Laatste nieuws
jargon

Medisch non-jargon

12 reacties

Fouten en rariteiten in de taal der geneeskunde

Een deel van de rites de passage in de opleiding tot medisch specialist gaat over het eigen maken van het vakjargon. Onderdeel van deze taal zijn standaarduitdrukkingen die geen of een onjuiste betekenis hebben: ‘de patiënt oogt suf’ of ‘hij is pijnlijk’. Meestal weet iedereen wel waarop wordt gedoeld, maar soms weerspiegelt onzorgvuldig taalgebruik de inhoud van het gedachteproces. Hieronder volgt een bloemlezing van onzinbegrippen en -uitspraken die we regelmatig tegenkomen in het ziekenhuis. Mét commentaar en verbetertips. Hopelijk geeft het u inspiratie om het vocabulaire van uzelf en uw collega’s te perfectioneren. Schaam u dan ook niet om als taalridder uw collega’s aan te spreken en elimineer zo het non-jargon. Laten we duidelijke taal spreken.

Jargon: ‘Hij is pijnlijk’
Maar: Zolang u zich niet lelijk heeft bezeerd aan een patiënt, is dit een onzinnige uitspraak. Licht toe of klachten naar voren zijn gekomen in de anamnese of dat u andere tekenen heeft waargenomen die wijzen op pijn.

Jargon: ‘Pijn in de rechteronderbuik’
Maar: Sinds wanneer hebben we twee buiken?

Jargon: ‘Patiënt imponeert anemisch’
Maar: ‘Imponeren’ wordt vaak misbruikt als ‘de indruk maken’ of ‘lijken’ wordt bedoeld. Het betekent echter ‘indruk maken op’. Dus een patiënt ‘imponeert’ enkel anemisch als hij zo bleek is dat u eerst dacht dat er een spook voor u zat.

Jargon: ‘Geen evidente focale neurologische uitval’
Maar: ‘Geen evidente’ kan om verschillende redenen gebruikt worden. Ofwel: patiënt is niet volledig neurologisch onderzocht, maar bij datgene wat onderzocht is, werden geen afwijkingen gevonden. Of: neurologisch onderzoek is niet volledig zonder afwijkingen, maar dat wat afwijkt lijkt niet van klinische betekenis. Verslaglegging van het onderzoek moet eenduidig zijn, ook voor degenen die na u de patiënt beoordelen.

Jargon: ‘Patiënt komt viraal over’
Maar: Wat doet een patiënt die viraal overkomt? Welke symptomatologie maakt dat u dit oordeel velt?

Jargon: ‘Is de patiënt goed aanspreekbaar?’
Maar: Het gevleugelde antwoord is: ‘Iedereen is aanspreekbaar, echter niet iedereen antwoordt.’ Flauw, maar nu serieus. Wat bedoelt men eigenlijk? Dat de patiënt een lage EMV-score heeft? Of dat de patiënt verward is? In situaties waarin getwijfeld wordt aan de geestvermogens van de patiënt wordt ook vaak gehoord: de patiënt is ‘niet compos mentis’, ‘wilsonbekwaam’ of ‘niet toerekeningsvatbaar’. Bedenk goed of u een medische of juridische uitspraak wilt doen.

Jargon: ‘Er zijn in het hele ziekenhuis nog maar twee bedden’
Maar: We mogen toch hopen van niet.

Jargon: ‘Patiënt is kortademig en werd op de kap genomen’
Maar: In het oosten van het land wordt ‘op de kap nemen’ mogelijk verward met ‘brommers kieken’. Als deze term gebezigd wordt, vragen we ons af of de patiënte kortademig is geworden voordat, omdat of nadat ze op de kap is genomen.

Jargon: ‘Patiënt is op de antistolling gezet’
Maar: Bij voorkeur slingert er geen antistolling in de kamer waar men bovenop kan gaan zitten.

Jargon: ‘Op mijn terrein geen afwijkingen’
Maar: Dit is een veelgehoorde kreet om een patiënt te ‘dumpen’ op een afdeling die niet iemands eigen terrein is. Andermans terrein dus. Niet meer gebruiken: het werkt afschuifpolitiek
in de hand.

Jargon: ‘U bent in remissie’
Maar: De ziekte wordt hiermee gelijkgesteld aan de gehele patiënt, die niet in zijn geheel aan het verdwijnen is, als het
goed is.

Jargon: ‘Patiënt oogt suf’
Maar: Als in suf imago? Wat doet een patiënt die suf is? Is het bewustzijn verminderd? Is de patiënt traag in zijn of haar reacties? Kan de patiënt zijn of haar ogen niet open houden? Welke symptomatologie maakt dat u dit oordeel velt? Verblijd psychiaters en neurologen en probeer deze termen te vermijden.

