Blogs & columns
Casper van Koppenhagen
Casper van Koppenhagen
3 minuten leestijd
Blog

Als ik in jouw of uw schoenen stond …

6 reacties

Ik struin aan het eind van een lange polidag over onze afdeling, waar een aantal jonge collega’s achter hun scherm driftig hun HIX-proza de ether in slingert. (Dat stond er echt niet bij toen ze op hun 18de voor die cursus geneeskunde intekenden.) Of ik nog wat supervisie kan geven.

‘Wat loop je moeilijk’ zegt een tamelijk directieve collega.

‘Ja, had ik maar die hippe schoenen van hem, dat is toch andere koek dan die knellende Italiaanse glijders van mij’, wijs ik op een voor mij nog onbekende coassistent die tegenover haar zit te grijnzen met zijn superhippe witte Nikes met felle kleuren, met daarboven een ¾ zwartwit geruite broek waarbij zijn gebronsde blote onderbenen dapper uitsteken. Alles tiptop en netjes, modern baardje, bijpassend fris shirt, witte jas netjes gesteven en mouwtjes opgerold, alles in stijl, dat kun je aan deze generatie wel toevertrouwen.

‘Maar ja, zulke schoenen kan ik niet dragen’, verzucht ik.

‘Hoezo niet?’, zegt de coassistent direct scherp geamuseerd.

‘Nou gewoon, ik draag dit soort schoenen al sinds mijn coschappen, omdat dat zo hoort, denk ik. In mijn tijd werden co’s naar huis gestuurd als ze met de toen ook al hippe scheuren in de broeken, ouwe gympen, lange haren of ongeschoren koppen rondliepen. Ikzelf werd ook een keer aangesproken door een chirurg over mijn niet gestreken shirt. Mooi kletsen, dacht ik nog, jij trekt gewoon iedere dag een witte buis en broek uit de kast en loopt op klompen. Ik vroeg hem ook het waarom hierachter. Het helpt je niet in bijvoorbeeld het voeren van een slechtnieuwsgesprek, was het antwoord, men moet gewoon geen aanstoot kunnen nemen aan je uiterlijk. En daar zat en zit wat in, vond en vind ik.’

‘Denk je nou echt dat de kwaliteit van mijn slechtnieuwsgesprek wordt beïnvloed door de kleur van mijn schoenen?’

‘Het helpt je niet, dat is wat ik wil zeggen. Nog niet zo lang geleden moesten de specialisten hier in het umc nog verplicht een das dragen overigens’, escaleer ik.

‘Maar dat was nog in de tijd dat de dokter vanaf dat voetstuk op grote afstand van de patiënt functioneerde en men nog u tegen de patiënt zei.’

‘Sorry, ik zeg altijd u tegen mijn patiënten, nu, vroeger, altijd. Ook dat helpt in sommige situaties. Tuurlijk ga ik wel eens over op je en jij, bij een generatiegenoot, of als ik patiënt vanuit een ander context heb leren kennen. Maar eerst en heel lang u. Uit respect.’

‘Maar “je” zeggen is toch niet disrespectvol? Ik sluit juist heel goed aan bij de patiënt door me gelijkwaardig op te stellen. En witte gympen dragen is toch geen teken van onverzorgdheid of nonchalance? Ik probeer juist zoveel mogelijk mezelf te zijn en niet in het keurslijf van die ouderwetse specialist te stappen. Daar is de patiënt volgens mij het meest bij gebaat, dat ik mezelf ben.’

De onwaarschijnlijke vanzelfsprekende zelfverzekerdheid van deze millenials, is verbluffend. Ik was destijds nog wél onder de indruk als de opleider (tot in den treure aangesproken met u!) mij vertelde hoe en wat ik moest doen.

Maar de wereld verandert en op sommige vlakken heel snel. Zo ook de in beton gegoten normen en waarden over kledingdracht en tutoyeren, blijkt. Je beste zelf zijn, is zowel de norm als een waarde. En daarin ben ik zonder oordeel. Hoop ik.

