Laatste nieuws
orgaandonatie

Donorwerving in het ziekenhuis

Plaats een reactie

De donatiefunctionaris bewijst zijn waarde  

De laatste jaren is de toename van het postmortale donoraanbod gestagneerd zo niet gedaald. Behalve in twaalf ziekenhuizen waar een donatiefunctionaris werd aangesteld. Daar is zelfs sprake van een aanzienlijke stijging.

De in 1998 in werking getreden Wet op de orgaandonatie (WOD) kent vier doelstellingen: rechtszekerheid voor hulpverleners, patiënten en andere betrokkenen; verhoging van het postmortale donoraanbod; rechtvaardige verdeling van organen en weefsels; voorkoming van commerciële praktijken.
Veel van wat de wetgever beoogde, is waargemaakt, maar tot een verhoging van het postmortale donoraanbod kwam het niet. Integendeel.

Initiatief


Voor de Nierstichting Nederland (NSN) en voor de patiëntenvereniging LVD waren twee jaar geleden de voortdurend langer wordende wachtlijsten voor een niertransplantatie en de afname van het aantal orgaandonoren aanleiding om tot actie over te gaan. In het kader van het programma Wachten of aan de slag (WOAS) werd het initiatief genomen om in een aantal ziekenhuizen donatiefunctionarissen aan te stellen.


In 1999 werden in samenspraak met het veld zes ziekenhuizen geselecteerd. Vervolgens maakte minister Borst van Volksgezondheid in nog zes andere ziekenhuizen de aanstelling van een donatiefunctionaris financieel mogelijk voor een periode van twee jaar. De ziekenhuizen zijn in een gezamenlijk project ondergebracht. Tussen de besturen van de ziekenhuizen aan de ene kant en de NSN/LVD en VWS aan de andere kant zijn convenanten gesloten waarin rechten en plichten van de partijen zijn vastgelegd.


Het doel van dit project is om door middel van een omslag in het denken en handelen van het ziekenhuismanagement en de beroepsbeoefenaren te bereiken dat het donorpotentieel optimaal wordt benut. Het denken aan donatie en het uitvoeren van de daarbij behorende procedure moet een geïntegreerd zorgonderdeel worden binnen het ziekenhuis. Daarvoor is een goede infrastructuur nodig.


Bij de start van het project werd in de deelnemende ziekenhuizen een attitudetest uitgevoerd onder een deel van de artsen en de verpleegkundigen. De uitkomsten hiervan gaven informatie omtrent de knelpunten. Deze informatie is vervolgens gebruikt bij het opzetten van een grootschalige voorlichtingscampagne binnen de deelnemende ziekenhuizen. Het is immers bekend dat de opstelling van beroepsbeoefenaren van cruciale betekenis is voor het aanslaan van een transplantatieprogramma; gerichte voorlichting is daarbij een eerste voorwaarde.

Invulling


In het merendeel van de twaalf ziekenhuizen wordt de functie van donatiefunctionaris vervuld door één of twee (fulltime) verpleegkundigen met ruime intensive-care-ervaring. In een aantal ziekenhuizen oefenen een verpleegkundige en een arts samen deze functie uit. In alle deelnemende ziekenhuizen is een donatiecommissie ingesteld. Dit is een officiële ziekenhuiscommissie die als klankbord en steunpilaar voor de donatiefunctionaris fungeert.


De donatiefunctionaris implementeert en integreert het donatiebeleid in de organisatie van het ziekenhuis. Belangrijke taken zijn: het zorgen voor een gestandaardiseerde donordetectie, het verwerken van de gegevens in een database en het analyseren daarvan ten behoeve van het beleid van het ziekenhuis.


De donatiefunctionaris geeft adviezen en feedback inzake plaatsgevonden donatieprocedures aan de medewerkers, afdelingen, de donatiecommissie en de directie. Een onmisbaar hulpmiddel hierbij is het donatieformulier, dat in alle deelnemende ziekenhuizen is ingevoerd. Hoewel het formulier en het toezicht op het gebruik ervan op zich betrekkelijk administratieve kwesties zijn, zijn de resultaten ervan niet weg te cijferen.

