PvdA en VVD willen btw-vrijstelling voor zorggroepen

Zorggroepen, gezondheidscentra en geboortezorgcentra in de eerstelijnszorg moeten worden vrijgesteld van het betalen van btw over de overheadkosten. Dit zijn de kosten die een zorggroep maakt om de organisatie, de kwaliteit en de samenwerking in de zorg te handhaven en waar nodig te verbeteren.

Deze week dienden de Tweede Kamerleden Helma Neppérus (VVD) en Ed Groot (PvdA) tijdens het Kamerdebat over het Belastingplan 2016 een amendement in dat beoogt deze btw-vrijstelling per 1 januari volgend jaar te regelen. De benodigde financiële dekking van 30 miljoen euro halen beide coalitiegenoten uit een voorgestelde verhoging van de verbruiksbelasting op onder meer frisdrank, limonade en vruchtensappen (frisdrankaccijns). De Kamer stemt komende woensdag (18 november) over het amendement.

‘De btw-heffing op de overheadkosten is een rem op samenwerking’, stelt VVD-Kamerlid Neppérerus. ‘De geleverde medische zorg is vrijgesteld van een btw-heffing, maar waar mensen gaan samenwerken om de kwaliteit van de zorg te verbeteren, moet er ineens wel btw worden betaald. Dat wringt. Al jaren bestaat er een breed gevoel onder politici dat wij hier iets aan moeten doen.’
Neppérus verwacht dat het amendement op brede steun kan rekenen in de Tweede Kamer. Overigens regelt het amendement alleen de financiële dekking van 30 miljoen euro, door een voorstel tot verhoging van de verbruiksbelasting op frisdrank. Het invoeren van de btw-vrijstelling vereist een aanpassing van het Uitvoeringsbesluit omzetbelasting uit 1968. Hiervoor is geen wetswijziging nodig. Neppérus: ‘Ik ga ervan uit dat als de dekking is geregeld, de staatssecretaris met een beleidsbesluit komt om de btw-vrijstelling voor zorggroepen in te voeren.’

Christel van Vugt, accountmanager van brancheorganisatie InEen, reageert opgetogen op het amendement. ´Dit is precies waar wij als sector al die tijd al voor hebben gepleit. Het ziet ernaar uit dat dit probleem nu eindelijk wordt opgelost.´

Al enkele jaren komen zorggroepen en gezondheidscentra, die multidisciplinaire zorg leveren aan bijvoorbeeld patiënten met diabetes type 2, in het verweer tegen de btw-heffing van 21 procent op hun coördinerende werkzaamheden. Maar in het voorjaar van 2014 oordeelde de rechtbank Noord-Holland nog, in een zaak die was aangespannen door zorggroep Zaanstreek-Waterland, dat de Belastingdienst het overheaddeel van het integrale tarief dat door de zorgverzekeraar was betaald aan de zorggroep, terecht had belast met 21 procent btw. Volgens het Hof was hier namelijk geen sprake van een directe zorgrelatie met de patiënt en was er dus ook geen sprake van btw-vrijgestelde medische zorgverlening.

Ziekenhuizen daarentegen zijn in de Wet op de omzetbelasting uit 1968 volledig vrijgesteld van het betalen van btw. Omdat zorggroepen en gezondheidscentra in die tijd nog niet in hun huidige vorm bestonden, zijn zij niet vrijgesteld. Mocht de wet komend jaar inderdaad in het voordeel van de zorggroepen worden gewijzigd, dan rijst de vraag of de belastingaanslagen over 2015 en voorgaande jaren met terugwerkende kracht worden kwijtgescholden door de fiscus. Sommige zorggroepen zijn voor enkele tonnen door de Belastingdienst aangeslagen. Zowel Neppérus als Van Vugt durft niet volmondig ´ja´ te antwoorden op deze vraag. ´Maar het zou heel raar zijn dat als de wet bepaalt dat zorggroepen vanaf 2016 niet meer btw/plichtig zijn, zij toch nog btw moeten betalen over eerdere jaren´, zegt Van Vugt.
Bas Knoop

@bknoop