De huisarts van morgen
Plaats een reactieHoe zorgen we ervoor dat aiossen huisartsengeneeskunde nog steeds huisarts willen zijn? Lovah-secretaris Astrid Drijkoningen en LHV-bestuurslid Lammert Hoeve in gesprek over het Lovah-manifest De huisarts van morgen.
Astrid: ‘De huisartsenzorg staat van alle kanten onder druk. Te weinig geld, te weinig menskracht, en dat terwijl de vergrijzing doorgaat. We horen veel praktijkhouders klagen over de werkdruk en alle rompslomp die bij een praktijk komt kijken. Dat doet natuurlijk ook wat met ons als aiossen. Waar beginnen we aan, wat komt er straks allemaal op ons af? In het Lovah-manifest hebben wij geformuleerd hoe wij willen dat het huisartsenvak er in de toekomst uitziet. De hoofdboodschap is dat het leuk moet blijven om huisarts te zijn. Ook over twintig jaar.’
Lammert: ‘We hebben vorig jaar op het Malieveld gestaan om duidelijk te maken dat de grens van wat we als huisartsen aankunnen echt is bereikt. Mede daardoor is het gelukt om meer tijd te krijgen voor de patiënt. Tegelijkertijd schrikt dit aiossen af om voor huisartsengeneeskunde te kiezen en zien waarnemers ertegenop om praktijkhouder te worden. We moeten veel meer vertellen hoe leuk het is om praktijkhouder te zijn.’
Astrid: ‘85 procent van de aiossen wil praktijkhouder worden, blijkt uit onze ledenenquête. De praktijk laat alleen zien dat het er lang niet altijd van komt. Aiossen denken bijvoorbeeld dat ze als praktijkhouder meer uren moeten werken dan ze willen, minder flexibel zijn en dan ook nog ANW-diensten moeten draaien.’
‘De beschikbaarheid van mensen en middelen is beperkt. Als we daarin zelf geen keuzes maken, zullen die voor ons worden gemaakt.’
Een sterke eerste lijn
Lammert: ‘Gelukkig gaan we die ANW-diensten nu anders verdelen. Dankzij het ANW-actieplan zijn nu alle huisartsen samen verantwoordelijk voor de invulling van de diensten en kunnen mensen zelf plannen wanneer ze diensten doen. Dat maakt het een stuk leuker om praktijkhouder te zijn.
In jullie manifest pleiten jullie voor een sterke eerste lijn, als noodzakelijk fundament voor de zorg. Wat is daar volgens jullie voor nodig?’
Astrid: ‘ Een sterke eerste lijn is vooral gebaat bij continuïteit van zorg. Wij vinden dat het makkelijker moet worden om een vaste praktijk te vinden. In het manifest zeggen we: help jonge huisartsen in hun zoektocht naar een vaste praktijk. Maak het starten van een nulpraktijk simpeler; geef inzicht in welke praktijken overgenomen kunnen worden en waar vaste contracten mogelijk zijn. Laat een startende huisarts in de regio kennismaken met de vaste huisartsen. En laat jonge huisartsen begeleiden door ervaren praktijkhouders.’
Lammert: ‘Helemaal mee eens. De LHV is om die reden twee jaar geleden met een mentorproject begonnen. Beginnende huisartsen en ervaren collega’s worden aan elkaar gekoppeld om samen te sparren. Verder wordt de LHV Vacaturebank doorontwikkeld tot een platform waar huisartsen die een opvolger zoeken en huisartsen die een praktijk zoeken elkaar kunnen vinden.‘
Houdbare zorg
Astrid: ‘Het is natuurlijk niet zo dat iedere huisarts praktijkhouder moet worden. Je kunt ook hidha worden of een praktijkvorm kiezen waarin de hele bedrijfsvoering door iemand anders wordt gedaan. Dat mag best een commerciële partij zijn, als die maar niet uit is op winstmaximalisatie. Want dat gaat vaak ten koste van goede zorg. Met een waarnemend arts op afstand krijg je geen vertrouwensband.’
Lammert: ‘De kern van ons vak is continuïteit. De meerwaarde van de huisartsenzorg is dat huisartsen hun patiënten kennen. Daardoor kunnen wij mensen uit het ziekenhuis houden.
Wat vind jij zelf het spannendste punt uit het manifest?’
Astrid: ‘Ik denk het punt over houdbare zorg. Een houdbare zorg is een zorg waarin keuzes worden gemaakt. We lopen met z’n allen tegen grenzen aan. De beschikbaarheid van mensen en middelen is beperkt. Als we daarin zelf geen keuzes maken, zullen die keuzes wel voor ons worden gemaakt. We moeten veel meer inzetten op preventie om dure behandelingen te voorkomen. Een sterke eerste lijn is heel belangrijk. De huisartsenzorg verbruikt maar 7 procent van het zorgbudget, maar is goed voor 94 procent van de behandeling. Door te investeren in de eerste lijn besparen we kosten voor de hele zorg en houden we de zorg betaalbaar.’
‘85 procent van de aiossen wil praktijkhouder worden, maar dat komt er lang niet altijd van.’
Lammert: ‘De jongere generatie gaat voorop in de aandacht voor verduurzaming. Ik vind het mooi dat aiossen en jonge huisartsen ons prikkelen om te kijken hoe het duurzamer kan. Wat ik ook mooi vind, is dat jullie in het manifest het belang van onderlinge samenwerking benadrukken.
Astrid: ‘Klopt. Wij zeggen: ‘De zorg, dat zijn we met z’n allen.’ We hebben de sociale geneeskunde, de thuiszorg, de verpleeghuizen en de specialisten nodig voor de zorg van onze patiënten. We vinden als aiossen ook dat het tijd wordt voor meer interdisciplinair onderwijs in de geneeskunde. Als aiossen huisartsengeneeskunde lopen we allang stages in ziekenhuizen. Waarom lopen andere aiossen geen stage in een huisartsenpraktijk? Dat zou het begrip en de samenwerking tussen huisartsen en ziekenhuisartsen echt ten goede komen.’
Dit artikel verscheen eerder in De Dokter, juli/augustus 2023
De kern van het Lovah-manifest
‘Over 20 jaar willen wij als huisartsen werken in een land dat gezondheid in een breder perspectief bekijkt en daarom bewust keuzes heeft gemaakt. We willen effectief en prettig samenwerken met alle andere zorgverleners, zonder onnodige administratie en met tuchtrecht dat ons niet onnodig beperkt. Wij willen werken in een sterke eerste lijn, waar wij continuïteit van zorg leveren met adequate ondersteuning door ICT en zonder impact op het klimaat. Laten we er samen voor zorgen dat dit de komende jaren werkelijkheid wordt.’
Het manifest is te vinden op lovah.nl
- Er zijn nog geen reacties