Geen kans op een gezond leven
1 reactie
Zij was 17, hij 20 toen ze zwanger werd. Beiden hebben een belast verleden met jeugdzorg, hechtingsproblemen en uithuisplaatsingen. Ze hebben niet veel opleiding genoten. Hij is op zoek naar een andere baan. Zijn WW-uitkering is lager dan de bijstands-inkomensnorm voor samenwonenden ouder dan 23 jaar. Helaas komen ze niet in aanmerking voor een aanvulling, omdat ze te jong zijn. Ook niet voor een goedkope zorgverzekering van de gemeente, waardoor ze per jaar honderden euro’s duurder uit zijn.
Ze hebben gelukkig een huis én huursubsidie. Hun vaste lasten per maand zijn net iets lager dan hun inkomsten. Ze houden 125 euro per maand over om van te leven. Ze hebben geld moeten lenen van hun familie om hun huis in te richten en hebben nog wat andere schulden. Niet heel veel nog gelukkig, maar afbetalen zit er voorlopig niet in. Ze krijgen hulp van de voedselbank. In principe voor één jaar, maar ze zijn allang blij dat ze hier een tijdje gebruik van mogen maken. Hun kind wordt te vroeg en te licht geboren en gaat de couveuse in, in een ziekenhuis 45 kilometer van hun woonplaats. Moeder mag snel naar huis, maar de reiskosten zijn een groot probleem. Ouders zouden heel graag couveusenazorg willen, maar helaas biedt hun zorgverzekering hier weinig ruimte voor en is er een eigen bijdrage die ze niet kunnen betalen.
Ze krijgen begeleiding en hulp vanuit de gemeente via de WMO. Helaas mag de betrokken hulpverleningsinstelling niet zomaar de hulp bieden die we denken dat nodig is: dagelijks contact met en hulp voor het gezin, zeker in de eerste kwetsbare periode na de ziekenhuisopname. De gemeente vindt dat er tot op heden alleen sprake is van risicofactoren en nog niet van een ‘concrete hulpvraag vanuit de baby’. Daardoor kan er vooralsnog geen jeugdzorg worden ingezet en blijft de zorg beperkt tot een paar uur per week.
Deze dilemma’s staan symbool voor grote tegenstellingen
Ik moest aan dit gezin denken toen ik met een neuroloog sprak over het dilemma waar zij voor staat. Voor sommige van haar patiënten zijn nieuwe behandelingen beschikbaar, á raison van 1 miljoen euro per jaar. Eén miljoen euro om één zieke patiënt een jaar te helpen, versus een gezin van drie kinderen dat geen eerlijke kans krijgt op een gezond leven.1 Het beknibbelen op de benodigde preventieve zorg én hun uitkering leidt ertoe dat de zorgkosten van hem én haar én hun jonge kind – en eventuele andere kinderen die er ongetwijfeld nog gaan komen – straks de pan uit zullen rijzen. Penny wise, pound foolish. Deze kortzichtigheid levert mij slapeloze nachten op.
De dilemma’s van de neuroloog en van mij als vertrouwensarts staan symbool voor grote tegenstellingen in de zorg én de maatschappij. De dilemma’s van de curatieve zorg versus die van de preventieve zorg. De ongelijkheid erachter is schrijnend. Laten we hopen dat een nieuw kabinet oog heeft voor wat echt nodig is om Nederland gezond te krijgen en te houden. Investeer om de gevolgen van armoede en verwaarlozing tegen te gaan. En zorg dat de komende kabinetsperiode eerlijkheid en gezond verstand een grotere rol gaan spelen dan marktwerking en lobbyisten.
auteur
Elise Buiting, voorzitter KAMG
Jan Vosters
arts Maatschappij en Gezondheid, niet praktiserend, Den Haag
Wat een mooie column: dit is publieke gezondheid!