Laatste nieuws
Maarten Evenblij
5 minuten leestijd

Migrantenzorg

Plaats een reactie

District op orde



Specifieke wensen van allochtonen in kaart gebracht



De Consumentenbond meet geregeld de kwaliteit van de zorg van ziekenhuizen. Daarbij komen migranten er bekaaid af, vond de Stichting Samenwerkende Rijnmond Ziekenhuizen. Dat moest veranderen.

Maarten Evenblij



‘Het was wel een lijdensweg’, verzucht dr. Marc Bruijnzeels. Bij het Instituut Beleid en Management Gezondheidszorg (iBMG) van de Erasmus Universiteit Rotterdam was hij verantwoordelijk voor het ontwikkelen van een instrument om de tevredenheid van allochtonen over hun ziekenhuis te meten. ‘We dachten het in ruim een jaar rond te hebben; uiteindelijk duurde het bijna vier jaar. En nu het meetinstrument klaar is, ontbreken politieke wil en geld om het te gebruiken.’


Het klimaat in Nederland is inmiddels dermate verhard en de budgetten zijn zo gekort dat ziekenhuizen nog maar weinig over hebben voor het verbeteren van hun zorg aan migranten. ‘En dat terwijl uit het ene na het andere onderzoek blijkt dat een gezondheidszorg die rekening houdt met iemands culturele achtergrond, meer effect sorteert’, zegt Bruijnzeels.


De immigranten uit de jaren zeventig zijn ouder geworden en doen in toenemende mate een beroep op specialistische hulp. Dus vroegen Bruijnzeels en zijn medewerkers aan vijftien ‘focusgroepen’ met een verschillende culturele achtergrond wat zij belangrijk vonden in die zorg. Dat leverde behalve honderd ook al door autochtonen genoemde onderwerpen, nog 27 andere etnisch specifieke zaken op. Die hebben vooral te maken met communicatie, bejegening en informatievoorziening. Vaak hebben allochtonen het gevoel niet te worden begrepen, dat de arts er geen aandacht voor heeft dat ze allochtoon zijn en dat ze niet begrijpen wat de arts heeft gezegd.

Incidenten


Migranten hebben ook het gevoel dat ze worden gediscrimineerd. Bijvoorbeeld omdat ze later worden binnengeroepen dan autochtone patiënten of al na twee minuten weer buiten staan in plaats van na tien. ‘We hebben heel lang met de ziekenhuizen besproken of we dit item over discriminatie en vooroordelen wel in de vragenlijsten moesten opnemen’, zegt Bruijnzeels. ‘Uiteindelijk bleek uit een pilotstudie onder een willekeurige steekproef van Marokkaanse, Turkse, Surinaamse, Antilliaanse en Kaapverdiaanse ziekenhuispatiënten dat 10 procent zich in het ziekenhuis gediscrimineerd voelt, maar bijna niemand dat concreet weet te maken.’


De pilot had heel wat voeten in de aarde. Want een registratie van patiënten op geboorteland ontbrak. ‘Ziekenhuizen reageren vooral op incidenten. Voor het maken van beleid is registratie nodig en dat mag dan ook onder de Wet persoonsregistratie. Maar een aantal ziekenhuizen verschuilde zich achter privacy-argumenten. De medisch-ethische commissie van de Samenwerkende Rijnmond Ziekenhuizen (SRZ) sprak zich uit voor registratie op land van herkomst, maar het heeft nog heel wat gekost voor alle ziekenhuizen dat deden.’


De volgende hobbel was het benaderen van allochtone patiënten. Bruijnzeels: ‘Als je ze een uitgebreide vragenlijst stuurt, krijg je die zelden terug. En vanwege de privacy kun je ook niet zomaar bij ze langsgaan. We moesten dus een omslachtige procedure volgen.’ Deze behelsde het sturen van een brief met het verzoek of een onderzoeker mocht langskomen. Kwam daarop geen reactie, dan moest er op drie verschillende tijdstippen worden opgebeld. Leverde ook dat geen contact op, dan werd weer een brief gestuurd met de mededeling dat een onderzoeker zou langskomen. Pas dan mocht worden aangebeld.

Bejegening


‘Als je aan de deur kwam, deed 70 procent van de Marokkanen mee en 45 procent van de Turken. Dat zijn traditioneel zeer moeilijk te bereiken groepen’, constateert Bruijnzeels. ‘Wij concluderen dat als je de tevredenheid van allochtonen over de behandeling door ziekenhuizen serieus wilt onderzoeken, je patiënten moet registreren op geboorteland en dat je bij ze moet langsgaan.’ Mensen met dezelfde culturele achtergrond, die dezelfde taal spreken als de geïnterviewde namen de vragenlijsten af. De onderzoekers van het iBMG


kregen 600 namen van allochtone patiënten, van wie er uiteindelijk 157 deelnamen.


