Laatste nieuws
Heleen Croonen
6 minuten leestijd

Delen in de winst

Plaats een reactie

Innoverende arts mag cashen van OCW-minister Plasterk



Uitvinders in de publieke sector mogen van het kabinet verdienen aan hun vondst. De onafhankelijkheid van de wetenschapper komt hiermee in het geding, voorziet professor Jan Vandenbroucke.


Minister Ronald Plasterk van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap belooft wetenschappers een vast percentage van de opbrengsten van hun uitvinding.


‘Dit voornemen betekent het einde van de ware wetenschap’, zegt Jan Vandenbroucke, professor klinische epidemiologie aan het Leids Universitair Medisch Centrum, in zijn opiniestuk in NRC Handelsblad op 21 augustus 2007. Een wetenschapper mag niet uit zijn op eerzucht of geldelijk gewin, want dat staat zijn zoektocht naar de waarheid in de weg. De kabinetsmaatregel is daarmee desastreus voor de wetenschappelijke onafhankelijkheid. Vandenbroucke: ‘Door het voornemen van Plasterk zullen universiteiten en universitair medische centra zich verplicht voelen om wetenschappers te stimuleren tot het nemen van patenten, het aangaan van contracten met industrieën en het opzetten van eigen bedrijven.’



Ook Frits van Oostrom, president van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW), voorziet problemen bij cashende wetenschappers. In zijn jaarrede ‘Markt en ziel’ van 2007 constateert hij dat het marktdenken in de wetenschap spanningen opwerpt. ‘Het infiltreren van de markt in de universiteit is makkelijk gegaan omdat de wetenschappers te weinig ruggengraat hebben getoond. Zij hebben te vaak gedacht dat zij erop vooruit zouden gaan met modern marktdenken’, aldus Van Oostrom. Het metaonderzoek dat aantoonde dat commercieel gesponsord medisch onderzoek positievere resultaten heeft dan vergelijkbaar onafhankelijk onderzoek, baart hem zorgen.



Profiteren


De gangbare term voor onderzoek dat zijn weg vindt naar economische waarde is ‘valorisatie’. In de praktijk ontkomt een wetenschapper vaak niet aan valorisatie, want voor een nieuw geneesmiddel bijvoorbeeld is bescherming hard nodig, volgens het Technology Transfer Office van de Vrije Universiteit. Zonder octrooi is het voor een commerciële partij niet aantrekkelijk om verder te investeren in de vele dure klinische onderzoeken die nodig zijn voor registratie van het geneesmiddel. Het Technology Transfer Office ondersteunt wetenschappers bij het exploiteren van vergaarde kennis en vraagt octrooien aan, verstrekt licenties en helpt wetenschappers met het opzetten van spin-offbedrijven.



Ward Mosmuller is van oorsprong organisch chemicus en werkt nu aan de commerciële kant vanuit het Transfer Office. Volgens Mosmuller groeit onder wetenschappers het besef dat vergaarde kennis moet worden beschermd. ‘De wetenschapper moet de afweging maken: wil ik alleen deze patiënt beter maken, of de gehele mensheid. Wanneer het om de mensheid gaat, is patenteren nodig en van de opbrengsten mag de onderzoeker profiteren.’ 



Geheimhouding


Artsen die behandelmethoden of geneesmiddelen ontwikkelen, zouden deze zeker in hun praktijk mogen toepassen, vindt Mosmuller. Mits is bewezen dat de claim van de vinding geldig is.



‘Een bekende denkfout is dat een octrooi alleenrecht geeft op het maken van een product. Je koopt niet het recht op het maken en verkopen van een product, maar het recht om anderen te beletten jouw uitvinding commercieel toe te passen.’ Maar er zijn ook keerzijdes aan het patenteren, geeft Mosmuller toe. Na aanvragen van octrooi is vaak een extra reeks proeven nodig, die soms wetenschappelijk niet erg interessant zijn. Niet elke wetenschapper heeft daar zin in. Verder heeft de wetenschapper vaak een zekere geheimhoudingsplicht aan een commerciële partij en mag hij de resultaten niet meer openbaar maken. De informatie uit het octrooi zelf ligt op straat, want een octrooi is als een publicatie. De tekst van het octrooi wordt openbaar en is op internet in te zien via

www.espacenet.com

. Soms is het daarom beter om een product juist niet te patenteren. Het recept van Coca-Cola is bijvoorbeeld niet gepatenteerd, zodat het geheim blijft. In de medische hoek komt dit echter heel zelden voor.



Extra werk


Alle academische ziekenhuizen hebben (concept)regels voor de verdeling van inkomsten uit octrooien, waarbij percentages naar onderzoeker, faculteit en instelling gaan. De maatregel die Plasterk voorstelt, is dus in feite al geïmplementeerd. Het enige wat de maatregel zou kunnen toevoegen, is dat het percentage dat de wetenschapper krijgt, bij alle instellingen hetzelfde wordt. Op dit moment verschilt dat per instelling. Mosmuller: ‘Het is redelijk dat de onderzoeker en de instelling worden beloond voor het extra werk dat is gemoeid met het commercialiseren van een gepatenteerde medische vinding. Na patentering moet immers veel klinisch onderzoek gebeuren. UMC’s doen dat overigens niet zelf, daar zijn altijd wel farmaceutische bedrijven bij betrokken, die de uitvindingen commercialiseren.’



Mosmuller heeft wel eens meegemaakt dat wetenschappers hun aandeel niet persoonlijk claimen. ‘Er zijn mensen geweest die een aanzienlijk bedrag hebben gekregen, maar die een dergelijke beloning liever investeerden in het onderzoek. De beloning is persoonlijk, dus de keuze is aan de wetenschapper zelf.’



