoeningen. De pneumokokkenprik is ook voor risicopatiënten onder de 60 jaar (COPD, hartfalen, diabetes) geïndiceerd.
Het zou ook helpen als de kosten voor die preventie niet op de patiënt worden afgewenteld via het eigen risico. Zo is er nu nota bene ook nog een bijbetaling voor de pneumokokkenprik voor risicogroepen, omdat het GVS een prijs blijkt te hanteren uit de tijd dat er geen voorgevulde injectiespuiten bestonden.
Weer een taak
De huisartsenpraktijk is echter overbelast en dat vormt zeker een belemmering. Dit wordt natuurlijk opgevoerd in de onderhandelingen over de vergoeding. Het beeld ontstaat ook bij huisartsen dat er weer een taak op hun bord terechtkomt. Maar niet elke verbetering in de zorg is met dat argument tegen te houden. In principe is het goed bijgehouden huisartseninformatiesysteem geschikt voor het selecteren van geïndiceerde patiënten en kunnen deze vrij eenvoudig persoonlijk benaderd worden, als de noodzaak er is. Het kan – en een meerderheid van de huisartsen wil dat – zeker als de randvoorwaarden goed zijn. Het argument dat populatiegerichte vaccinatie in de laatste toekomstvisie niet als een kerntaak wordt gezien, is niet van toepassing. Geïndiceerde vaccinaties zijn patiëntenzorg, die makkelijk is in te passen in de praktijkvoering. De extra inkomsten maken meer ondersteuning of praktijkverkleining mogelijk.
Het is zeker een optie om één huisarts per praktijk alsook de huisartsen die de reizigersvaccinaties doen, te vragen hun aanbod uit te breiden met volwassenenvaccinaties op verzoek. Bij een reële vergoeding kan het aanbod ook gelden voor patiënten uit omliggende praktijken. Huisartsen moeten daar transparant over zijn. Dat geeft vertrouwen en de patiënt weet waar hij aan toe is.
Regie
Wij pleiten voor een duidelijk standpunt van de overheid en de beroepsorganisaties en facilitering van de huisartspraktijken die dat willen, zoals dat destijds bij de invoering van de griepprik heeft gewerkt. Vaccinaties zijn preventieve zorg en zijn niet goed geborgd bij verzekeraars. Ten aanzien van preventie door vaccinatie moet de overheid niet alleen marktmeester zijn, maar de regie voeren.
dr. Pieter van den Hombergh, huisarts
dr. Ted van Essen, huisarts
contact
cc: redactie@medischcontact.nl
Lees ook
Pieter van den Hombergh
FP, Hilversum
Beste Everhard Hofstra,
Wij zijn blij met uw genuanceerde en positieve reactie, waarbij u ook reageert als voorzitter van de NVIB.
Er is een gezamenlijk probleem rond de positionering van vaccinaties, de verschillende taakopvatting van de professio...nals en de rol van de verschillende partijen. Een geringere rol van de huisarts heeft ook als probleem de afname van kennis over de vaccinaties. De huidige verdeling is organisch gegroeid en niet helemaal logisch. Waarom speelt de huisarts wel een grote rol bij de griepvaccinaties, maar is verdere verbreding niet aan de orde i.v.m. de werkbelasting. De toegankelijkheid voor vaccinaties en de vanzelfsprekendheid ervan voor de patiënt kan beter en dat is ieders belang.
Dus volgens ons een prima voorstel van de NVIB om hierover met betrokken partijen in conclaaf te gaan.
Károly Illy en Astrid Nielen
kinderarts voorzitter NVK, respectievelijk jeugdarts Voorzitter AJN, Utrecht
Wij sluiten ons geheel aan bij de opmerkingen die Marjolein van der Laan jeugdarts plaatst op het pleidooi gelezen van collega’s Van Essen en Van den Hombergh. In de gezamenlijke statement ‘juiste zorg op de juiste plek’ stelden de organisaties vast ...dat de jgz de aangewezen partij is om zowel te vaccineren als het hele proces er omheen te begeleiden; en dat patiënten te allen tijde bij hun huisarts of behandelend kinderarts terecht kunnen met vragen over vaccinaties, maar dat de huisarts kinderen en jongeren door zal verwijzen naar de jgz voor het voeren van het goede gesprek met ouders en jongeren en het bijhouden van de vaccinatiestatus.
