Federatienieuws
Birgit Donker-Cools
5 minuten leestijd
Federatienieuws

Toekomst van het arbeids­ongeschiktheidsstelsel vanuit het perspectief van de NVVG

Plaats een reactie
Musicman80 /Adobe Stock
Musicman80 /Adobe Stock

Het arbeidsongeschiktheidsstelsel is te ingewikkeld. Dat en veel meer concludeert de ‘onafhankelijke commissie toekomst arbeids­ongeschiktheids­stelsel’ (OCTAS). Deze commissie heeft voor minister Van Gennip de knelpunten van het arbeids­ongeschikt­heids­stelsel onderzocht en oplossingsrichtingen voor deze knelpunten bedacht. [1,2]

De OCTAS, bestaande uit bestuurders, experts, een ervaringsdeskundige én een verzekeringsarts n.p. (Wout de Boer) heeft verschillende stakeholders geraadpleegd en veel knelpunten vastgesteld: de uitvoering die vastloopt met steeds meer mensen die te lang wachten op een arbeidsongeschiktheidsbeoordeling en niet weten waar ze aan toe zijn; mensen die niet aan de slag (durven) gaan, omdat ze bang zijn hun uitkering te verliezen en ongelijke uitkomsten van arbeidsongeschiktheids­beoordelingen, waardoor mensen geen uitkering krijgen en daardoor in de bijstand belanden. Arbeidsongeschikten zonder recent arbeidsverleden vallen sowieso tussen wal en schip. ‘Dat voelt onrechtvaardig’ kopt de NRC.3

Drie oplossingsvarianten

De OCTAS schetst drie oplossingsvarianten voor deze knelpunten, waarin ongetwijfeld zal worden ‘gewinkeld’:

In variant 1, ‘Huidig stelsel beter’ ligt de focus op vereenvoudiging van het arbeidsongeschiktheidsstelsel. Een voorbeeld is het afschaffen van de Inkomensvoorziening volledig arbeidsongeschikten (IVA) voor mensen die naar verwachting blijvend volledig arbeidsongeschikt zijn. Verder is het voorstel een aantal ‘hardheden’ van het huidige stelsel weg te nemen. Vooral de meest kwetsbaren gaan er daardoor qua inkomenszekerheid op vooruit. Zelfstandigen zonder personeel (ZZP’ers) worden bijvoorbeeld collectief verzekerd. De re-integratie­dienstverlening krijgt meer aandacht.

In variant 2 ‘Werk staat voorop’ is dat laatste nog veel meer het geval. Na twee jaar verzuim wordt eerst verder gewerkt aan re-integratie. Mensen krijgen intensieve begeleiding en een re-inte­gratie­uitkering. En tijd: pas na vijf jaar volgt een beoordeling op blijvende arbeidsongeschiktheid als re-integratie onverhoopt niet gelukt is.

Variant 3, ‘Basis voor werkenden’ betreft één regeling op minimumniveau voor alle werknemers én zelfstandigen met een arbeidsbeperking. Deze inkomenszekerheid stimuleert mensen aan het werk te gaan, waarbij een regionale re-integratiedienstverlener multidisciplinaire begeleiding biedt. Werknemers krijgen een verplichte aanvullende verzekering voor verlies van inkomen.

Vragen

De OCTAS heeft onder hoge tijdsdruk gewerkt en met dit rapport een mooie aanzet opgeleverd, maar het roept ook vragen op. De knelpunten zijn herkenbaar en duidelijk beschreven, maar een analyse van het ontstaan daarvan ontbreekt grotendeels. Hoe is het te verklaren dat de uitvoering zo is vastgelopen en dat de bureaucratie in de sociale zekerheid, net als in de gezondheidszorg zo is toegenomen? Hoe kunnen we verklaren dat inspanningen voor het vergroten van de efficiëntie van verzekeringsgeneeskundige beoordelingen onvoldoende hebben geleid tot een efficiëntie­verbetering? We weten niet of de oplossingen effectief zullen zijn, daarvoor is wetenschappelijk onderzoek nodig.

