Heimwee en nostalgie
Plaats een reactieHet woord heimwee stamt uit het Duits: Heimweh is voor het eerst in 1592 in een Zwitsers geschrift genoemd. Aanvankelijk kwam het woord uitsluitend voor als medische benaming voor een ziekelijk verlangen (Weh) naar huis (Heim) van buiten de grenzen verblijvende Zwitsers.
In het Nederlands is heimwee voor het eerst genoemd in het Journaal van Constantijn Huygens jr. uit 1689. Maar dit was een eenmalige ontlening. Tot het derde kwart van de achttiende eeuw bleef heimwee een vreemd woord dat zelden werd gebruikt. Hierna echter werd het woord onder invloed van de Romantiek al snel populair in literaire werken, en onderging het een betekenisuitbreiding. In eerste instantie werd het in religieuze zin gebruikt: heimwee naar de hemel, het heil, vervolgens sprak men van heimwee naar de natuur, naar (de eigen) omgeving, naar huis en vervolgens werd de betekenis uitgebreid tot verlangen naar een vroegere of betere toestand.
In 1678 vertaalde de Zwitserse arts Harder het woord Heimweh in de artsentaal bij uitstek: het Latijn. Hij noemde het nostalgia, een samenstelling van het Griekse nostos terugkeer en algos pijn. Veel talen hebben nostalgia overgenomen, ook het Nederlands. Maar in het Nederlands heeft nostalgie uitsluitend de betekenis verlangen, heimwee naar vroeger, niet verlangen naar huis. Nostalgie en heimwee zijn bij ons dus niet helemaal synoniem.
Nicoline van der Sijs
- Er zijn nog geen reacties