Laten we dezelfde informatie geven en naar elkaar verwijzen als ouders en jongeren hierom vragen.
Everhard Hofstra
arts M&G infectieziektebestrijding. Voorzitter Nederlandse Vereniging Infectieziektebestrijding NVIB, Leeuwarden
De auteurs van dit artikel pleiten voor een grotere rol voor de huisarts bij vaccineren. De huisarts kan zeker een rol spelen bij vaccinaties, maar die is beperkter dan de auteurs suggereren.
In het artikel worden alle vaccinaties op één hoop gegooi...d. Dit is vanuit het perspectief van de patiënt begrijpelijk. Vanuit zorgverlenersperspectief is hierin echter een duidelijke tweedeling te maken: RVP-vaccinaties, die naast een individueel belang, vooral een publiek belang dienen (groepsbescherming). En daarnaast vaccinaties die vooral een individueel belang dienen. Hieronder vallen reizigersvaccinaties en vaccinaties die ook wel aangeduid worden als ‘vaccinaties op maat’ (bijvoorbeeld varicella-vaccinatie).
De jeugdgezondheidszorg is zeer goed uitgerust om de RVP-vaccinaties toe te dienen, inclusief goede voorlichting en maatwerk. Een RVP-vaccinatie is niet ‘zomaar een prik’, maar vergt specifieke en actuele inhoudelijke kennis. Uiteraard kan de huisarts hierbij een belangrijke motiverende rol spelen bij zijn of haar patiënten, die twijfelen. Bij ‘vaccinaties op maat’ kan de huisarts ook prima die individuele zorgtaak op zich nemen.
Laten we vooral de handen ineenslaan als het gaat over goede voorlichting over vaccinaties en motivering tot deelname aan het Rijksvaccinatieprogramma. De uitvoering van het RVP is echt goed belegd bij de jeugdgezondheidszorg. Over de uitvoering van de individuele vaccinaties op maat gaan de artsen infectieziektebestrijding van de GGD’en graag met de huisartsen in gesprek.
B.J.Kole
Huisarts, Utrecht
Geachte Dr. van Essen
1. De reacties zijn niet "wisselend" , ze zijn allen zeer duidelijk afwijzend over dit volledig onwerkzame hobbyisten plan.
2. Er is helemaal geen "betere kennis bij de huisarts" nodig, die is volop aanwezig bij onze colleg...ae jeugdartsen;
3. Als toegang tot vaccinatiezorg voor volwassen beter moet, dan moeten de GGD's waar volop expertise en ervaring aanwezig is, beter gefinancierd worden, ipv geld te stoppen in vaccinatie in de huisartsenpraktijk die al overloopt met kerntaken #woudschoten. U zegt: "Het moet duidelijk zijn bij welke instantie de patiënt terecht kan" ; antwoord: de GGD dus.
Het is wel opmerkelijk dat u en uw collega overduidelijk niet geflecteerd hebben na het lezen van al deze reacties, maar het standpunt van vaccinaties in de huisartsenpraktijk blijven verdedigen.....
MvG
BJ Kole
Ted van Essen
huisarts, Amersfoort
Mede namens Pieter van den Hombergh, hartelijk dank voor uw reacties. Het onderwerp roept kennelijk wisselende gevoelens op. Ons verhaal ging over een betere kennis bij de huisarts (bij alle artsen) en een betere positionering van de vaccinaties in h...et belang van de patiënt. De timing hiervan is wel moeizaam omdat de huisarts veel heeft te verstouwen. Dat realiseren we ons en dat vraagt om oplossingen. Het moet duidelijk zijn bij welke instantie de patiënt terecht kan.
