Laatste nieuws
Ben Crul
8 minuten leestijd

'Bijna alle medische scènes zijn waar gebeurd'

Plaats een reactie

NRC-columniste Anne Hermans schrijft debuutroman



De geneeskunde schrijdt voort, maar de verhoudingen in de medische wereld veranderen niet. Elin Dekkers, hoofdpersoon in 'De co-assistent', komt nog steeds botte, zelfingenomen en onaantastbare opleiders tegen. 'Zij beoordelen je, dus op hen moet je indruk maken.'



Drie namen voor dezelfde persoon. Anne, Elin en Suzanne. Anne Hermans is vanwege haar tweewekelijkse column 'dokter Hermans' in NRC Handelsblad verreweg de bekendste van het trio. Maar Anne blijkt in werkelijkheid Suzanne Viveen te heten. En Elin Dekkers, de hoofdpersoon uit Anne Hermans’ debuutroman 'De co-assistent', lijkt verdacht veel op Suzanne. Medisch Contact sprak met haar op Curaçao, waar zij de stage gynaecologie en verloskunde als onderdeel van haar tropenopleiding afrondde.



Veel columnisten bundelen hun schrijfsels simpelweg tot een handzaam boekje. Zo niet Anne Hermans. Zij maakte een selectie van haar columns en gebruikte die in het lopende verhaal van Elin Dekkers, de coassistent die, in Amsterdam volgens het oude curriculum studerend, voor het eerst de kliniek binnenstapt. Al staat achterin het boek onder 'verantwoording' dat de namen van de ziekenhuizen gefingeerd zijn, met enige fantasie zijn ze beslist te herkennen. Veel lijkt er voor co's niet veranderd sinds Alexander van Es alias Ignace Schretlen in 1978 zijn eerste bijdrage van 'Anatomie van het gevoel, dagboek van een co-assistent' in Medisch Contact publiceerde.



'Darm eruit of niet?' De zaal lacht, inclusief de internisten. Ik lach ook, verbaasd over dit theaterspel. Het lijkt wel alsof ik de ontgroening van mijn studentenvereniging herbeleef. (...) Dan valt het vandaag nog mee! Er wordt ook gelachen om kanker of zelfmoord. (…) Ja, chirurgenhumor.



Coassistent Elin Dekkers komt nog steeds botte, zelfingenomen en schier onaantastbare opleiders tegen. Ook zij wordt geconfronteerd met ingewortelde gewoonten die niemand durft of wil veranderen. Bovendien lijkt de coassistent meer bezig met het eigen cijfer en de carrière dan met de zorg voor patiënten.


'In het begin hoorde ik je nog over je patiënten, nu gaat het alleen nog over beoordelingen. Als jij moest kiezen tussen een doodzieke patiënt en een negen als eindcijfer, koos je het laatste', krijgt Elin te horen.



Anne Hermans nuanceert, zoals ze vaker nadrukkelijk zal doen: 'Mijn roman is geen blauwdruk van de werkelijkheid. Tijdens mijn coschap werkte ik bijvoorbeeld met vijf chirurgen, met heel uiteenlopende karakters. Mijn uitgever wees me erop dat de leesbaarheid van een boek er niet op vooruitgaat met veel karakters. Dus voegde ik ze samen tot twee chirurgen: de lompe en de gevoelige chirurg. Zo kreeg elke specialist een stempel.'



Voetstuk


Gelukkig hebben de artsen die ik in werkelijkheid tegenkwam meerdere kanten. Dat was ook de belangrijkste reden voor het schrijven van mijn columns in de NRC. Ik wil patiënten laten zien dat dokters ook maar gewone mensen zijn. Een reëler beeld geven. Naar mijn idee zien veel mensen de medische wereld nog steeds als iets "magisch" of "hoogstaands". Juist daardoor valt de dagelijkse praktijk zo tegen: artsen blijken keer op keer niet aan die verwachting van Übermensch te voldoen. Want ook zíj maken fouten, of zijn chagrijnig, chaotisch of ongeïnteresseerd. Zoals dat in elke beroepsgroep voorkomt.’ 



Vierenzeventig tegenover - wat zou het zijn? Veertig? Het blijft me verbazen hoe het statusverschil 'dokter-patiënt' moeiteloos alle andere verhoudingen overschaduwt. Waarom durft geen patiënt te zeggen: 'Het spijt me, broekie. Maar ik ben vierenzeventig…'


Hermans: 'Ja, ik denk dat het arts-patiëntcontact inderdaad verbetert als dokters minder op een voetstuk staan of, door hun patiënten, daarop worden gezet.'



