Laatste nieuws
Saskia Ridder
8 minuten leestijd

‘We zetten alles op alles om nieuwe mooie herinneringen te creëren’

Plaats een reactie

Sebastiaan van Beek is huisarts in Den Haag en is in de avonduren geregeld op het toneel te vinden. Daarnaast ‘doneert’ hij een dag per maand aan Stichting Ambulance Wens. ‘Het zijn vaak lange dagen op de ambulance en het is volstrekt onvoorspelbaar hoe zo’n wens zal gaan lopen, maar één ding is zeker: het is altijd bijzonder.'

Edwin Weers
Edwin Weers
‘Mijn vader heeft dit bureau speciaal gemaakt voor mijn spreekkamer, mooi hè! Ik wil geen barrière tussen mij en de patiënt. Daarom staat de computer ook naar de zijkant gericht.’

De eerste kennismaking met Stichting Ambulance Wens weet Sebastiaan nog heel goed. De aanleiding was op z’n zachts gezegd nogal triest. ‘M’n jongste broertje werd vervoerd door een ambulance van de stichting. Dus dan kun je op je vingers natellen dat dat geen goed nieuws is. Stichting Ambulance Wens helpt namelijk terminale, niet-mobiele patiënten met een laatste wens, als gewoon vervoer niet meer haalbaar is. Robbert-Jan was pas 21 en had een hersentumor. Ongeneeslijk. Zijn wens was om nog een keer al zijn vrienden en familie bij elkaar te zien. Het was heel simpel hoor, gewoon een borrel op een terras. Maar het was zo waardevol dat hij nog een keer te midden van al zijn vrienden kon zijn. Op dat moment had ik me al voorgenomen dat ik ook ooit iets voor de stichting wilde doen.’

Open armen

Ruim twee jaar later meldt Sebastiaan zich bij directeur en oprichter Kees Veldboer. Of een huisarts zich ook als vrijwilliger mag aanmelden? Vanzelfsprekend wordt hij met open armen ontvangen, niet iedereen kan namelijk als vrijwilliger op deze speciaal ontworpen ambulances werken, maar artsen zijn meer dan welkom. ‘Je werkt altijd samen op de ambulance; een chauffeur en een medisch onderlegd iemand. De chauffeurs werken in hun normale baan ook allemaal bij een hulpdienst, dus bij de brandweer, ambulance of politie. De bijrijder moet minimaal verpleegkundige niveau 3 zijn, het kan immers voorkomen dat je medische handelingen moet verrichten. Als huisarts kan ik dat natuurlijk ook.’

Edwin Weers
Edwin Weers

Nieuwe herinneringen creëren

Bas ‘doneert’ een dag per maand aan de stichting. ‘Het zijn altijd lange dagen en het is vaak volstrekt onvoorspelbaar hoe zo’n dag zal gaan lopen, maar wat je zeker weet is dat het bijzonder wordt. Deze mensen hebben een wens en wij voeren die uit. En eigenlijk is niets te gek. Soms gaan we naar het theater, of nog een keer naar zee, of naar een trouwerij, begrafenis of diploma-uitreiking. Veel mensen willen afscheid nemen van hun huis, als ze onverwachts van het ziekenhuis naar het hospice gaan in plaats van naar huis. Soms brengen we iemand naar huis omdat hij thuis bij zijn familie wil sterven, ook al staat dat huis in Polen. Het is net wat de patiënt wenst. En ik zeg nu patiënt, maar eigenlijk vermijden we die term op de ambulance. We doen er juist alles aan om iemand even een dag uit zijn ziek zijn te halen. Natuurlijk heb ik aan het begin van de dag een gesprek over wat er met iemand aan de hand is, waar ik op bedacht moet zijn, of wat er zou kunnen gebeuren. Maar dat is echt heel kort. Daarna zetten we alles op alles om nieuwe mooie herinneringen te creëren.’

Alle deuren open

Het kan heel eenvoudig zijn, stelt Sebastiaan. ‘Zo was er een man die nog één keer naar de camping wilde waar hij de afgelopen dertig jaar een stacaravan had. We zijn met die ambulance de hele camping over gereden. Door de geblindeerde ramen kon hij alles zien en natuurlijk kende hij elk paadje. Daarna was er koffie, taart en een gezamenlijk sigaretje. De hele camping was uitgelopen. Die man heeft genoten en heeft dat stuk heel goed af kunnen sluiten. Iemand anders wilde nog een keer naar Kasteel Nijenrode. Wat ik toen wel grappig vond om te merken, is dat voor zo’n ambulance letterlijk alle deuren opengaan. De slagboom zoefde al omhoog voordat we ons via de intercom konden melden. We konden tot vlak voor het kasteel doorrijden om foto’s te maken. Of die keer dat we met een PSV-fan naar een voetbalwedstrijd gingen. Ik snap het spelletje nog steeds niet, maar wat was het een mooie middag. Zeker toen verschillende spelers nog even gedag kwamen zeggen.’

‘Nog even kieken’

De dagen op de ambulance zijn dus mooi maar intensief. ‘We zeggen weleens dat een wens altijd een begintijd heeft, maar nooit een eindtijd. Het is weleens gebeurd dat iemand op de terugweg aangaf nog even “te willen kieken” in zijn geboortedorp. Nou, dan nemen we die afslag.’ Sebastiaan schetst een dag die hij doneert aan de stichting. ‘Ik rij eerst van mijn huis in Delft naar Rotterdam om de ambulance gereed te maken. Vandaaruit vertrekken we richting de persoon die een wens heeft. Dat kan in de buurt zijn, maar soms tuffen we naar Groningen. Vervolgens gaan we naar de plek waar iemand heen wil. Dat kan om de hoek zijn, maar ook in Zuid-Limburg. Daarna brengen we iemand natuurlijk weer terug, waarna wij de ambulance weer terugrijden naar Rotterdam. En dan natuurlijk weer huiswaarts naar Delft.’ Het klinkt als ondoenlijk, maar Bas denkt daar heel anders over. ‘Zo’n dag vliegt voorbij en je kunt echt iets betekenen voor iemand. Bovendien, ik doe dit maar één keer per maand, hè?’

