Federatienieuws
Steven van Eijck
2 minuten leestijd
Federatienieuws

Zorgen om patiënt met psychische klachten - Voorzitter LHV

Plaats een reactie

Huisartsen zien steeds meer patiënten met psychische klachten op hun spreekuur, maar ervaren steeds minder mogelijkheden om deze patiënten door te verwijzen. Dat blijkt uit een recente LHV-peiling onder meer dan achthonderd leden. Aanleiding voor de peiling was de verandering in de organisatie van de geestelijke gezondheidszorg (ggz) en de verontrustende signalen van leden die ons daarover bereikten.

Meer dan de helft van de ondervraagde huisartsen (56%) ziet het laatste half jaar meer mensen met psychische klachten naar het spreekuur komen. Maar liefst één derde van hen geeft aan dat de doorverwijsmogelijkheden naar de eerstelijns ggz (eerstelijnspsychologische zorg) intussen verslechteren. Voor de gespecialiseerde ggz vindt zelfs 54 procent dit. De bezuinigingen in de ggz lijken daarmee niet slechts op ‘het kantoor’ maar zeker ook in de directe hulpverlening plaats te vinden.

Ik maak me hier samen met de huisartsen grote zorgen om. Niemand in de keten – van huisarts tot psycholoog en psychiater – wil dat een moeder van twee kinderen met een ernstige depressie die niet door de huisarts behandeld kan worden, nog langer moet wachten op adequate hulp. Feit is dat er minder geld beschikbaar is voor meer gespecialiseerde ggz, maar daar mag de patiënt nooit de dupe van worden.

In 2011 werd besloten om de ggz dichter bij de patiënt aan te bieden. Lichte en veelvoorkomende aandoeningen als slaapproblemen, angsten of overspannenheid zouden vaker in de eerste lijn (huisarts en POH-ggz, eerstelijnspsycholoog en AMW) worden behandeld. De huisarts is als vertrouwenspersoon van de patiënt bij uitstek in staat om deze zorg te leveren. Dan moet er echter wel voldoende capaciteit zijn om mensen met complexere klachten door te verwijzen. Deze LHV-peiling laat helaas een ander beeld zien.

Wat de peiling ook toont, is dat huisartsen de praktijkondersteuner ggz omarmen. Een belangrijke ontwikkeling waar de LHV zich al geruime tijd hard voor maakt. Op dit moment heeft meer dan 60 procent van de respondenten een POH-ggz. Een kleine 10 procent geeft aan ermee te gaan starten. De POH-ggz ondersteunt de huisarts onder meer met probleemverheldering, begeleiding en leert patiënten om te gaan met hun beperkingen. Een groot goed gezien de vele verantwoordelijkheden die op de huisarts afkomen. Maar de POH-ggz kan niet gezien worden als een vangnet voor alle mensen die niet meer in de gespecialiseerde ggz terecht kunnen. Dat is ook een signaal dat wij van onze achterban horen.

De LHV gaat de komende tijd in gesprek met haar achterban, ggz-partijen en de overheid over hoe we deze ontwikkeling kunnen keren. Daarbij zullen wij duidelijk maken wat de huisarts nodig heeft om de beste ggz voor patiënten in de huisartsenpraktijk te kunnen bieden en dat het een meerjarig groeipad betreft. Het gaat dus om voldoende capaciteit voor meer opvang en doorverwijzen, en om structurele financiering, zodat alle huisartsen kunnen en durven investeren in een POH-ggz.

Steven van Eijck, voorzitter LHV

<b> Download het Federatienieuws uit Medisch Contact nr. 35 - 2013(PDF)</b>
Federatienieuws
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.