Zelfspot


Anne Hermans werd 'geboren' in april 2004, toen zijzelf inmiddels was afgestudeerd: 'Ik had het plan om, net als Elin Dekkers in mijn boek, een handboek kindergeneeskunde te schrijven. Maar dan voor coassistenten. Toen ik acht maanden van professor naar professor was gehobbeld met mijn opzet, besefte ik dat ik daar niet gelukkig van werd. Dat ik veel liever de tropen­opleiding ging doen. Ironisch genoeg kreeg ik, net toen ik mijn besluit had genomen, een e-mail: 'Goed, laten we dat boekje schrijven.' Nee, gepubliceerd had ik tot dan toe nog nooit; wel veel geschreven, maar ik liet het niemand lezen. In een overmoedige bui heb ik drie columns geschreven en opgestuurd naar zo ongeveer elke krant of weekblad. Drie weken later belde de NRC: 'Wanneer beginnen we?' Het idee voor het boek ontstond al na de vijfde column.'



Anne benadrukt dat bijna alle medische scènes waar gebeurd zijn. 'Er is alleen verknipt, vervormd en samengevoegd. De eigennamen zijn verzonnen. Ik kreeg wel het dringende advies om onder pseudoniem te schrijven, anders zou dat het einde van mijn medische carrière betekenen. Dat gaf wel eens hilarische taferelen. De chirurg in het ziekenhuis waarop ik de column over de chirurgisch-interne bespreking had gebaseerd, prikte onder mijn ogen het krantenknipsel op het mededelingenbord in de overdrachtsruimte met de woorden: 'Zie je wel, in andere ziekenhuizen gaat het net zoals bij ons.'



Onder de tientallen ingezonden brieven naar de NRC naar aanleiding van haar column waren er in al die tijd maar drie negatieve uit de medische sector. In de tijd van Alexander van Es regende het ingezonden negatieve brieven in Medisch Contact. De columns zouden de artsen in diskrediet brengen en patiënten onnodig bang maken.


Een lachende Anne Hermans: 'Toen steigerde blijkbaar de halve medische wereld. Maar de meeste artsen van nu waren toen coassistent. En die praten nu juist vol bewondering over zijn lef van destijds. Artsen blijken best te reflecteren en zelfspot te hebben. Maar dat ontdek je pas als je met ze in discussie durft te gaan.



Ik zit naast hem op een krukje. De inhoud van de gesprekken gaat totaal langs me heen. Meestal is de patiënt alweer de deur uit voordat tot me doordringt welke ziekte hij of zij überhaupt had.



Anne: 'Als coassistent had ik het lef niet voor dat weerwoord. Maar nu, als arts-assistent, kan ik altijd alles met mijn bazen bespreken.'

Indruk maken


Vandaag loop ik voor het eerst mee met dokter Verstraeten, het opperhoofd van de afdeling MDL (…) maar ik heb hem de afgelopen vier dagen nog niet op de afdeling gezien. (…) Op hem moet je indruk maken, want hij is degene die je tussenbeoordeling doet.

Hermans: 'Dat je coschappen je toekomst bepalen, is inderdaad de heersende gedachte. Het cijfer voor het coschap is echt heel belangrijk. Iedereen is je straks vergeten en het enige tastbare bewijs voor later is dat cijfer.



Ik heb een negen gescoord omdat ik grammen in mollen kan omrekenen. Zo werkt het dus, denk ik: de beoordeling waar wij co-assistenten onze volledige zelfwaarde op baseren. Twee jaar lang draait alles om die vraag: zal ik een goede dokter worden?


En dit is je enige antwoord. Dit soort willekeurige cijfers. Elke twee maanden opnieuw.



Anne gaat verzitten vanwege de laagstaande, maar nog steeds hete zon op Curaçao: 'Het ironische is dat de beoordelaar vaak nog geen twee minuten bij dat cijfer stilstaat. De huisarts was een van de weinigen die er de tijd voor uittrok. Wat ging er goed? Waar moest ik aan werken? Dat soort gesprekken zijn veel waardevoller dan een cijfer. Met het nieuwe curriculum probeert men het probleem op te lossen met logboeken en formulieren. Maar of de beoordeling van de coassistenten, waaraan ik hier op Curaçao als arts-assistent meewerk, daardoor veel beter is? Een lijst met wel dertig items en iedereen vult maar wat in. Je krijgt het formulier onder je neus met de woorden: 'Wil je hier even een kruisje zetten? Het is niet belangrijk hoor.'


Naar mijn idee zit het probleem niet in het formulier maar in de cultuur. Als coassistent ben je zelf verantwoordelijk voor je eigen opleiding. Je zit toch niet meer op de basisschool? Het is aan jóu om feedback te vragen op je handelen, in plaats van stomweg op cijfers te jagen.'