De meest kwetsbaren krijgen veel te weinig ondersteuning

Re-integratie

De focus moet verschuiven van compensatie naar participatie, wat we al lang willen.4 Re-integratie van gedeeltelijk arbeidsgeschikten is echter vooralsnog weinig effectief. Dat moet beter, we moeten mensen (terug) naar werk begeleiden waarbij zij zich geen zorgen hoeven te maken over hun inkomen. ‘Wat het gaat kosten is de vraag’, aldus de commissie.2 Er zijn bedenkingen: de haalbaarheid van maatregelen staat of valt met succesvolle re-integratie. Onderzoek toont aan dat mensen die werken gelukkiger zijn en zich gezonder voelen. Zij doen minder snel een beroep op de zorg, daarmee worden ook kosten bespaard. De samenwerking tussen verzekeringsarts, bedrijfsarts en zorg wordt steeds belangrijker.5 De OCTAS noemt arbeidsrevalidatie, het is cruciaal dat deze een structurele plek krijgt in een zorgketen naar arbeidsparticipatie.6 Een goede samenwerking tussen ‘SZW’ en ‘VWS’ is daarvoor nodig. Als een zieke werknemer niet meer kan terugkeren bij de eigen werkgever is het wenselijk dat de bedrijfsarts laagdrempelig contact opneemt met de verzekeringsarts en niet pas na twee jaar. De onderlinge communicatie kan vergemakkelijkt worden, de OCTAS noemt specifiek het instrument voor de ‘Beschrijving van Arbeids­belastbaar­heid en Re-integratiemogelijkheden’ (BAR).7 De verzekeringsarts kan dit instrument ook gebruiken bij de vormgeving van de re-integratie na twee jaar. Dat kan een efficiëntere inzet van verzekeringsartsen bevorderen.

Inclusief

Een cruciale voorwaarde voor de re-integratie is een inclusieve arbeidsmarkt: de beschikbaarheid van werk voor mensen met een arbeidsbeperking, zoals werkervaringsplekken en beschut werk. Het moet voor een werkgever veel gemakkelijker zijn om iemand met een arbeids­beperking in dienst te nemen. Voorwaarde is ook dat het gezond werk is; ongezond werk leidt namelijk gemakkelijker tot uitval. Gezond werk is nog niet zomaar gegarandeerd, de OCTAS adresseert het thema namelijk niet uitgebreid, evenmin de problematiek die het verhalen van door werk opgelopen gezondheidsschade met zich meebrengt.

Wachttijden terugdringen

De OCTAS noemt ook maatregelen om de wachttijden voor verzekeringsgeneeskundige beoordelingen terug te dringen, één daarvan is taakdelegatie. Volgens de NVVG is professionalisering van de sociaal-medisch verpleegkundigen cruciaal voor het welslagen daarvan. Een ander voorstel van de OCTAS is om de functies van claimbeoordeling, ondersteuning van re-integratie en verstrekken van een uitkering meer te scheiden en iedere functie gericht te organiseren en aan te sturen. Voor alle maatregelen geldt dat rechtmatigheid en rechtsgelijkheid absoluut niet in het gedrang mogen komen.8 Daar moet op worden toegezien, iets waaraan het nu schort.9 Criteria voor de arbeidsongeschiktheid zijn ook genoemd. Vooralsnog blijft de OCTAS bij de bestaande, theoretische criteria. Het is belangrijk te onderzoeken welke criteria op termijn de beste zijn.