In veel Europese landen worden alle vaccinaties in de huisartspraktijk gegeven. De kindervaccinaties zijn in Nederland in goede handen bij de jeugdartsen. Het inhalen van vaccinaties bij spijtoptanten is nog onvoldoende geborgd. Het zou de vaccinatiegraad kunnen verhogen als meer aanbieders daarin kunnen voorzien. Met name de toegankelijkheid van de vaccinatiezorg voor volwassenen kan beter. In onze optiek zou om genoemde argumenten de huisartspraktijk daarvoor geschikt zijn, maar belangrijker is dat het goed geregeld wordt. De overheid zou daarin meer regie moeten nemen.
W.J.Duits
Bedrijfsarts, Houten
De teneur van het stuk is dat vertrouwen nodig is om mensen te bewegen zichzelf te laten vaccineren en/of hun kinderen. En de aanname dat de huisarts de meest vertrouwde arts is en daarom de meest aangewezen professie is om te vaccineren.
Maar als d...at zo is, waarom kan de huisarts niet gewoon zeggen tegen zijn of haar patiënten dat vaccineren belangrijk is en dat ze wel hun vaccinaties moeten nemen. Neem de reisvaccinaties, dat is een veld waarvan je veel kennis moet hebben, dat laat ik liever over aan collega's die daar de laatste stand van zake van weten. Is nu de actie van de vaccinatie laten doen door de huisarts die de patiënt over de streep zal trekken, of is het een kwestie van motiveren? In principe kan iedere arts motiveren. En het geven van de prik en het bijhouden van de registratie daarvan, dat is in feite nu goed geregeld, zullen we dat maar zo laten?
Marije
Jeugdarts, Maastricht
"..niet alleen wordt getornd aan het inentingsprogamma voor kinderen door de GGD/jeugdzorg"
Eerst maar eens het verschil tussen jeugdzorg en jeugdgezondheidszorg gaan begrijpen.
Henrike Ter Horst
Jeugdarts KNMG , Arnhem
Ik kan het niet beter verwoorden dan collega Van der Lugt!
Als aanvulling nog de technische kant van het verhaal. Alle vaccinaties worden door jeugdartsen en jeugdverpleegkundigen via het LSP (in het kinddossier) in Praeventis ingevoerd. Als huisart...sen het RVP deels willen gaan uitvoeren moet dit dus ook geregeld én bekostigd worden. Evenals de distributie van vaccins.
Het is goed dat ouders en jongeren ook bij hun huisarts terecht kunnen voor vragen over vaccinaties, maar laat de uitvoering maar waar ie is, bestendigd en geborgd binnen de JGZ.
R. van der Lugt
Jeugdarts KNMG, Amersfoort
“De huisarts heeft de beste papieren heeft om te vaccineren. De huisarts zou bij de vaccinatie van oudere kinderen (ouder dan 5 jaar)…een grotere rol kunnen spelen.” Voor mijn wijk Nieuwland in Amersfoort waar ik werk betekent dit dat de twee huisart...senpraktijken jaarlijks voor 275 tieners 438 vaccinaties zouden moeten verzorgen, niet bepaald “een beperkte hoeveelheid tieners per praktijk”.
“De huisarts is van het consultatiebureau verdwenen”. In plaats van de huisarts is bij de Jeugdgezondheidszorg (JGZ), waar het consultatiebureau tegenwoordig deel van uit maakt, de in kinderen gespecialiseerde jeugdarts gekomen. En jeugdartsen werken niet binnen de Jeugdzorg zoals in het artikel wordt aangegeven, maar binnen de Jeugdgezondheidszorg.