Jargon: ‘Het zit meer in de persoonlijkheid’ en ‘ik vind er heel veel persoonlijkheid onder zitten’.
Maar: Deze zegswijzen suggereren dat de persoonlijkheid een ding is waar iets al of niet in kan zitten. Als iets – wat eigenlijk? – in de persoonlijkheid ‘zit’, waar zit dan de persoonlijkheid zelf? Het kan stigmatiserend werken voor uw patiënt die opeens ‘iets’ in zijn persoonlijkheid heeft.

Jargon: ‘Somatisch vrijgeven’
Maar: Is er ook een psychiatrisch vrijgeven?

Jargon: ‘Deze klachten zijn niet reëel’
Maar: De etiologie van SOLK is vaak heterogeen en leent zich niet voor een eenduidige uitleg. Iedere medisch specialist zou moeten kunnen uitleggen wat patiënten met SOLK wél hebben, namelijk klachten met een biopsychosociale etiologie. Onthoud dat klachten voor een patiënt altijd echt zijn, ongeacht of ze voldoen aan ons medische verklaringsmodel.

Jargon: ‘Verdenking C2H5OH’
Maar: Hiermee wordt een verdenking op alcoholabusus bedekt genoteerd. Net als het alom bekende ‘buskruit min’: ‘hij heeft het buskruit niet uitgevonden’ (hij lijkt niet erg intelligent). Het zijn moderne versies van het vroeger gebezigde: ‘Hij heeft K’ (kanker). Verhullend taalgebruik houdt stigma’s in stand.

Jargon: ‘R.I.P.?’ op de aanvraag van beeldvormend onderzoek.
Maar: Patiënten krijgen vaak zelf het aanvraagformulier mee. Ook al is uw vraag aan de radioloog of er een ruimte-innemend proces te zien is op het MRI-cerebrum, de patiënt leest R.I.P. (rest in peace) en denkt mogelijk dat zijn doodvonnis al geveld is. Het omgekeerde kan overigens ook gebeuren als de patiënt de mededeling krijgt; ‘de foto is goed’. Technisch dan.

Jargon: ‘Patiënt heeft recht op koorts / pijn / et cetera’
Maar: Veelal wordt bedoeld dat er een aantoonbaar onderliggend lijden is dat de koorts of een ander symptoom zou kunnen veroorzaken. Patiënten hebben echter geen rechten verkregen om bepaalde symptomen te mogen hebben.

Jargon: ‘Het is organisch’
Maar: Een veelgehoorde uitspraak in een ziekenhuis. Een rondvraag wees uit dat zelfs internisten niet weten wat het betekent. Misschien iets met organen? Vaak impliceert het dat als er iets mis is met de hersenen door bijvoorbeeld encefalopathie, dit ‘organisch’ is. Maar als er iets mis is met de hersenen door bijvoorbeeld schizofrenie, dit ‘psychiatrisch’ is. Wat ons betreft wordt ‘organisch’ gedoneerd aan het slachthuis.

Jargon: ‘Heeft de oncoloog al besloten of deze patiënt in aanmerking komt voor een beleid?’
Maar: De oncoloog bepaalt in dit geval of iemand een ‘beleid’ krijgt of niet. Veelal wordt bedoeld een ‘curatief beleid’, soms telt een ‘palliatief beleid’ ook. ‘Heeft deze patiënt al een beleid?’ kan ook gaan over wel of niet reanimeren. Het is onduidelijk of het in dit geval een keuze van de patiënt of van zijn behandelaar moet zijn. Ieder ziekenhuis heeft zo zijn eigen termen: not to be reanimated (NTBR) of code rood, blauw, groen, één, twee of drie. Spannend, dunkt ons, als je als nieuweling nog niet bent ingevoerd in het lokale jargon.


Dank gaat uit naar onze inspirerende collega-taalridders die hebben geholpen veelvoorkomende taalfouten op te sporen. Heeft u ook jargon dat volgens u uitgeroeid moet worden? Mail deze naar j.tijdink@dejongepsychiater.nl. Wij lezen het graag, en wie weet volgt publicatie, bijvoorbeeld op de website van De Jonge Psychiater.


Maartje Katzenbauer, aios psychiatrie NIFP Amsterdam, GGz Centraal, Amersfoort

Lineke Tak, aios psychiatrie, Dimence, Deventer

Joeri Tijdink, psychiater, Tergooi, Blaricum en VUmc, Amsterdam


contact: m.katzenbauer@dejongepsychiater.nl; cc: redactie@medischcontact.nl

Geen belangenverstrengeling gemeld



Lees ook

<b>Download dit artikel (PDF)</b>

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.