Voorlichting


In de ziekenhuizen wordt regelmatig voorlichting georganiseerd. Artsen en assistenten krijgen een introductie in de gang van zaken rond een donatieprocedure. Daarnaast worden presentaties gegeven op de verpleegafdelingen, de Intensive Care, de Hartbewaking, de operatieafdeling, de Spoedeisende Hulp, en aan de mortuariummedewerkers. Deze activiteiten worden periodiek herhaald; niet alleen vanwege de vele personele wisselingen, maar ook vanwege de noodzaak de donatieproblematiek permanent onder de aandacht te brengen. Met hetzelfde doel worden publicaties verzorgd, bijvoorbeeld in het ziekenhuisblad, en kleine en grotere symposia georganiseerd. Zeker op dit terrein geldt dat toujours frapper een voorwaarde is voor aanhoudend succes.


In samenwerking met artsen en transplantatiecoördinatoren introduceert de donatiefunctionaris nieuwe ontwikkelingen zoals non-heartbeating(NHB)-donatieprocedures. De NHB-techniek kan substantieel bijdragen aan de verhoging van het donoraanbod en is inmiddels reeds in een aantal ziekenhuizen binnen het project geïmplementeerd.

Gespreksvaardigheid

Binnen de deelnemende ziekenhuizen is een donorregistratie opgezet die inzicht biedt in het aantal als orgaan- of weefseldonor aangemerkte overledenen en in het aantal raadplegingen van het donorregister. In alle projectziekenhuizen is inmiddels een afname te signaleren van de routine dat artsen na een overlijden eerst de familie raadplegen en daarna pas het donorregister. Op dit punt blijven overigens scholing en controle noodzakelijk. Niet op de laatste plaats omdat artsen met de beste bedoelingen jegens de nabestaanden de ‘verkeerde volgorde’ van raadplegen toepassen.


Bij het ontbreken van een donorregistratie weigeren de nabestaanden in de regel om toestemming voor donatie te geven. Voor hulpverleners is het vaak moeilijk het gesprek met de nabestaanden op adequate wijze te voeren. Daarom is in de ziekenhuizen, voorzover daarvoor nog geen voorziening bestond, in samenwerking met onder andere het Leidse Bureau Boerhaave en de Nederlandse Transplantatie Stichting, gestart met een training in communicatievaardigheden voor de medewerkers. Dit  ‘train de trainers’-programma moet er uiteindelijk toe leiden dat in de toekomst de ziekenhuizen voorzover mogelijk de trainingen met eigen psychologen gaan uitvoeren. Daarmee ontstaat er een draagvlak binnen het ziekenhuis en dat is de basisvoorwaarde voor een goed donatiebeleid. Regels en voorschriften op zich creëren dat draagvlak nog niet, maar zijn slechts een hulpmiddel.


De donatiefunctionaris is ook inzetbaar in het kader van de zorg voor nabestaanden van met name weefseldonoren. Tot voor kort kon hij of zij aan deze nieuwe taak geen uitvoering geven omdat de deelnemende ziekenhuizen niet tijdig konden beschikken over informatie omtrent uitgenomen weefsels. Door aanhoudend overleg met de Nederlandse Transplantatie Stichting is thans een basis gelegd voor een structurele nazorg voor nabestaanden, wat belangrijk is uit het oogpunt van kwaliteitszorg.

Bemoedigend


Enkele statistieken tonen de effecten van het project. De cijfers van 2001 zijn vergeleken met die van 2000; als ijkpunt dienen de cijfers van 1999. De resultaten van de twaalf projectziekenhuizen zijn naast die van de ruim negentig overige ziekenhuizen gezet.


Raadpleging van het donorregister is een kernmoment. Eén effect van het project is een aanzienlijke toename van het aantal raadplegingen (zie figuur 1,  blz. 363). Hoewel het te vroeg is om te stellen dat raadpleging van het donorregister nu honderd procent routine is in de projectziekenhuizen, kan worden geconstateerd dat de activiteiten van de donatiefunctionaris op dit punt meer dan bemoedigende resultaten hebben opgeleverd.


Een soortgelijke ontwikkeling heeft zich voorgedaan ten aanzien van het aantal weefseldonoren (figuur 2). Hierbij moet worden bedacht dat de meeste projectziekenhuizen al een betrekkelijk positieve staat van dienst hadden voordat het project startte. In een aantal gevallen was dat zelfs een argument om het ziekenhuis in het project op te nemen. Des te verheugender is het dat de ziekenhuizen er desondanks in slaagden zich aanzienlijk te verbeteren.