Natuurlijk haal je als volwassene met een ziekte (waardoor je al bij je huisarts komt) de griepvaccinatie eerder bij je eigen huisarts en niet bij een (voor volwassenen) onbekende GGD. Het is echter onjuist om hieruit te concluderen dat de bereidheid van ouders om vaccinaties voor hun gezonde kinderen bij de huisarts te halen hierdoor ook hoger is dan bij de JGZ.
“Vaccinaties op het consultatiebureau waren lange tijd een succesverhaal.” En dat zijn ze dat nog steeds. Bijna alle ouders maken gebruik van de JGZ en met alle ouders die twijfelen ga ik in gesprek over vaccineren. De jeugdarts is uitgebreid geschoold in de inhoud én in gespreksvoering specifiek gericht op dit onderwerp. Tijdens elk spreekuur spreek ik met ouders over vaccineren. Voor het vier weeks consult heb ik 25 minuten de tijd, waarin vaccineren ook uitgebreid op de agenda staat. Binnen mijn organisatie hebben kinderen binnen 0-4 jaar minimaal 11 keer een afspraak, waardoor de persoonlijke relatie met ouders een krachtig middel is.
De jeugdarts is gespecialiseerder en goedkoper dan de huisarts op het gebied van jeugdvaccinaties. De JGZ is daarom bij uitstek de organisatie die vaccinaties uit het Rijksvaccinatie aanbiedt, voor alle kinderen van 0 tot 18 jaar.
S. Yildirim
Jeugdarts, Lelystad
De administratie en het invoeren van alle individuele en afwijkende vaccinatieprogramma’s wordt sinds dit jaar door de GGD gedaan. Met de nieuwkomers, is het een elke keer een uitdaging om de arabische vaccinatielijsten die zij bij zich hebben te “ve...rtalen” en de eventuele ontbrekende vaccinaties aan te vullen. Ik denk dat menig huisarts collegae niet zitten te wachten op deze ingewikkelde klus.
J. Kant
Huisarts , Den Haag
Een rondje Google laat zien dat de auteurs van dit stuk respectievelijk 18 en 4 jaar niet meer praktiseren als huisarts. Dit lijkt mij ook de enige goede verklaring hoe het mogelijk is dat deze tekst is opgesteld. De uitspraak ‘ het prikken van een ...beperkte hoeveelheid tieners per praktijk levert ook.... nauwelijks een extra belasting op ‘ wordt bijna direct opgevolgd door de opmerking dat de kennis van de huisarts wel opgekrikt moet worden. Maar nee, beste huisarts, u moet dit niet zien als een extra belasting. Ook het selecteren in het HIS en het persoonlijk benaderen kan vrij eenvoudig. Dat daar iemand van de praktijk uren mee bezig is, is een detail. Zie het vooral niet als extra belasting. De uitsmijter van dit stuk is wel dat we dan wel als huisartsen hebben besloten om geen extra taken op ons te nemen, maar dat is hier niet op van toepassing. Ik mis de beargumentatie die deze aanname logisch maakt, maar wellicht moet ik om dat te begrijpen eerst een paar jaar stoppen met werken?
B.J.Kole
Huisarts, Utrecht
Bijzonder vermoeiend , onnodig en drammerig stuk van twee beroepsbestuurders {niet praktiserende huisartsen]
Woudschoten is iig volledig aan deze pensionado's voorbij gegaan.
Ieder week komt er weer een setje pleitbezorgers in MC vertellen dat het ...nu echt hoog tijd wordt dat huisartsen ook hun hobby overnemen.
Huisartsgeneeskundig Nederland zit hier natuurlijk duimendraaiend op te wachten met een legertje werkloos ondersteunend personeel trappelend van ongeduld op de parkeerplaats voor de praktijk...
Hou nou gewoon een keer op met huisartsen vertellen wat ze allemaal extra zouden moeten doen (de beste stuurlui....) De volledige disconnect met de realiteit van de dagelijkse praktijk is overigens ook zeer verontrustend, bij deze beleidsmakers.
Het MC fungeert helaas als roeptoeter voor deze eigen hobbypropaganda.