Kwetsbare mensen

Het allergrootste knelpunt is de complexiteit van het arbeidsongeschiktheidsstelsel. In de eerste plaats voor de meest kwetsbaren, onder andere jonggehandicapten. Hun doenvermogen is rijkelijk overschat.10 Zij krijgen veel te weinig ondersteuning, de OCTAS noemt echter geen concrete oplossingen. Velen zijn voor hun inkomsten afhankelijk van verschillende instanties (UWV, gemeente, belastingdienst), met elk complexe regels. Deze groep mensen overziet al deze regels niet, wat overigens niet vreemd is: het is voor professionals soms al lastig. Bij deze kwetsbare mensen leidt het juist tot nog meer problemen. Er is te sterk gefocust op controle vanuit wantrouwen, zoals bij de toeslagenaffaire. Dat vindt de OCTAS ook: de ambitie van de commissie is dat naar je wordt omgekeken als het tegenzit en je geholpen wordt met ingewikkelde zaken. Het moet écht eenvoudiger.

Hoe verder? Het werk begint nu pas echt! De minister werkt de aanbevelingen uit, maar het is aan het volgend kabinet om dit thema prioriteit te geven. De NVVG denkt en helpt graag mee. Daarnaast zal wetenschappelijk onderzoek moeten uitwijzen wat écht werkt.

Voetnoten:

1. Onafhankelijke commissie toekomst arbeidsongeschiktheidsstelsel (OCTAS). (2023). Beoordeling van het arbeidsongeschiktheidsstelsel. https://www.rijksoverheid.nl/ministeries/ministerie-van-sociale-zaken-en-werkgelegenheid/documenten/rapporten/2023/10/09/tussenrapport-onafhankelijke-commissie-toekomst-arbeidsongeschiktheidsstelsel-octas

2. Onafhankelijke commissie toekomst arbeidsongeschiktheidsstelsel (OCTAS). (2024). Toekomst van het arbeidsongeschiktheidsstelsel. Meer aandacht, vertrouwen en zekerheid.

https://open.overheid.nl/documenten/401f5bfb-08bf-44bf-8c61-5f2fe557f792/file

3. Pelgrim, C. (2024, 20 april). Ziek in de bijstand: ‘Het voelt onrechtvaardig’. NRC, pp. E14-E16.

4. Wind, H. (2010). Compensatie en participatie: het zoeken naar een balans in de verzekeringsgeneeskunde. (Oratiereeks). Vossiuspers UvA.

http://www.oratiereeks.nl/upload/pdf/PDF-3599wind_text_HR.PDF

5. KNMG. (2021). De rollen van de arts in 2040. Kernwaarden en verhouding tot de samenleving. https://www.knmg.nl/actueel/publicaties/de-rollen-van-de-arts-in-2040-2

6. Hagendijk, M. E., Zipfel, N., Oomen, F. J., Hoving, J. L., Van Der Wees, P. J., Hulshof, C. T., ... & Van Der Burg-Vermeulen, S. J. (2023). Work-focused healthcare from the perspective of employees living with cardiovascular disease: a patient experience journey mapping study. BMC public health, 23(1), 1765.

7. De Wind, A., Donker-Cools, B. H., Jansen, L., Luymes, C. H., Van Der Burg-Vermeulen, S. J., Oomens, S., ... & Schaafsma, F. G. (2022). Development of the core of an ICF-based instrument for the assessment of work capacity and guidance in return to work of employees on sick leave: a multidisciplinary modified Delphi study. BMC public health, 22(1), 2449.

8. De Boer, W., & Petter, D. (2024). Criteria voor arbeidsongeschiktheid. TBV–Tijdschrift voor Bedrijfs-en Verzekeringsgeneeskunde, 32(1), 34-38.

9. Algemene Rekenkamer. (2024). Grip op menselijke maat. https://www.rekenkamer.nl/publicaties/rapporten/2024/04/18/grip-op-menselijke-maat#:~:text=Menselijke%20maat%20betekent%20ook%20dat,grip%20op%20de%20menselijke%20maat.

10. Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid. (2017). Weten is nog geen doen: een realistisch perspectief op redzaamheid. Samenvatting. https://www.wrr.nl/publicaties/rapporten/2017/04/24/weten-is-nog-geen-doen

Federatienieuws
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.