In de vragenlijst voor de poliklinische contacten was de bejegening door artsen het belangrijkste kritiekpunt: het gebrek aan aandacht voor hun culturele achtergrond en de geringe moeite die artsen doen om allochtone patiënten te begrijpen. Voor mensen die langer in het ziekenhuis verbleven, was vooral de bejegening door de verpleging een doorn in menig migrantenoog. Bruijnzeels: ‘Feitelijk hadden migranten vaak het gevoel dat ze er maar lagen. Je zou verwachten dat ze vooral moeite hebben met de voedselvoorziening en de religieuze verzorging, maar in de praktijk vinden ze de arts-patiëntrelatie wezenlijker. Ze voelen zich anders bejegend dan autochtonen.’

Schandalig


De volgende fase van het project is het op grote schaal afnemen van deze vragenlijst en inventariseren van migrant friendly hospitals. ‘Dat staat nu in de koelkast’, zegt Bruijnzeels. Drie, vier jaar geleden omarmde de SRZ dit project, maar gaandeweg is er toch wat zand in de raderen gestrooid. Dat is onverstandig als je je patiëntenpopulatie serieus wilt nemen. Uit Amerikaans onderzoek blijkt duidelijk een ongelijke behandeling op grond van etniciteit en bij Nederlandse huisartsen is aangetoond dat gelijke zorg, bijvoorbeeld voor diabetes, niet hetzelfde effect heeft bij verschillende culturele groepen.’


Mohamed Bibi, coördinator van het Platform Buitenlanders Rijnmond en betrokken bij het onderzoeksproject, onderschrijft de visie van Bruijnzeels. Hij vindt het schandalig dat een conferentie over het onderwerp half december niet doorging wegens gebrek aan belangstelling van beleidsmakers. ‘Een arts kijkt niet naar afkomst, zijn ethiek gebiedt hem om optimaal te behandelen. Maar een instituut kan wel rekening houden met de afkomst van zijn patiënten. We hebben het over de patiënt als consument, de klant als koning. Dan moet je ook rekening houden met zijn wensen. Feitelijk valt dat terug te voeren op respect voor elkaars opvattingen. Veel allochtonen hebben bijvoorbeeld moeite met de verpleging van mannen en vrouwen op één zaal. Maar dat geldt ook voor veel autochtonen. Men moet daarop worden voorbereid.’

Verwachtingspatronen


Bibi constateert dat veel allochtonen zich niet serieus genomen voelen, ook al is dat vaak niet waar. ‘Allochtonen zijn soms wantrouwend. Artsen willen ons niet verwijzen, hebben geen tijd voor ons, schrijven ons geen medicijnen voor, autochtonen zijn eerder aan de beurt, denken ze dan. Dat komt door het systeem. Het is onduidelijk hoe in het ziekenhuis wordt bepaald wie het eerst wordt geholpen. Artsen beschouwen een patiënt soms als een object en kijken alleen naar de klacht. Maar patiënten, en dat geldt ook voor autochtone patiënten, hebben daar moeite mee. Daardoor ontstaat een gevoel dat je niet goed wordt behandeld, maar in feite gaat het om een verbetering van de communicatie tussen patiënt en arts of zorgverzekeraar.’


Allochtonen staan ook vaak anders in de spreekkamer dan autochtonen. Er zijn onderwerpen waarover ze niet gemakkelijk praten, omdat deze cultureel beladen zijn. Autochtonen bereiden hun bezoek aan de arts vaak grondig voor, terwijl allochtonen de dokter meestal vragen: zegt ú het maar. En het in stukjes knippen van alles - elke klacht afzonderlijk bekijken; eerst naar de huisarts, dan bloed laten prikken, terug naar de huisarts, foto maken, terug naar de huisarts, et cetera - en het terughoudend voorschrijven van medicijnen in Nederland wijkt vaak sterk af van de zorg in het land van herkomst.


‘De onvrede ontstaat meestal door een gebrekkige communicatie en andere verwachtingspatronen’, concludeert Bibi. ‘Daarom moet dit project worden voortgezet. Het is het eerste grote onderzoek rond gezondheidszorg onder allochtonen. Het kan helpen om onbalans in de zorg weg te nemen, de ziekenhuiszorg efficiënter te maken en bij te dragen aan ‘zorg op maat’. Wellicht werkt het ook kostenbesparend.’

Maarten Evenblij,
journalist

 

Zorgvernieuwing specialisten (4)
In een reeks artikelen besteedt Medisch Contact aandacht aan District op Orde, het zorgvernieuwingsonderdeel van de Orde van Medisch Specialisten. In dit project werken specialisten in samenwerking met eerstelijnszorgverleners aan zorgvernieuwing op regionaal niveau. Deze week aandacht voor ‘Kwaliteit van ziekenhuiszorg vanuit migrantenperspectief’ in Rotterdam. Op een congres zouden de resultaten van de eerste fase worden gepresenteerd: een bij ruim 150 mensen uitgetest instrument om de kwaliteit te meten. Het congres werd echter afgelast door gebrek aan belangstelling bij beleidsmakers. De tweede fase van het project, het op grote schaal afnemen van de vragenlijst, is uitgesteld.

ziekenhuizen
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.