Competitie


'Ik ben nu een half jaar zaalarts, publiceer artikelen, borrel in de juiste kroegen. In april solliciteer ik weer voor de opleiding, maar ik heb geen enkele zekerheid dat ik erin kom. Jij kunt misschien wel rechtstreeks NIO worden.'


'Neukend in opleiding', licht Paul toe.'



Anne lachend: 'Zo sterk heb ik het zelf gelukkig niet meegemaakt. Maar de selectie voor de vervolgopleiding wakkert de competitiedrang tussen coassistenten wel extra aan. De enige manier om je te onderscheiden, lijkt daarbij: onderzoek doen in je avonduren en artikelen publiceren.'



De artsen die hun opleidingsplekje nog moeten bemachtigen, zitten kaarsrecht overeind, als roofdieren in de aanslag om die briljante opmerking te maken die hen regelrecht de opleiding in trekt.



Beslist: 'Als co- of arts-assistent beslis je toch zelf in hoeverre je je daarin laat meeslepen? Dat is juist ook de boodschap van het boek. Ik ben ervan overtuigd dat als je enthousiast bent, goed in je vak, en je eigen weg durft te kiezen of met originele voorstellen komt, dat absoluut wordt gezien en gewaardeerd. Dat je op die manier op de juiste plek terechtkomt. Alsof professoren alleen maar zitten te wachten op co's die zich laten strikken voor een onderzoek dat al jaren op de plank ligt en waar niemand zin in heeft.'



Aanklooien


Wie probeer ik eigenlijk in de maling te nemen met mijn 'daadkracht'? Die prik is totaal zinloos bij een stervende man.



Thema's als ziekenhuisfusies, medische fouten, communicatie, ziekenhuismanagement, ethiek en zinloos medisch handelen zijn in haar boek terechtgekomen omdat Anne al arts was toen ze begon met schrijven. Verontschuldigend: 'Als coassistent was ik veel te druk met de grote vraag of ik wel een goede dokter zou worden en of iedereen me wel aardig vond. Dat kostte ongeveer de helft van mijn energie. Rest nog 50 procent om over de patiënt en diens diagnose na te denken. Voor ethische dilemma's is er dan niet zo veel plek meer. Gelukkig krijgen ethische thema’s en reflectie in het nieuwe curriculum veel meer aandacht.'



Ik herinner mij plotseling die buikoperatie met Scholten. Hoe ik met een kater stond te assisteren, de klem van hem overnam en de buik zich vulde met bloed…



'Het is helaas waar gebeurd. Als er iets misgaat en je was er niet voor 100 procent bij, heb je jezelf wat te verwijten. Je kunt als arts niet zomaar wat aanklooien. Je moet altijd je volle aandacht erbij hebben, ook al heb je een rotdag of niet geslapen. Dat maakt het vak ook zwaar. Dat je een leven in je handen hebt, realiseer je je soms pas als het bijna fout gaat. Dromen is er gewoon niet bij.'



Bakken geld


Anne wordt enthousiast én fel als haar tropenopleiding ter sprake komt. 'Ik denk oprecht dat het de leukste opleiding is die er is. Een hele goede basis voor eigenlijk elke arts. De geneeskunde is veel breder dan het deel ervan dat we in het westen tegenkomen. Ik wil de westerse geneeskunde in een breder perspectief plaatsen, voordat ik die als 'enig en waar' aanneem. En al weet ik dat ik de wereld op die manier heus niet kan veranderen, voor mijn eigen ervaring wil ik minstens een aantal jaren in de tropen werken.'



Voor de laatste drie maanden college op het Tropeninstituut moet ze 5000 euro uit eigen zak betalen, terwijl ze in die maanden geen inkomen heeft. 'Een bizar staaltje Nederlandse politiek. Ik snap dat ze tropenartsen niet te veel willen sponsoren, omdat ze geen structurele oplossing vormen voor ontwikkelingslanden. Je kunt er beter eigen artsen opleiden. Maar het gaat om twintig artsen per jaar die ervoor kiezen om, na tweeënhalf jaar opleiding, in Afrika te gaan werken tegen onkostenvergoeding. Dat mag je wel íetsje meer stimuleren. En dan te bedenken dat niet-artsen van buitenlandse zaken of de Verenigde Naties daar bakken met geld verdienen.'


Voor Anne Hermans is te hopen dat haar boek een beetje gaat verkopen.



Ben V.M. Crul





Anne Hermans,


De co-assistent,


Uitgeverij Podium, 16,50 euro.



Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.