Voorkomen is beter… - Voorzitter KAMG

Moet ik u nog vertellen dat in de sociaalgeneeskundigen die werkzaam zijn in de publieke zorg een warm preventiehart klopt? En dat dat voor alle sociaalgeneeskundige beroepsgroepen geldt, hoe verschillend zij ook zijn? 

Ik vertrouw erop dat u inmiddels wel voldoende bekend bent met de wijze waarop jeugdartsen een bijdrage leveren aan vermijdbare ongezondheid en sterfte. Maar realiseert u zich ook dat de medisch adviseur die aan de gemeente advies uitbrengt over een scootmobiel, zich vooral afvraagt of die scootmobiel sociaal isolement voorkomt of dat juist door het niet verstrekken immobiliteit wordt voorkomen? En dan de forensisch geneeskundige? Minder mogelijkheden voor preventie lijken niet te bestaan dan voor deze beroepsgroep. Echter ook een forensisch geneeskundige die onderzoek doet bij een niet-natuurlijk overlijden of mishandeling, vraagt zich af of er collectieve maatregelen zijn te nemen om een dergelijke situatie in de toekomst te voorkomen.

Preventie is een kerntaak voor alle artsen M&G. Wij zijn dan ook verheugd dat op 12 april jl. de bewindslieden de agenda voor een Nationaal Programma Preventie (NPP) aan de Kamer stuurden. In dat programma zullen drie doelen worden nagestreefd: preventie een prominente plek geven in de gezondheidszorg; de gezondheid van mensen bevorderen en chronische ziekten voorkomen door een integrale aanpak in de omgeving waar zij wonen, leren, werken en leven; gezondheidsbescherming op peil houden en nieuwe bedreigingen het hoofd bieden.

Hechte samenwerking met alle
collega’s in de zorg is van groot belang

Voor ons, artsen M&G, is dit programma hoopgevend. Het NPP kent vier domeinen waarlangs samenhangende preventieprogramma’s ontwikkeld worden. Die domeinen zijn: ‘zorg’, ‘school en opvoeding’, ‘werk’, en ‘wijk’. Het benoemen van deze onderscheiden domeinen heeft wel een risico: namelijk dat de preventieprogramma’s in die domeinen te los van elkaar komen te staan.

Vooral ‘zorg’ lijkt het domein te zijn waarin alle artsen hun aandeel kunnen leveren. Er zijn voor de hand liggende speerpunten benoemd: diabetes, overgewicht, roken, drinken, depressie en bewegen. Vanuit de optiek van de volksgezondheid kan het domein ‘zorg’ echter niet los gezien worden van de andere domeinen. Juist de continuïteit en de integratie van ‘zorg’, ‘school en opvoeding’, ‘werk’ en ‘wijk’ biedt kansen voor mensen om gezond te kunnen blijven functioneren, ook als zij te maken krijgen met risico’s, ziekte of gebrek.

Nieuwe spelers in de zorg zijn de gemeenten. Zij krijgen de komende jaren een veel grotere rol als gevolg van de decentralisaties van AWBZ, jeugdzorg en de Participatiewet. Zij staan daardoor voor de niet geringe opdracht binnen enkele jaren de integratie van zorg, gezondheid en welzijn waar te maken. Maar in dit kader biedt dat ook, of misschien wel juist, kansen. Wij, artsen M&G, verrichten onze werkzaamheden veelal op gemeentelijk niveau en in de volle breedte van de publieke gezondheidszorg. Daardoor kunnen wij de voor integratie noodzakelijke verbindingen aanbrengen, teneinde een optimaal preventieresultaat te realiseren. Om dat goed te kunnen doen is een hechte samenwerking met alle collega’s in de zorg van groot belang, met respect voor ieders rol en competenties. U snapt waarschijnlijk dat vooral dat perspectief ons preventiehart sneller doet kloppen!

Cisca Koning,