Boerka uit in spreekkamer
1 reactie‘Voor een goede behandeling van een patiënt is communicatie essentieel. Daarom mag een arts in de spreekkamer vragen om de boerka uit te doen’, aldus Paul Rijksen, algemeen directeur van de KNMG. Hij reageert daarmee op een incident in een Utrechtse huisartsenpost.
Een huisarts weigerde eind december om een vrouw in de spreekkamer toe te laten, omdat zij een nikab droeg, een soort boerka die alleen het gezicht bedekt. De 23-jarige vrouw kwam met haar echtgenoot en drie maanden oude zoontje vanwege diens diarree en niet drinken.
Rijksen: ‘Bij zo’n jong kind is de ongerustheid soms letterlijk van het gezicht van de ouders af te lezen. Gezichtbedekking, of het nu een boerka, integraalhelm, bivakmuts of spiegelende zonnebril is, kan de communicatie belemmeren en dus schadelijk zijn voor de patiënt.’ Volgens Rijksen had de arts de moeder wel moeten toelaten tot de spreekkamer: ‘In die beslotenheid had hij haar kunnen uitleggen dat het ook in het belang van het kind zou zijn om de boerka uit te doen.’
Ben Crul
Lees ook:
Paul Blijham
, Maastricht
Met zijn reactie op het boerka-incident in Utrecht, slaat KNMG-directeur Paul Rijksen de plank behoorlijk mis. De eed van Hippocrates laat er geen twijfel over bestaan: ‘Ik stel het belang van de patiënt voorop en eerbiedig zijn opvattingen.’
Aldus ...was de afweging voor de betreffende huisarts er eentje tussen het belang van het zieke kind en de eerbied voor een boerka. Helaas maakte hij de verkeerde keuze. De KNMG heeft vervolgens de kans gemist om de morele plicht van artsen nog eens duidelijk kenbaar te maken. In plaats daarvan komt Rijksen met een slappe, schijnbaar ondoordachte reactie.
Het lijkt mij sterk dat het stellen van een diagnose bij een ziek kind al te zeer belemmerd wordt door de gezichtsbedekking van de moeder. Met een beetje creativiteit zou de dokter zijn werk prima moeten kunnen doen. Veel dokters zijn ook zo creatief, omdat modelouders in de praktijk veruit in de minderheid zijn. Dat overigens ook deze ouders ongerust waren, blijkt wel uit hun komst naar de post.
Natuurlijk mag je van een patiënt redelijk gedrag verlangen. Maar het ontgaat mij waarom iemands opvattingen daar ondergeschikt aan worden gesteld, zeker zolang deze binnen de grenzen van het betamelijke vallen. Wellicht vindt Rijksen een boerka onbetamelijk. Ik vind ze hooguit onhandig, sommigen vinden ze aanstootgevend. Maar dat geldt wel voor meer dingen. De gedragscode die Rijksen voorstelt, is dan ook volledig misplaatst. Bovendien is het niet aan hem, om die te stellen.
Met of zonder boerka, dronken of nuchter, iedere patiënt behoort de optimale behandeling te krijgen. Hoe lastig dat ook kan zijn door de beperkingen die door de patiënt worden opgelegd. Dát zou de boodschap moeten zijn, die de KNMG uitdraagt.
Paul Blijham, klinisch neurofysioloog