E.B. van Veen
, huisarts
Helemaal eens met Bart Bruijn en Marjolein van der Laan.
Dianne Hinkema
Huisarts, Groningen
De reactie van Bruggers is mij uit het hart gegrepen. We moeten ons als huisartsen sterk maken om onze kernwaarden uit te voeren, en niet allemaal klussen naar ons toehalen welke al goed door anderen worden gedaan. De ggd heeft een sterke plaats in d...e preventieve gezondheidszorg. Laten we dat zo houden.
Bart Bruijn
Huisarts, Streefkerk
Mijn hemel, weer een paar collega's met een hobby die ze over ons willen uitstorten. En nog wel op niet zeer sterke gronden, zie coll. Bruggers.
Collega's met hobbies: NEEN!
Laten we nu eerst maar eens fatsoenlijk in staat gesteld worden het ...basale huisartsenwerk goed te doen (betaling betaling betaling), alvorens we gaan zorgen dat het aanvullende dat we al doen gefaciliteerd wordt (meer betaling en minder rompslomp), helemaal alvorens we er allerlei hobbies bij gaan doen.
LAAT MAAR!!
Marjolein van der Laan
vice-voorzitter AJN jeugdartsen Nederland, Doetinchem
Met grote verbazing heb ik het pleidooi gelezen van collega’s Van Essen en Van den Hombergh om RVP-vaccinaties na de leeftijd van 5 jaar door de huisarts te laten geven.
Dit pleidooi regelrecht in gaat tegen de mening van de eigen beroepsvereniging ...(LHV) en wetenschappelijke vereniging (NHG). In maart van dit jaar gaven beide verenigingen samen met de NVK, AJN, GGDGHOR en Actiz een statement uit: ‘juiste zorg op de juiste plek’. https://ajnjeugdartsen.nl/wp-content/uploads/2019/03/Gezamenlijke-reactie-Vaccinatiebeleid.pdf
Het RVP is een ‘vak apart’. Het is geen griepvaccinatie die je één keer per jaar komt halen. Zeker nu het vaccinatieschema uitgebreid wordt en leeftijden waarop vaccinaties gegeven worden veranderen, vraagt het RVP maatwerk. Specifieke kennis nationale en internationale schema’s en inhaalschema’s is nodig.
Laat het RVP bij de beroepsgroep die hier de meeste kennis en expertise in heeft, namelijk bij de jeugdartsen. En laten we als jeugdartsen en huisartsen samen optrekken in de vaccinatiediscussie in plaats van elkaars concurrenten worden. Laten we dezelfde informatie geven en naar elkaar verwijzen als ouders en jongeren hierom vragen. Dat schept duidelijkheid en heeft een gunstiger effect op de vaccinatiegraad dan een domeindiscussie.
Ad Bruggers
Huisarts, Groningen
Zelfvertrouwen is een fijne eigenschap en zo is het prettig te denken dat wij als huisartsen allerlei dingen beter en goedkoper kunnen dan anderen dat doen. Toch kan ik een paar argumenten uit het artikel niet goed volgen.
"De dekkingsgraad van de ...griepvaccinatie (60-65%) is het beste bewijs dat patiënten hun huisarts meer vertrouwen dan andere vaccinatieaanbieders (RVP 90%)." Dat zijn wellicht appels en peren en is de huisartsen misschien niet aan te rekenen, maar toch geen sterk argument.
Verder wordt hoog opgegeven van de persoonlijke band die wij hebben met onze patiënten. De "reële vergoeding" die wij zullen ontvangen kan worden ingezet voor het inhuren van extra ondersteuning. Het laat zich raden wat dat doet met onze persoonlijke band.
Maar het belangrijkste: om het vak leuk en behapbaar te houden moeten we keuzes maken, wij kunnen niet alles oplossen. Wij staan voor persoonsgerichte zorg, dáár hebben wij voor gekozen. Wij zijn géén consultatiebureau of GGD.