Het aantal postmortale orgaandonoren is in de projectziekenhuizen in 2001 meer toegenomen dan in 2000. In de overige Nederlandse ziekenhuizen was de toename in 2001 kleiner dan in 2000 (figuur 3).


Samenvattend kan worden gesteld dat de twaalf projectziekenhuizen vergeleken met de meer dan negentig andere Nederlandse ziekenhuizen buitengewoon goed presteren op het terrein van orgaan- en weefselwerving. De toename van het aantal raadplegingen en van het aantal weefseldonoren in 2001 was in de bij het project betrokken ziekenhuizen veel groter dan in de andere Nederlandse ziekenhuizen en ook op het terrein van de orgaanwerving is een goede prestatie geleverd.


Een verheugend neveneffect van het project is dat zich nieuwe ziekenhuizen hebben gemeld en nog steeds melden om aan het programma deel te nemen. Een aantal verzoeken is gehonoreerd. Dit heeft ertoe geleid dat inmiddels 25 ziekenhuizen een donatiefunctionaris hebben. Inmiddels hebben zich nog meer dan tien ziekenhuizen aangemeld met een verzoek om begeleiding vanuit de projectleiding. Wanneer de financiële middelen er zijn, zal aan alle aanvragen gevolg worden gegeven.

Aansturing

De uitbreiding van het aantal ziekenhuizen met een donatiefunctionaris dient geleidelijk en zorgvuldig te gebeuren. Ook in de toekomst zal de donorwerving van buiten de ziekenhuizen moeten worden aangestuurd en zal ook de financiering van buitenaf moeten komen. Het lijkt een effectieve manier om zicht te houden op de werkzaamheden van de donatiefunctionarissen, met name in gevallen waarin ziekenhuisbestuurders in tijden van schaarste concurrerende bestemmingen weten voor de donatiegelden.


Daarnaast is het wenselijk dat de aansturing van de ziekenhuizen waar het de donorwerving betreft vanuit één centraal punt geschiedt. Op de eerste plaats is deze wens gebaseerd op de tot dusverre opgedane ervaringen binnen het project, maar ook het evaluatierapport van de Wet op de Orgaandonatie door Zorgonderzoek Nederland steunt deze opvatting.


Al met al heeft het project een meer dan bruikbare blauwdruk voor de donorwerving in de toekomst geleverd. n

prof. dr. H. Akveld,


bijzonder hoogleraar ondernemingsrecht in de gezondheidszorg, leider project Donatiefunctionarissen


mw. mr. R. Cleophas,


wetenschappelijk onderzoeker, ondersteuning projectleiding Donatiefunctionarissen


mw. X. Ras,


student-assistent, ondersteuning projectleiding Donatiefunctionarissen

Erasmus Universiteit Rotterdam 

 

 

Correspondentieadres: Erasmus Universiteit Rotterdam, Postbus 1738, 3000 DR Rotterdam, Kamer L6-62. Tel: 010 408 2179

SAMENVATTING


l In 1999 is een project gestart waarbij in twaalf ziekenhuizen


donatiefunctionarissen zijn ingezet.


l  Doelstelling is een dusdanige omslag te bewerkstelligen in het denken en handelen van het ziekenhuismanagement en de beroepsbeoefenaren dat het donorpotentieel optimaal wordt benut.


l  De taken van de donatiefunctionaris zijn onder andere: zorgdragen voor een gestandaardiseerde donordetectie, geven van feed back inzake donatieprocedures, voorlichten van arts-assistenten en meewerken aan nieuwe ontwikkelingen.


l De resultaten zijn positief: de twaalf projectziekenhuizen presteren op het terrein van orgaan- en weefselwerving aanzienlijk beter dan andere ziekenhuizen.

Met de komst van de donatiefunctionaris in het ziekenhuis is het aantal weefseldonaties, waaronder die van hoornvlies, aanzienlijk toegenomen.

Foto's: Nederlandse Transplantatie Stichting, A. Berkhout

ziekenhuizen orgaandonatie
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.