Laatste nieuws
Nieuws

Bruins ontkent vooringenomenheid Zorginstituut over taperingstrips

1 reactie

Het Zorginstituut stelt zich niet vooringenomen op over de vergoeding van afbouwmedicatie. Dat zegt minister Bruno Bruins (Medische Zorg) in reactie op kritiek van hoogleraar psychiatrie Jim van Os en onderzoeker Peter Groot.

Zorgverzekeraars vergoeden niet altijd de sinds 2013 bestaande taperingstrips met daarin afnemende dagdoseringen antidepressiva. Van Os en Groot, beiden verbonden aan UMC Utrecht, willen graag dat meer patiënten gebruik kunnen maken van deze afbouwmedicatie. Op basis van informatie die zij via een Wob-verzoek verkregen, menen zij dat het Zorginstituut en het ministerie van VWS zorgverzekeraars steunen in hun beleid om zulke strips niet standaard te vergoeden. In een brief aan de VWS-Kamercommissie verweten ze het Zorginstituut ‘institutionele vooringenomenheid’, waar SP-Kamerlid en oud-huisarts Henk van Gerven vervolgens Kamervragen over stelde.

In antwoord op die vragen laat Bruins weten dat hij het verwijt niet terecht vindt. Hij zegt zelf geen standpunt over de vergoeding van afbouwmedicatie te hebben ingenomen, en dat geldt volgens hem ook voor het Zorginstituut. Het Zorginstituut hoeft volgens Bruins geen standpunt in te nemen omdat beroepsgroepen van psychiaters, huisartsen en apothekers en patiëntenorganisatie MIND al een gezamenlijk standpunt hebben vastgelegd over afbouw en vergoeding, dat zorgverzekeraars steunen. Volgens Bruins is er geen sprake van dat het Zorginstituut geen ‘open vizier’ heeft, zoals Van Gerven in zijn vragen opperde. Ook noemt hij de vergelijking die Van Gerven had getrokken met de kindertoeslagenaffaire bij de Belastingdienst ‘misplaatst’.

Op basis van de Wob-informatie bleek dat er contact was geweest tussen het Zorginstituut en de advocaat van zorgverzekeraar VGZ, die met de Vereniging Afbouwmedicatie in een rechtszaak over vergoedingen was betrokken. Een functionaris van het Zorginstituut meldde in verkregen correspondentie over die zaak dat ‘het zinvol kan zijn om onze hulp aan VGZ’ aan te bieden.

Volgens Bruins is er niet gesproken over ‘betrokkenheid van het Zorginstituut’ bij die procedure, maar heeft de VGZ-advocaat gevraagd hoe het Zorginstituut ‘tot op dat moment had gehandeld in het dossier afbouwmedicatie’, en ‘of het Zorginstituut nog van plan was een standpunt in te nemen’.  Verder is er geen contact geweest of zijn er stukken uitgewisseld, aldus de minister. Overigens zou er eenzelfde telefonisch contact zijn geweest met de advocaat van de Vereniging Afbouwmedicatie.

Van Os en Groot beraden zich nog op de brief van Bruins.

Lees ook
Nieuws Bruno Bruins
  • Ilse Kleijne

    Ilse Kleijne-Thoonsen is journalist bij Medisch Contact, met een focus op opleiding, loopbaan en arbeidsmarkt.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • van Veen

    , huisarts

    Bruins is heel erg vooringenomen. Ik ben maar een eenvoudige huisarts. Maar onlangs las ik dat minister Bruins "er begrip voor heeft dat het succesvolle huisartsenproject ‘Meer tijd voor de patiënt’ in Afferden in de kop van Noord-Limburg onder druk ...van zorgverzekeraar VGZ voorlopig niet verder wordt uitgerold. Bruins stelt dat het logisch is dat eerst in breder regionaal verband wordt bepaald hoe de zorg er op korte en lange termijn moet uitzien, zo schrijft de redactie van De Limburger."
    Dus Bruins draait een succesvolle huisartsen-pilot in Limburg de nek om. Omdat men in het ziekenhuis (VGZ) in die regio de geldstromen zag opdrogen. Minister Bruins loopt dus aan de leiband van zorgverzekeraar VGZ. Daar is voormalig minister Ab Klink de topman. Dus in dit geval, Bruins ontkent vooringenomenheid van het Zorginstituut, geloof ik hem niet. Ik ben moedeloos over hoe de zorg in Nederland naar de knoppen gaat. Met zulke ministers aan het roer.

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.