Stokpaardje

Echt iets voor iemand kunnen betekenen, drijft Bas ook in zijn werk als huisarts. Dat hij huisarts zou worden, was ­overigens absoluut niet de bedoeling. ‘Ik wilde het liefst naar de toneelschool, maar ik werd afgewezen, zowel in Maastricht als in Amsterdam. Toen ben ik “maar” geneeskunde gaan studeren en dat beviel heel goed. Alle toekomstige vakken leken me leuk,

behalve het huisartsenvak, dat leek me vooral heel stom. Alleen maar gezonde patiënten, en als ze ziek waren, moest ik ze doorverwijzen. Dat dacht ik tenminste. Uiteindelijk heb ik juist in dit vak een fantastische uitdaging gevonden: de vrijheid van een “eigen zaak”, langdurige arts-patiëntrelaties en geen witte jas om me achter te verschuilen.’ Ook de zorg voor terminale patiënten vindt hij heel boeiend. ‘Ik weet nog goed hoe betrokken onze huisarts was toen mijn broertje zo ziek was; dat gaf veel steun. Een bezoek van de huisarts kan echt maken dat je het als gezin weer even volhoudt. Het is nu dan ook een van mijn stokpaardjes: “Als je iemand niet meer beter kunt maken, kun je nog wel heel veel voor hem betekenen.” Zo geef ik aan de familie van terminale patiënten vaak mijn privénummer, zodat ze me ook buiten werkuren kunnen bereiken. Dat geeft rust en vertrouwen, en soms kan ik met een enkel telefonisch advies iemand door een moeilijk moment heen helpen. Sommige collega’s schermen hun privéleven hermetisch af en zijn bang dat mensen er misbruik van maken. Dat heb ik echter nog nooit meegemaakt.’

Het feit dat je als huisarts echt een band kunt opbouwen met patiënten, ervaart Sebastiaan dus als een bijzonder aspect van zijn vak. ‘Zoals gezegd, vind ik de band met terminale patiënten heel bijzonder, maar met “gewone” patiënten is het niet anders. Een van mijn eerste opleiders heeft me geleerd om in een consult te blijven zoeken naar “de vraag achter de vraag”. Zolang je daarin geïnteresseerd blijft, is vrijwel elk consult interessant.’

Marco Hokke
Marco Hokke

Theater

Dat Sebastiaan zo van zijn werk houdt, komt ook door de praktijk waar hij werkt. ‘Ik ben hier gekomen voor het laatste jaar van mijn opleiding, en ben nooit meer weggegaan. Wat ik hier ook goed vind, is dat iedereen bij ons maximaal vier dagen werkt en dat om vijf uur het licht uitgaat. Altijd. Zo zorgen we niet alleen voor de patiënten, maar ook voor elkaar. En onze assistentes zijn hun gewicht in goud waard. Dat maakt een groot verschil.’

Na werktijd is er alsnog ruimte voor toneel. ‘Geef nooit je oude liefde op’, wil hij maar zeggen. ‘De toneelschool zat er niet in, maar dat betekent niet dat er op het toneel geen plek voor mij is. Bij het Leidse amateurgezelschap Imperium doe ik regelmatig een productie en daar geniet ik enorm van. Ik vind het belangrijk om naast mijn werk creatief bezig te zijn, dat houdt je fris. Bovendien durf ik wel te stellen dat de repetities en de voorstellingen in het theater mij helpen in de spreekkamer. Als je toneelspeelt, let je heel erg op je lichaamstaal, of je boodschap wel overkomt, of je je tegenspelers begrijpt, of het publiek jouw spel oppikt, of je verbinding maakt met het publiek. En juist het maken van verbinding is als arts natuurlijk een eerste vereiste. Pas als er contact is, geef je mensen de ruimte hun verhaal te doen, pas dan kun je goed doorvragen. Zonder verbinding is de kans groot dat je als arts niet de echte vraag van de patiënt te horen krijgt.’

Wijze les

Hoeveel plezier hij op het podium ook heeft – bijvoorbeeld als de engel Gabriël in de productie ‘Moord in de kerststal’ van Agatha Christie – hij heeft nooit spijt gehad van zijn beroepskeuze. ‘Ik weet nog goed de wijze les van een vriendin toen ik mijn teleurstelling over de afwijzing van de toneelschool bij haar uitte. ‘Bas,’ zei ze, ‘iedere dokter kan het ­podium op, maar geen acteur kan zomaar arts worden.’ En dat blijkt hartstikke waar te zijn. Ik heb een prachtig vak dat ik met veel liefde uitoefen, ik doe waardevol vrijwilligerswerk en op het toneel kan ik lekker de expressieve Sebastiaan uithangen.’ Is er dan helemaal niets te wensen? ‘Ja, toch wel. Mijn leven is in balans en ik heb een dijk van een sociaal leven, maar als ik dan ’s avonds eens op de bank neerplof en onder een fleece dekentje kruip, mis ik alleen nog die leuke man naast me. Hij zou het echt compleet maken.’

pdf van dit artikel

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.