Ai, ai, ai, AI

In december organiseerde Verenso een werkconferentie over datagedreven werken in de langdurige zorg. De bijeenkomst werd bezocht door zorgprofessionals en beleidsadviseurs uit de gehele langdurige zorg.

In het EPD worden door specialisten ouderengeneeskunde veel gegevens geregistreerd. Hoe willen we de data inzetten om kwaliteit van zorg te verbeteren? Hoe doen we dat dan? En wat leveren al die data op? Hoe kan het ons werk ondersteunen? Zeker met de hele discussie over administratieve lastenverlichting is het belangrijk te weten waarom je wat doet en wat het oplevert.

Ik vroeg het aan BING, de AI-co-piloot van Microsoft, die we sinds kort op het bureau kunnen gebruiken. BING antwoordt:

‘AI, of kunstmatige intelligentie, kan de gezondheidszorg voor ouderen verbeteren. De specialist ouderengeneeskunde kan AI gebruiken voor drie doelen:

Ten eerste kan AI helpen bij het vroegtijdig opsporen en voorspellen van ziekten en complicaties bij ouderen. Door middel van machinelearning kunnen algoritmen patronen herkennen in grote hoeveelheden data, zoals medische dossiers, beeldvorming, sensoren en wearables. Zo kunnen AI-systemen risicofactoren identificeren, diagnoses stellen en prognoses geven voor aandoeningen als dementie, delier, vallen, infecties en sepsis.

Ten tweede kan AI helpen bij het personaliseren en optimaliseren van de behandeling en zorg voor ouderen. Door middel van kunstmatige neurale netwerken kunnen algoritmen leren van de feedback en uitkomsten van eerdere interventies. Zo kunnen AI-systemen de meest effectieve en gepaste therapieën aanbevelen, rekening houdend met de individuele kenmerken, voorkeuren en doelen van de oudere patiënt.

‘AI is een krachtig hulpmiddel voor de specialist ouderengeneeskunde’

Ten derde kan AI helpen bij het verbeteren van de communicatie en samenwerking tussen de specialist ouderengeneeskunde en andere zorgverleners, mantelzorgers en familieleden. Door middel van natuurlijke taalverwerking kunnen algoritmen gesproken en geschreven taal begrijpen, genereren en vertalen. Zo kunnen AI-systemen informatie verstrekken, vragen beantwoorden, adviezen geven en feedback ontvangen via verschillende kanalen, zoals spraak, tekst, chatbots en apps.

AI is dus een krachtig hulpmiddel dat de specialist ouderengeneeskunde kan helpen om betere beslissingen te nemen, efficiënter te werken en meer tevredenheid te creëren bij zichzelf en bij de oudere patiënt. Uiteraard zijn er ook uitdagingen en beperkingen verbonden aan het gebruik van AI in de ouderengeneeskunde, zoals ethische, juridische, technische en organisatorische aspecten. Maar als we deze uitdagingen aangaan en samenwerken met AI-experts, kunnen we de potentie van AI benutten voor het welzijn van onze oudere medemens.’

AI maakt goede sier met zichzelf als je dit zo leest. Maar tegelijkertijd denk ik: waar zijn al die data? Hebben we die al? En hoe houd je dan rekening met de complexiteit van de zorgvraag en het leven van de patiënt? En hoe ga je hierover dan in gesprek?

Ook voor het tweede doel is nog wel heel veel nodig, denk ik. In de huidige systemen is bijvoorbeeld voor vroegtijdige zorgplanning nog onvoldoende mogelijkheid. Daar is nu alleen wel of niet reanimeren aankruisen mogelijk. Terwijl het veel meer omvat dan dat alleen.

Het derde doel lijkt het meest dichtbij.

De conclusie vind ik een bemoedigende: samen met AI de uitdaging van de toekomst aan gaan.