Edelmoedig


De edelmoedigheid van de wetenschapper lijkt hiermee de beslissende factor voor onafhankelijkheid. Kunnen we hierop vertrouwen? Niks menselijks is de wetenschapper vreemd, daarom krijgen drie wetenschappers in de medische hoek de stelling voorgelegd: ‘Valorisatie maakt een einde aan de onafhankelijke wetenschap.’ Adam Cohen, algemeen directeur van het Centre for Human Drug Research Leiden, is het niet met de stelling eens. Cohen: ‘De wetenschap overleeft de waan van de dag wel. De wereldwijde biotechnologie-industrie geeft elk jaar 5 miljard dollar meer uit dan ze genereert. De universiteiten die succes ermee behaalden, hebben hoogstens enige tientallen miljoenen euro’s binnengehaald door op het juiste moment de aandelen te verkopen op de beurs. Hadden ze dat niet gedaan, dan waren ze bekocht uitgekomen.’ Een bedrag van 20 miljoen lijkt veel, maar het is ongeveer twee weken omzet van een gemiddelde universiteit, dus dat zet nauwelijks zoden aan de dijk, nuanceert Cohen.



Ivoren toren


Hub Zwart, wetenschappelijk directeur van het Centre for ­Society and Genomics in Nijmegen, ziet ook geen gevaar in valorisatie van de wetenschap. Zwart: ‘We moeten de zaken niet dramatiseren. De wetenschap heeft krachtige instrumenten voor kwaliteitscontrole ontwikkeld, zoals peer review. Verder kost wetenschap steeds meer geld en wordt de afstand tussen ontdekking en toepassing steeds kleiner. Wetenschap moet zich niet terugtrekken in een ivoren toren, maar de nieuwe uitdagingen met een open mind tegemoet treden.’



Jan Raaijmakers, bijzonder hoogleraar en director respiratory bij GlaxoSmithKline, vreest ook voor het terugtrekken in de ivoren toren: ‘Valorisatie draagt bij aan toekomstige economische groei, dus dat is een positief gegeven. Binnen de overheid bestaat echter de neiging om hierin nogal overijverig te werk te gaan. Hierdoor wordt de balans tussen “vrije” basale research en gedirigeerde, op valorisatie gerichte, wetenschap verstoord.’



Raaijmakers signaleert dat de overheid de geldstroom steeds vaker overhevelt naar tweedegeldstroomprogramma’s, waarvan de thema’s voortkomen uit politiek-economische overwegingen voor de korte termijn. Raaijmakers: ‘Deze gelden zouden afkomstig kunnen zijn uit het budget van economische zaken en niet dat van onderwijs.’



Miljonair


Een belangrijke financierder van onderzoek is ZonMw. Op haar website raadt ZonMw aan om vanaf het begin van het onderzoek strategisch te werk te gaan, als commercialisering in het verschiet ligt. Openbaar maken van kennis kan een octrooiaanvraag bemoeilijken en er zijn bijzondere eisen aan het labjournaal.


Commercialisering kan heel ver gaan, zo bleek afgelopen voorjaar. Het Erasmus MC haalde de media met het feit dat tien onderzoekers in één jaar miljonair werden dankzij verkoop van rechten aan een farmaceutisch bedrijf.



Ook het Leids Universitair Medisch Centrum, het universitair medisch centrum waar Jan Vandenbroucke werkzaam is, pleit in het jaarverslag 2006 voor commerciële toepassing van onderzoek. ‘Toepassing in de markt is vaak de beste garantie om te zorgen dat wetenschappelijke ontdekkingen ook daadwerkelijk leiden tot innovatie in de zorg. Bovendien kunnen de uit publieke middelen gefinancierde activiteiten leiden tot een stimulans voor de Nederlandse economie’, zo staat in het jaarverslag.



Bonanza


Jan Vandenbroucke geeft in een reactie aan dat hij zich blijft verbazen over het grote enthousiasme over marktwerking bij medisch-wetenschappelijk onderzoek. ‘In de Verenigde Staten heeft men sinds 1980 ervaring met de Bayh-Dole Act, die toegenomen marktwerking beoogt. Deze wet heeft het karakter van wetenschappelijk onderzoek aan medische faculteiten in de Verenigde Staten grondig veranderd, volgens Marcia Angell, voormalig interim-hoofdredacteur van The New England Journal of Medicine.’



Angell noemt de wet ‘een bonanza voor de farmaceutische en biotechnologie-industrie’, en zij acht het twijfelachtig of de wet enig publiek belang dient. Vandenbroucke wijst ook op de bestsellerauteur Michael Crichton (Jurrasic Park) die in het nawoord van zijn laatste thriller over de commercialisering van de biotechnologie schrijft dat de Bayh-Dole Act maar beter kan worden afgeschaft vanwege de negatieve invloed van de commercialisering op de medische wetenschap. Vandenbroucke: ‘In Nederland gaat de discussie nu over percentages en afdrachten, maar niet over de vraag wat de nadelen zijn van marktwerking bij onderzoek en welke maatregelen men denkt te nemen om deze nadelen tegen te gaan. Het zou nuttig zijn om daarbij stil te staan, met de ervaringen in de Verenigde Staten als voorbeeld.’




Heleen Croonen



Klik hier voor het PDF van dit artikel



Klik

hier

voor de collumn van VandenBroucke.



Klik

hier

voor een reactie van het CPB.



Hier vindt u een

KNAW-lezing

over dit onderwerp.



Link:

www.espacenet.com




Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.