Federatienieuws
Karine van ’t Land
3 minuten leestijd
Federatienieuws

Wie heeft zeggenschap in de zorg?

Plaats een reactie
Karine van ’t Land, voorzitter KAMG
Karine van ’t Land, voorzitter KAMG

Probeer het u voor de geest te halen, en u ziet vast een kluwen opdoemen van – onder andere – bestuur, patiëntvertegenwoordiging, zorgverzekeraars, toezichthouders, inspectie, ministerie, beroepsverenigingen, adviesraden en medische staf. Vanaf 1 juli 2023 gaat de balans binnen die kluwen veranderen, omdat artikel 3 van de Wet klachten, kwaliteit en geschillen in de zorg (Wkkgz) wijzigt. Zorgverleners krijgen vanaf die datum formele zeggenschap binnen hun organisatie.

De wetgever ziet deze zeggenschap van professionals als een voorwaarde om tot goede zorg te komen. De vorm van de zeggenschap is niet gedefinieerd, open en contextafhankelijk.1 Soms lijkt het alsof deze nieuwe zeggenschap vooral geldt voor verpleegkundigen, verzorgenden en begeleiders, bijvoorbeeld op de website zeggenschapindezorg.nl. Maar de wet spreekt toch echt van zorgverleners in brede zin, en heeft dus ook betrekking op bijvoorbeeld artsen binnen zorginstellingen. 

Als koepel voor (profiel)artsen Maat­schappij + Gezondheid volgen we deze ontwikkelingen op de voet. Een groot deel van onze achterban is in loondienst bij instellingen onder Wkkgz. Wat gaat voor hen veranderen? Enerzijds krijgt hun zeggenschap binnen de instelling een nieuwe wettelijke basis. Uiteraard hadden zij vanuit hun professionaliteit al invloed op de gang van zaken. Wie een professionele richtlijn wijzigt, wijzigt ook het zorgproces. De (profiel)artsen M+G treden vaak op als medisch adviseur en beïnvloeden zo het beleid van hun instelling. Met de wijziging van de Wkkgz krijgt hun zeggenschap een nieuw anker. 

Anderzijds gaat het hier duidelijk om gedeelde zeggenschap, van alle zorgver­leners binnen een instelling. Deze gedeelde zeggenschap spiegelt de verdeling van verantwoordelijkheid over verschillende professionals in het zorgproces. Vroeger spraken we over eindverantwoordelijkheid, gedragen door een hoofdbehandelaar. Het Centraal Tuchtcollege en de KNMG zijn in 2021-2022 overgegaan op de term regie­behandelaar. Inhoudelijke professionele verantwoordelijkheid voor het zorgproces is sindsdien verdeeld over de verschillende zorgverleners, ieder naar eigen deskundigheid en competenties. Deze wijziging was nodig in de steeds complexer wordende zorgpraktijk van alledag.2 Daarbij past het om ook zeggenschap binnen een instelling als gedeelde verantwoordelijkheid te zien, die de verschillende professionals in gezamenlijkheid vormgeven.  

Het is interessant om na te gaan wat die gedeelde zeggenschap gaat betekenen in de praktijk. Voor profielartsen M+G zijn samenwerken en verbinden kerncompetenties, en specialisten M+G zijn getraind in het uitvoeren van krachtenveldanalyses. Deze competenties komen mogelijk goed van pas in een organisatie die een open norm voor zeggenschap moet invoeren. Als alle zorgverleners méér invloed krijgen binnen een zorginstelling, hoe geven we die invloed vorm? Zullen besturen van zorginstellingen bestookt worden door alle beroepsgroepen binnen hun instelling afzonderlijk, of komen we tot oplossingen zoals een PAR, een professionele adviesraad? Zijn er ook partijen die minder invloed krijgen? Wat is de rol van de patiënt of cliënt? Wordt het tijd om écht serieus werk te maken van interprofessioneel opleiden? En misschien wel de belangrijkste, onderliggende vraag: hoe zetten we zeggenschap in om gezamenlijk te komen tot goede zorg?  

Want in deze tijden van schaarste op de arbeidsmarkt, ook van (profiel)artsen M+G, is het waarborgen van goede zorg een cruciale uitdaging. In het tuchtrecht zien we hier spanning tussen individuele arts, die tuchtrechtelijk vervolgd kan worden, en de bredere context van instelling of zorgketen, waarvoor dat niet geldt. Als een individuele arts wordt aangeklaagd, blijkt deze soms tuchtrechtelijk verantwoordelijk te worden gehouden voor de falende context. En de context faalt vaker in tijden van schaarste. De nieuwe basis voor zeggenschap van zorgverleners, alle zorgverleners, kan een extra aanjager zijn om deze context te herscheppen. Samen staan we sterker dan als artsen alleen. Samen kunnen we aan de slag voor goede zorg, met realistische verwachtingen voor onszelf en voor onze collega-zorgverleners. Zeggenschap is daarbij geen doel op zich, maar een middel. Laten we de zeggenschap uit de Wkkgz inzetten waarvoor het bedoeld is: om in gezamenlijkheid goede zorg te leveren, enom die te blijven leveren.

voetnoten

1. wetten.nl - Regeling - Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg - BWBR0037173 (overheid.nl); Initiatiefvoorstel-Ellemeet en Tielen Invloed van zorgverleners (35.660) - Eerste Kamer der Staten-Generaal; Kamerbrief over bekrachtiging initiatiefwetsvoorstel wijziging Wkkgz | Kamerstuk | Rijksoverheid.nl

2. Verantwoordelijkheidsverdeling | KNMG

Federatienieuws
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.