Vanaf morgen maar eens lekkere kleding dragen waarin ik mijn beste zelf kan zijn? Hmm, ik weet niet of u als patiënt nou zitten te wachten op mijn zondagse onesie en knalrode gympen. En hé, het is dat ze aan het einde van dag knellen, maar ik vind mijn Italiaanse brogues eigenlijk ook gewoon heel trendy en hip, weet u.

  • Casper van Koppenhagen

    Casper van Koppenhagen is revalidatiearts op de afdeling Rijndam Revalidatie van het Erasmus MC en sportarts np.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • E. Breekveldt

    5e-jaars coassistent , Amsterdam

    Geachte heer van Koppenhagen,

    Graag wilde ik u laten weten dat het als hedendaags coassistent zeker nog niet als normaal wordt gezien om je begeleider (arts-assistent, huisarts of specialist) te tutoyeren. Op de VU krijgen wij ter voorbereiding op... onze coschappen een uitgebreid practicum 'hoe heurt het eigenlijk', waarin onderwerpen van schoenkeuze tot hygiëne voorbij komen. Naar mijn mening is het wel belangrijk dat wij als 'dokters van de toekomst' onze eigen stijl ontwikkelen en dat het fijn is als we binnen de medische wereld ons af en toe blijven afvragen of de ongeschreven regels die gelden nog steeds in de tijdsgeest passen. Maar zolang ik de ervaring en leeftijd nog niet bereikt heb die ik daarvoor passend acht, zal ik blijven vouvoyeren, inclusief mijn schoon gepoetste witte sneakers, dat wel.

  • GJ Bonte

    Neuroloog, Dalfsen

    Ik ben zelf altijd wars van rangen en standen geweest, maar ik spreek mijn patiënten toch altijd met "U" aan. En de oudere artsen ook. Echter, naarmate ik ouder wordt, wordt het leeftijdsverschil zo groot dat ik bij hele jonge mensen wel eens overga ...op "je", zonder dit bewust te doen. En de oudere collega's noem ik inmiddels bij de voornaam als ik ze goed ken.

    Omgekeerd werkt het blijkbaar ook. Ik vond altijd dat arts-assistenten en co-assistenten mij best met "je" en met mijn voornaam aan mochten en konden spreken. Maar vanaf een zeker aantal grijze haren en groeven in het gezicht doen ze dat niet meer, ook niet als je er om vraagt. Dus ik vraag het niet meer, en ik laat het zoals het is. En dus wordt ik met dr. Bonte en "U" aangesproken. Het hoeft van mij niet, maar blijkbaar gaat het zo.

  • Cornelis Bruijninckx

    niet praktiserend chirurg, Den Haag

    Ik weet niet hoe jongeren hier in het algemeen over denken, maar als deze coassistent daar model voor zou staan, houd ik mijn hart vast omdat ik vrij zeker weet dat in ieder geval mijn generatiegenoten (65+) er beslist niet van gediend zijn door een... arts, ongeacht diens leeftijd, - zonder dat daarvoor toestemming is gevraagd - , getutoyeerd te worden. Dat zou juist direct de arts-patiëntrelatie onder druk zetten.
    Als chirurg-opleider was ik gewend de art-assistent die zijn laatste opleidingsjaar inging te vragen mij voortaan, als we onder elkaar waren, met mijn voornaam aan te spreken en te tutoyeren. Zij stelden het zeer op prijs dat ik hen dit vroeg, maar bleven mij respectvol aanspreken als dokter en wilden mij niet tutoyeren voordat zij waren erkend als chirurg. Een heel verschil met de in deze blog beschreven co!

  • Bas van de Weg

    Revalidatiearts, Goes

    Onze minister wordt ook meer op zijn schoenen beoordeeld dan op zijn beleid, lijkt het wel.

    Anderzijds, reken maar dat patiënten zich afvragen of we wel goed voor hun kunnen zorgen, als we zelf niet pico bello acte de presence geven.

  • Casper van Koppenhagen

    Revalidatiearts, Utrecht

    Dank voor uw bijdrage aan het dispuut collega!
    Dat dispuut, dat gaat hier nog even voort :-)

  • FJL Sturm

    , Huisarts

    https://www.ntvg.nl/artikelen/de-kleren-maken-de-dokter

    Er is wetenschap!

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.