Hoesten, kuchen, niezen en dergelijke
Plaats een reactieIn principe bestaat er geen relatie tussen de vorm van een woord en zijn betekenis: het is totaal willekeurig dat wij een bepaald gebouw met muren, ramen, een dak en een deur huis noemen en de Fransen hetzelfde gebouw benoemen met maison of de Russen spreken van dom. Op deze regel bestaat echter één uitzondering: klanknabootsende woorden. Klanknabootsingen zijn woorden die zijn gevormd op grond van de klank die het genoemde produceert. Het bekendste voorbeeld is de koekoek, die zo heet naar zijn roep.
Klanknabootsende woorden komen in alle talen voor. Sommige taalkundigen menen zelfs dat taal hieruit is ontstaan. Taal zou dan zijn voortgekomen uit instinctieve pijn- en vreugdekreten (au, ah), uit onwillekeurige geluiden die men maakt bij krachtsinspanningen (pf), of doordat jagers de geluiden van hun prooi nabootsten. Inmiddels gelooft men niet dat dit de enige oorsprong van taal is, maar wel dat klanknabootsing een bepaalde rol heeft gespeeld bij de vorming van een aantal nieuwe woorden.
Ook sommige namen voor ziekten of ziekteverschijnselen zijn klanknabootsend gevormd. Dat geldt bijvoorbeeld voor hijgen, hikken, hoesten, kuchen, niezen, proesten, puffen, reutelen, rochelen, snuiven, snurken, spuwen en zuchten, allemaal verschijnselen die gepaard gaan met kenmerkende geluiden.
Nicoline van der Sijs
- Er zijn nog geen reacties